De opening van het fortenseizoen staat weer voor de deur! Tijdens de Biesbosch Fortentocht kun je terecht bij onderstaande afstappunten. Bekijk op deze pagina een overzicht van alle activiteiten dit Paasweekend. Kom langs op het Biesbosch Museum Eiland, beluister het hoorspel of ga op stap met de waschvrouw van Fort Altena. Er is genoeg te doen!
Fiets de Biesbosch Fortentocht en stap onderweg af om mee te doen aan leuke activiteiten. Ga bijvoorbeeld torenklimmen, of bezoek een van de exposities.
Woudrichem: Torenklimmen (13.00 – 15.30 uur)
Visserijmuseum expositie ‘Nieuwe Hollandse Waterlinie’ door een nieuwe bril (13.30 – 16.30 uur) Fort Altena: Rondleiding van 30 minuten (11.00 uur en 14.00 uur) Fort Bakkerskil: Horeca geopend en QR-hoorspel Biesbosch Museum Eiland: Expositie 600 jaar Elisabethsvloed 11.00 – 17.00 uur
Eerste Paasdag 17 april
Woudrichem: Visserijmuseum expositie ‘Nieuwe Hollandse Waterlinie’ door een nieuwe bril (13.30 – 16.30 uur)
Fort Altena: Rondleiding van 30 minuten (11.00 uur)
Op stap met de waschvrouw (14.00 uur) reserveren via info@fortaltena.nl Fort Bakkerskil: Horeca geopend en QR-hoorspel Biesbosch Museum Eiland: Expositie 600 jaar Elisabethsvloed 11.00 – 17.00 uur Theetuin Binnen en buiten: (Kerkeinde 14 in Sleeuwijk) 10.30 – 17.00 uur
Tweede Paasdag 18 april
Woudrichem: Visserijmuseum expositie ‘Nieuwe Hollandse Waterlinie’ door een nieuwe bril (11.00 – 17.00 uur)
Fort Altena: Rondleiding van 30 minuten (11.00 uur)
Op stap met de waschvrouw (14.00 uur) reserveren via info@fortaltena.nl Fort Bakkerskil: Horeca geopend en QR-hoorspel. Ook zijn er vandaag allerlei kinderactiviteiten en worden er handgemaakte producten verkocht voor het goede doel. Biesbosch Museum Eiland: Expositie 600 jaar Elisabethsvloed 11.00 – 17.00 uur
400 jaar geleden, op 22 maart 1621, ontsnapte Hugo de Groot in een boekenkist uit Slot Loevestein. Dat was de aanleiding om 2021 uit te roepen tot Hugo de Grootjaar. Wist je dat een beroemd deel van het leven van Hugo de Groot zich afspeelde op een steenworp afstand van de Biesboschlinie?
Sta je met je gezicht naar de rivier en kijk je vanaf de kademuren van Woudrichem naar rechts, zie je Slot Loevestein, waar Hugo gevangen zat. Kijk je naar links, zie je in de verte Gorinchem liggen. In zijn boekenkist voer hij naar dit stadje, om van daaruit de vrijheid tegemoet te vluchten. Weet je nog wie Hugo de Groot ook al weer was? Wat waren zijn denkbeelden en waarom zat hij gevangen op Loevestein? We frissen je geheugen op in dit blog.
Delft, 10 april 1583
Hugo de Groot wordt geboren in een welgesteld, intellectueel gezin. Zijn vader is op dat moment burgemeester van Delft. Al snel blijkt dat Hugo bijzonder snel leert: als hij 8 jaar is, spreekt en schrijft hij al vloeiend Latijn en Grieks. Hij doorloopt het Gymnasium in Delft, en als hij 11 jaar oud is neemt hij intrek in een gastgezin in Leiden voor een studie humaniora (geesteswetenschappen) aan de universiteit. Na zijn afstuderen en promotie vestigt hij zich in Den Haag. Hij zet er een advocatenpraktijk op en vervult allerlei publieke functies.
Twaalfjarig bestand
Hugo de Groot leeft in de tijd van de Nederlandse Opstand, of Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Het is een woelige tijd, die van grote invloed is op zijn levensloop en denkbeelden. In 1609 wordt een bestand afgekondigd in de oorlog tussen Spanje en de Nederlanden. De Spanjaarden zijn er financieel slecht aan toe en voeren bovendien oorlog op meerdere fronten. De pauze komt hen goed uit.
Politieke verdeeldheid
In de Nederlanden heerst er juist verdeeldheid over dit bestand. Raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt is voorstander. Hij ziet in het bestand mogelijkheden om de handelspositie van de Nederlanden te versterken. Stadhouder Maurits, opperbevelhebber van de strijdkrachten, is niet blij. Samen met Willem Lodewijk, de stadhouder van de gewesten Groningen en Drenthe, vreest hij dat de Spanjaarden zich zullen herstellen en na het bestand een verpletterende overwinning op de Nederlanden zullen boeken. Daarnaast neemt de politieke invloed van Maurits behoorlijk af in vredestijd. Nu de strijdmachten niet actief zijn heeft Van Oldenbarnevelt het vooral voor het zeggen, en dat steekt.
Religieuze verdeeldheid
Tijdens de pauze in het strijdgewoel wordt ook religieuze verdeeldheid in de Nederlanden duidelijk. Tot dan toe trokken de protestantse - of in ieder geval ‘tolerante’ - Nederlanden gezamenlijk op tegen de katholieke Spanjaarden. Nu die gezamenlijke vijand niet in beeld is, leiden de verschillende opvattingen onder protestanten tot een conflict. Remonstranten staan tegenover contraremonstranten. Van Oldenbarnevelt kiest de kant van de remonstranten, net als zijn politiek bondgenoot Hugo de Groot. Maurits staat aan de kant van de contraremonstranten. De spanningen lopen hoog op, en leiden tot onlusten in de steden. Van Oldenbarnevelt is van mening dat de rust in de Republiek bewaard moet blijven, en laat de Staten van Holland de Scherpe Resolutie aannemen. Deze resolutie geeft de steden van Holland de bevoegdheid om huurlingen (waardgelders) aan te nemen, die op kunnen treden bij onlusten tegen remonstranten.
Dat is tegen het zere been van Maurits. Híj is immers aanvoerder van de strijdkrachten, en nu komt ook die positie in de knel. Met goedkeuring van de Staten Generaal ontslaat hij de waardgelders en laat Van Oldenbarnevelt met een aantal van zijn medestanders arresteren. Eén van die medestanders is Hugo de Groot. Van Oldenbarnevelt krijgt de doodstraf, Hugo wordt veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Hij wordt overgebracht naar Slot Loevestein.
(tekst gaat verder onder de inzet)
Beleef het Hugo de Grootjaar vanuit de Biesboschlinie
Beleef je het Hugo de Grootjaar mee? De Biesboschlinie is de perfecte plek om de spannende reis van Hugo de Groot in zijn boekenkist mee te beleven. Vanuit Woudrichem is het een steenworp varen met de pont naar kasteel Loevestein. Daar is momenteel een speciale tentoonstelling over Hugo de Groot te zien. Je krijgt inzicht in zijn denkbeelden, maar leert er ook hoe zijn gedachtengoed tot op de dag van vandaag relevant is bij actuele kwesties.
Na een bezoek aan Loevestein neem je de Pont naar Gorinchem. Daar kun je het poortje bezoeken waardoor de boekenkist de stad in werd gebracht. Met je mobiele telefoon verken je aan de hand van speciale posters met QR-codes zijn vluchtroute en kom je van alles te weten over één van de grootste Nederlandse geleerden uit de geschiedenis.
Gevangen op Loevestein
Op Loevestein is Hugo's vrijheid hem ontnomen, maar hij heeft wél toestemming om er te schrijven en studeren. Daarom ontvangt hij geregeld een kist vol boeken. Een bevriende boekhandelaar in het dichtbijgelegen Gorinchem vult de kist voor hem, en neemt de boeken ook weer in.
Hugo’s vrouw, Maria van Reigersberch, woont net als zijn dienstmeisje Elsje van Houweningen bij Hugo op het slot. Zij mogen allebei vrij in- en uitlopen. Als na een aantal maanden de controles op de boekenkist verslappen, ziet Maria mogelijkheden voor Hugo’s ontsnapping. Avond aan avond laat ze hem oefenen om een aantal uren zonder zich te bewegen in de kist te kunnen zitten. Op 22 maart 1621, de dag van de Jaarmarkt in Gorinchem is het zo ver. Maria legt de boeken met Hugo’s kleding in bed, Hugo kruipt in de boekenkist. Als de soldaten de kist komen ophalen, reist Elsje met de kist mee om zo nodig de soldaten af te leiden. Het plan slaagt. Hugo reist, na een tussenstop bij de boekhandel, vermomd als metselaar via Antwerpen naar Parijs.
Ballingschap
In Frankrijk wordt Hugo met open armen ontvangen; Koning Lodewijk XIII kent hem zelfs een jaargeld toe. Hij kan zich dan ook rustig toeleggen op schrijven en studeren.
In 1631 keert hij terug naar de Republiek. Hij schat in dat de ergste storm er wel is gaan liggen, zeker nu Maurits is overleden en zijn zoon Frederik Hendrik hem is opgevolgd. Hij opent zelfs een nieuwe advocatenpraktijk. Verschillende hooggeplaatste personen zoals de dichter P.C. Hooft pleiten zelfs voor zijn amnestie. De Staten Generaal eisen echter dat Hugo zijn verontschuldigingen aanbiedt, en dat weigert hij. Hij is ervan overtuigd dat hij niets misdaan heeft. De Staten vaardigen daarop een nieuw arrestatiebevel uit en Hugo gaat opnieuw in ballingschap.
Vanaf 1634 werkt Hugo de Groot als Zweeds staatsgezant in Parijs. 10 jaar later roept koningin Christina van Zweden hem terug naar het Zweedse hof. Ze wil dat Hugo haar adviseert over buitenlandse politiek. Bovendien wil ze dat hij een wetenschappelijke bibliotheek voor haar opzet. Zowel Hugo als zijn vrouw voelen hier weinig voor, ook omdat het gure klimaat in Zweden hen niet bevalt. Daarop ontslaat het Zweedse hof hem. Op zijn overtocht terug naar het vasteland van Europa vergaat zijn schip. Hij kan zich in veiligheid brengen, maar raakt op de lange reis naar huis uitgeput en wordt ziek. Op 28 augustus 1645 overlijdt hij in het Duitse Rostock. Hugo de Groot ligt begraven in de Nieuwe Kerk in Delft.
Hugo de Groot, geleerde en schrijver
Hugo de Groot is auteur van een groot aantal werken. Hij was bijzonder veelzijdig, en zijn werk laat dat zien. Het werk bestaat uit zowel Latijnse als Nederlandse tragedies en gedichten, vertalingen van klassieke werken, maar ook uit theologische, historische en juridische verhandelingen.
Het bekendst zijn de werken De iure belli ac pacis (Over het recht van oorlog en vrede) uit 1625 en Mare Liberum (de vrije zee) uit 1609.
De iure belli ac pacis gaat in op de regels en wetten van rechtvaardige oorlogsvoering. Het werk wordt gezien als de basis voor het moderne volkenrecht.
Hetzelfde geldt voor Mare Liberum. In dit werk bepleit Hugo de Groot dat de zeeën voor iedereen toegankelijk moeten zijn voor vrije handel en reizen. Hoewel hij het werk schreef om de claim op het alleenrecht op handel in West- en Oost-Indië door Spanje en Portugal te weerleggen, is het tot op de dag van vandaag de standaard voor het huidige zeerecht. Elk land heeft, ook nu nog, recht op vrije doorgang door de zeeën buiten de territoriale wateren.
De Biesbosch en water horen bij elkaar als een kajak en peddel. Van het eerste ontstaan na de Elisabethsvloed in 1421 tot vandaag de dag wordt het landschap in de Biesbosch bepaald door water. Toch is dat landschap de afgelopen jaren behoorlijk veranderd. Het ruimte voor de rivier-programma veranderde onze kijk op hoe we met water omgaan. We dammen het niet alleen meer in, maar geven het de ruimte waar het kan. Dat levert droge voeten op, én prachtige natuur.
Noordwaard
De Noordwaard is één van de gebieden die de afgelopen jaren zijn aangepakt om ruimte voor de rivier te maken. Het is een gebied van zo’n 4.450 hectare aan de Nieuwe Merwede, aan de noordzijde van het Nationale Park de Biesbosch. Van 2010 tot 2015 werd het gebied ontpolderd: wat ooit binnendijks gebied was, werd nu buitendijks. De dijk is verlaagd, zodat de Nieuwe Merwede bij hoogwater buiten zijn oevers kan treden. Dat gebeurt een aantal keer per jaar, vooral in de winter als smelt- en regenwater de waterstanden laten stijgen. Maar niet de héle polder loopt dan onder: op een aantal plekken zijn hoge kades aangelegd, zodat wegen en huizen droog blijven.
Genieten van ruimte voor het water
Die droge voeten zijn natuurlijk fijn, maar ruimte voor de rivier betekent ook dat er buitenshuis een hoop te genieten valt. We geven je een indruk van het aanbod in de Biesboschlinie:
Ruimte voor de natuur
Waar water vrij spel krijgt, verandert de natuur. In de Biesbosch werden ondiepe lagunes, geulen en slikplaten het domein van intrekkende zoetwatervis. Groepen lepelaars, visdiefjes en zilverreigers bevolken het gebied, en inmiddels behoren ook zee- en visarenden tot de vaste bewoners. In de Noordwaard houden grote grazers het gebied open voor het water. Kanoënd door ondiepe kreekjes, en wandelend door drassig en ruig moerasland kan je zomaar oog in oog komen te staan met een waterbuffel of konikpaard.
Waterbuffels in de Noordwaard
In de Noordwaard begrazen waterbuffels de buitendijkse gebieden, en dat is uniek voor Nederland. De buffels voelen zich er prima op hun gemak. Het gebied is nat, en ze vinden er ruim voldoende voedsel. De buffels zijn hier uitgezet met een specifiek doel: ze zwemmen graag en leggen daarbij grote afstanden af. Bovendien zijn ze een stuk groter dan Schotse hooglanders of koninckpaarden, waardoor ze ruw voedsel kunnen verteren zoals oud riet of lisdoddes, op plekken waar de andere grazers niet zo snel komen. Ze hebben een dikke huid, en daarom zie je ze in de zomer vaak in het water liggen om af te koelen. Het blijft een hele belevenis om er eentje tegen te komen, maar hou wel voldoende afstand. Waterbuffels zijn niet gevaarlijk, maar wel nieuwsgierig.
Biesbosch museumeiland
In het Biesboschmuseum kom je alles te weten over hoe we samen met het water leefden en leven. Van het eerste ontstaan na de St. Elizabethvloed tot smokkelroutes in de 2e Wereldoorlog, het komt allemaal aan bod in de exposities.
Buiten kun je zelf ervaren hoe de Biesbosch voorkomt dat hoger gelegen gebieden overstromen. In het schaalmodel van de Biesbosch Beleving kan je zelf aan schuiven en knoppen draaien om te zien hoe je met polders en dijken de loop van het water beïnvloedt.
Foto Nationaal Park De Biesbosch
Varen
Een waterrijk landschap ontdek je natuurlijk het beste vanaf het water. Huur een kano op één van de verhuurpunten, en ga op ontdekkingsreis door de vele kreekjes, stroompjes en vaarten in de Biesboschlinie. Zeker de Noordwaard is het makkelijkst te verkennen met de kano.
Liever iets minder sportief? Huur een hybride sloep en vaar de Biesbosch rond. Of wat dacht je van een fietstocht waarbij je overtochten maakt met de verschillende veerponten? Wie luxueus wil genieten laat zich rondvaren op een rondvaartboot of een van de schippers uit de regio, voor een heerlijk dagje uit.
Kanoroutes in de Biesboschlinie
We hebben de mooiste kanoroutes voor je verzameld in onze kanogids. Breng je kano mee, of huur er één bij de verhuurpunten in Altena.
Zelf een route uitstippelen? Met de kano-knooppuntenroute door de Noordwaard kies je je eigen route, zonder verdwalen!
Landschapskunst De Wassende Maan
In de Noordwaard vind je het kunstwerk ‘de Wassende Maan’, van kunstenaar Paul de Kort. Het is landschapskunst: een labyrint van watergeulen en dijkjes, dat meeverandert met het getij, het weer en de seizoenen. De Wassende Maan is kunst en natuur tegelijk. Het zal je dan ook niet direct opvallen dat er een labyrint in het landschap verscholen ligt als je erlangs loopt. Je ziet het pas als je de heuvel in het midden van het kunstwerk beklimt.
Zomerdijk, winterdijk, vaargeul, uiterwaarden… wie herinnert zich zijn lessen aardrijkskunde nog? Wie die droge theorie tot leven wil zien komen, mag een bezoek aan de Struikwaard niet overslaan. In dit natuurgebied langs de Afgedamde Maas bij Giessen kun je de zomer- en winterdijk bewonderen, wandelen door de uiterwaarden en genieten van een bijzonder stuk natuur in Biesboschlinie.
Eeuwenoude uiterwaarden
De uiterwaarden tussen Giessen en Andel staan al vroeg beschreven: in een gerechtelijk stuk uit 1296 komt het gebied al voor. Maar voor de Struikwaard zoals we hem nu kennen hoeven we niet zo ver terug in de geschiedenis.
In 1904 werden de Merwede, Rijn en Waal na eeuwen van toenemende wateroverlast gescheiden van de Maas. De Maas kreeg een nieuwe monding door het graven van de Bergsche Maas. De oorspronkelijke ‘Andelsche’ of ‘Nieuwe’ Maas kreeg een dam en staat sindsdien bekend als de Afgedamde Maas.
Sindsdien is de Struikwaard jarenlang als landbouwgrond gebruikt. In 1995 veranderde de Struikwaard nog één keer ingrijpend. De oude winterdijk voldeed niet langer. Daarom werd ongeveer 100 meter naar het noordoosten een nieuwe aangelegd. Het nieuwe buitendijkse gebied werd aangewezen als natuurbeschermingsgebied.
Natuurbescherming
Het buitendijkse gebied in de Struikwaard is een jong natuurbeschermingsgebied, beheerd door Brabants Landschap. Je vindt er ooibossen (bos dat op natuurlijke wijze langs rivieren is ontstaan), rietkragen, graslanden en een moeraszone onderaan de zomerdijk. Wees niet verbaasd als je geloei hoort: een kleine kudde Brandrode runderen begraast het gebied.
Patrijzen
Sinds 2013 wordt in de Struikwaard hard gewerkt om de patrijs een beter thuis te geven. De patrijs wordt in Nederland ernstig bedreigd. Houtwallen, hagen, takkenrillen en bloeiende kruiden zijn verdrongen door monotone akkerbouwgebieden. Daarmee raakt de patrijs zowel zijn voedselvoorziening als zijn broedplaatsen kwijt. In de Struikwaard worden deze landschapselementen in ere hersteld, en met succes. De populatie neemt flink toe, goede kans dat je er eentje tegenkomt. Patrijzen hebben een onopvallende bruine schutkleur, dus goed speuren!
Perenbomen
Hoewel er geen patrijzen in zitten, verdienen de perenbomen langs het Kerkepad in Giessen wel de aandacht. Het Perenbomenlaantje is waarschijnlijk ooit ontstaan als een paadje om de weg af te kunnen snijden van dijk naar kerk. Het laantje is in ere hersteld. Zeker in de lente is het pad een bezoekje waard voor een wandeling tussen de perenbloesems. Het laantje is een gemeentelijk monument, het enige niet-gebouwde object dat die status heeft in de gemeente Altena.
Struin zelf door de Struikwaard
In de Nieuwe Hollandse Waterlinie vind je de Struikwaard: een prachtig stuk natuur aan de oever van de Afgedamde Maas. Hou je van wandelen in de natuur én ben je nieuwsgierig naar het erfgoed van de Nieuwe Hollandse Waterlinie in de regio Altena? Wandel dan ons 'Rondje Fort Giessen'.
Geniet onderweg van al het moois dat de Biesboschlinie te bieden heeft: rust, ruimte, natuur en erfgoed.
Zwaluwen en IJsvogels
Ook de oeverzwaluw vindt een goed thuis in de Struikwaard. Aan de oever van één van de plassen in het gebied, heeft natuurbeschermingsvereniging Altenatuur een betonnen zwaluwwand gebouwd. Steile oevers langs rivieren en plassen zijn zeldzaam geworden in Nederland. De oeverzwaluw is daarmee zijn nestplaats kwijtgeraakt. Hij bouwt zijn nest door een ‘hol’ te graven in steile oevers. De betonnen wand met gaten helpt het dier een handje. De wand houdt een wal van zand en klei op zijn plek. De gaten zijn de voordeuren, de zwaluwen mogen zelf hun huis inrichten. En het ‘flatgebouw’ bevalt hen. Er zijn tijdens de broedseizoenen tot wel 80 broedende paartjes geteld.
De wand blijkt niet alleen aantrekkelijk voor zwaluwen, ook ijsvogels broeden er af en toe.
Bloeiende biodiverse dijk
In november 2020 viel de dijk in de Struikwaard in de prijzen: de dijk is ‘het toonbeeld van biodiversiteit in het rivierenlandschap’. Brabants Landschap beheert de dijk als een onderdeel van de natuur in de Struikwaard. Dat betekent bloemrijke bermen met een grote biodiversiteit: planten als bijenorchis en knikkende distel en insecten als de roodzwarte dubbeltand en de donkere wespbij. En naast alle voordelen voor de natuur, is zo’n bloemrijke dijk ook nog eens een lust voor het oog.
Bevers
Bevers doen het goed in Altena. In de Struikwaard wonen wel heel eigenwijze exemplaren: ze hielden er jarenlang een loopbruggetje bezet met hun burcht. Inmiddels heeft de familie een ander onderkomen gezocht, maar nog steeds zijn bevers erg actief in het gebied. Let goed op knaagsporen tijdens het wandelen. En mocht je het geluk hebben een bever te spotten: geniet maar laat hem met rust, en blijf op flinke afstand. Je bent te gast in zijn leefgebied.
"Zoo heerscht dan binnen den omwalling de rustige rust van een dood verleden, slechts af en toe verstoord door het gejoel der schooljeugd, die oogen, noch gevoel, heeft voor wat eens hun stad beteekende. Immers, wie zou hier nu hardop durven zeggen: “Dit is de bloeiende hoofdstad van het land van Altena. Hoort het hoorn- en klaroengeschal, want een stoet edelen nadert in praal en pracht den burcht, waar grooten des lands onderhandelen!"
Bep M. Bresler, Toeristenkampioen ANWB, mei 1940
Saai, doods, nauwelijks de moeite van het bezoeken waard. Het zal je maar gezegd worden, als goed bewaarde vestingplaats. Het was het oordeel waar Woudrichem het in het voorjaar van 1940 mee kon doen. Dat oordeel is nu heel wat positiever, toch is het beeld niet veranderd; in Woudrichem vind je rust en lijkt de tijd een beetje stil te staan. Maar voor het zover was, moest er heel wat water door de Merwede.
Strategische ligging aan het water
Op de grens van Holland en Gelre, “Waar Maas en Waal te zamen spoelt”, daar ligt Woudrichem. Een strategisch belangrijke plek, en dat hebben de inwoners geweten.
In de Middeleeuwen was Woudrichem de hoofdstad van het Land van Altena. De stad bloeide: ze had hoge stadsmuren, een riviertol, visrechten en een grote jaarmarkt. Het was er een komen en gaan van hooggeplaatste edelen en Woudrichem was vaak de stad waarin belangrijke onderhandelingen tussen Holland en Gelre werden gevoerd.
Dat veranderde toen Jan van Beieren in 1420 de tol van Woudrichem naar Gorinchem verplaatste. De stad raakte een enorme bron van inkomsten kwijt. Een jaar later legde de Sint-Elisabethsvloed het economische leven definitief stil. De stad en het achterland waren verwoest en dat zou tientallen jaren voor armoede zorgen. Er kwam pas weer verbetering in de situatie toen in 1461 de Kornsche dijk tussen Dussen en Werkendam gebouwd werd.
Bouw van de vesting
Tijdens de 80-jarige oorlog had de stad zwaar te lijden. Woudrichem was het strijdtoneel van de gevechten tussen Geuzen en Spanjaarden.
Nadat de watergeuzen in 1573 Woudrichem veroverden op de Spanjaarden, bleken de verouderde en vervallen verdedigingswerken niet bestand tegen nieuwe Spaanse aanvallen. De stad bleek niet te behouden. Daarom brandden de Geuzen de stad plat, zodat de Spanjaarden er geen voordeel meer van konden hebben. Omdat Willem van Oranje de stad als strategisch belangrijk steunpunt zag, gaf hij bevel de stad van vestingwerken te voorzien. Deze 'fortificatie' ging in 1583 van start onder leiding van Adriaen Anthonisz van Alkmaar.
In tegenstelling tot andere steden, kwam de nieuwe vesting van Woudrichem niet buiten, maar bínnen de grenzen van de oude stadsmuren te liggen. De verwoestingen van de 80-jarige oorlog hadden een groot gedeelte van de stad braak gelegd. Bovendien waren tijdens de Reformatie de katholieken de stad ontvlucht. Hun kloosters hadden net binnen de stadsmuren gestaan, en door hun vlucht hoefde deze grond niet meer onteigend te worden: een geschikte plek voor de nieuwe vestingwallen en grachten. Woudrichem kromp tot ongeveer driekwart van zijn Middeleeuwse grootte.
Fietstocht: Van vesting tot vesting
Van vestingen krijg je nooit genoeg. Heb je zin in een stevige fietstocht? Fiets dan de Vesting-tot-Vesting-route. In deze tocht van Woudrichem naar Heusden bezoek je de vestingen van Heusden en Altena. Onderweg rijd je langs tal van interessante historische plaatsen en gebouwen.
Stap op en laat je verrassen!
Garnizoensstad
Als garnizoensstad gaat het Woudrichem na de bouw van de vesting lange tijd voor de wind. De in het stadje gelegerde soldaten brachten de nodige bedrijvigheid en inkomsten met zich mee. Ze zijn ondergebracht (ingekwartierd) bij de Woerkumse gezinnen, die daarvoor vergoedingen ontvangen.
Ook de riviervisserij is nog altijd een goede bron van inkomsten. Er heerst dan ook relatieve rust, tot aan het rampjaar 1672.
In dat jaar vallen de Fransen onder Lodewijk XIV het zuiden van ons land binnen. Hoewel Woudrichem buiten schot blijft, wordt wel pijnlijk duidelijk dat de vesting niet voldoet. Er is een gebrek aan kruit, kanonnen en transportmogelijkheden. Maar nog erger: de verdedigers realiseren zich dat de vestingwerken te zwak zijn. Bij de versterking ervan moeten nog eens 16 gebouwen het veld ruimen. Voor de veiligheid van de stad en de bescherming van het gewest Holland worden drie poorten in de vesting verplaatst. In de jaren daarna voegt de stad ook drie ravelijnen, versterkte eilanden in de vestinggracht, aan de verdedigingswerken toe.
Woudrichem als deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie
Tijdens de patriotten- en Franse tijd verandert er aan de vesting zelf niets noemenswaardigs. De stad zelf heeft wel zwaar te lijden onder het einde van de Franse tijd. Inkwartiering van Franse en Pruisische soldaten, beschietingen vanuit Gorinchem en de strenge winter van 1814 - waarin de Pruisen al het hout uit de stad en omgeving slopen - laten de stad half verwoest achter.
In 1815 gaat Woudrichem officieel deel uitmaken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Deze waterlinie moet het westen van Nederland beschermen tegen indringers met behulp van inundatie (het onder water zetten van grote stukken land). Ten oosten van de vesting wordt daarom het inundatie-sluiscomplex in de Maasdijk gebouwd. Ook wat verderop, bij de Bakkerskil komt een dergelijke sluis te liggen: de Papsluis. Het zijn bijzondere sluizen: waaiersluizen. Deze kunnen tegen hoogwater in openen en staan dus altijd paraat bij dreigend gevaar.
Kringenwet en Vestingwet: opnieuw armoede
Als Woudrichem deel wordt van de Waterlinie, krijgt de stad te maken met de kringenwet. Deze wet schrijft voor dat het schootsveld (het gebied dat wapens kunnen bereiken) rondom een vesting vrij moet blijven. De bebouwing binnen de eerste 1000 meter vanaf de vestingrand komt daarmee aan banden te liggen, of is zelfs verboden. Dat maakt het voor de stad vrijwel onmogelijk om zich industrieel en daarmee economisch te ontwikkelen.
Woudrichem krijgt met nog meer veranderingen te maken. De vestingwet van 1874 beveelt alle vestingsteden om kazernes en loodsen te bouwen voor de troepen. Garnizoenssoldaten verblijven niet langer bij gezinnen, maar verhuizen naar kazernes. Voor de gastgezinnen vallen de vergoedingen voor kost en inwoning weg. Daarnaast werden de inkopen voor bijvoorbeeld de soldatenkeuken centraal geregeld. Zo verdween ook voor de middenstand van het stadje een grote bron van inkomsten. Woudrichem was arm en zou dat blijven tot na de Tweede Wereldoorlog.
Wereldoorlogen
De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) bracht Woudrichem niet veel meer dan een tijdelijke wasplaats (badinrichting) voor de gemobiliseerde soldaten en wat overlast van militaire oefeningen. Van het werkelijke oorlogsgeweld merkte het stadje, net als de rest van Nederland, niet veel. De stad werd wel in opperste staat van paraatheid gebracht. Ook vingen Woudrichem en de omliggende dorpen veel Belgen op, die op de vlucht waren geslagen voor de gevechten in hun land.
In de jaren ’30 verergerde de armoede in de stad: de visstand in de rivieren daalde tot een dramatisch laag niveau. Veel vissers raakten werkloos en de armoede veroorzaakte grote misstanden. Grote gezinnen woonden in te kleine huizen, die in veel gevallen ook nog eens in slechte staat verkeerden. Buiten de vesting mocht niet worden gebouwd: de Woerkumers konden geen kant op. Deze situatie duurde tot in de jaren ’50 van de vorige eeuw. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog bleven de leefomstandigheden van de vestingbewoners slecht. Alleen hun uitzicht veranderde: op 21 april 1945 bliezen de Duitse bezetters Korenmolen Nooitgedacht op, die de stad al sinds 1662 van meel had voorzien.
Pas toen in 1955 de militaire functie van de stad werd opgeheven kwam er verandering in de situatie van de Woerkumers. Er mocht weer gebouwd worden, de stad kon eindelijk gaan groeien.
Een geluk bij ongeluk
Van alle vestingsteden werd Woudrichem als één van de laatste van haar militaire verplichtingen ontslagen. Voor de Woerkumers veel te laat, maar voor ons nu een geluk bij een ongeluk. Steden die zich al in de 19e eeuw van hun vesting mochten ontdoen, vervingen die vaak door modernere bebouwing en infrastructuur. Maar in het begin van de 20e eeuw ontstond er weerstand tegen deze praktijken. In Naarden, dat in 1926 al toestemming kreeg om te “ontvesten”, ontstond voor het eerst protest tegen het afbreken van de vestingwerken - en daarmee tegen het afbreken van het karakter en het culturele erfgoed van de stad.
Ook in Woudrichem werden in de jaren ‘50 in eerste instantie plannen gemaakt waarin de vesting rigoureus op de schop zou gaan. Maar onder andere door de gebeurtenissen in Naarden, werden deze plannen gewijzigd en kwam er nieuwe bebouwing buíten de vesting.
De vesting van Woudrichem is in 1972 aangewezen als beschermd stadsgezicht. Sindsdien is ze ook grondig gerestaureerd en gestabiliseerd. Vandaag de dag bloeit Woudrichem weer en we kunnen er genieten van de echte ‘sfeer van toen’. Rust? Ja zeker. Maar saai? Echt niet!
2020: Woudrichem vanuit de lucht
Wandelen door vesting Woudrichem
Nieuwsgierig geworden naar dit mooie stadje? Maak een wandeling over de vestingwallen en door de vesting van Woudrichem. Met de stadswandeling die we voor je uitzetten, kom je langs alle belangrijke plaatsen in de stad.
Wil je echt álles te weten komen over de vesting en haar bewoners? Maak dan een wandeling met een gids van het stadsgidsengilde. Op deze pagina vind je meer inspiratie om Woudrichem verder te ontdekken.
Met dank aan Jos Korthout van het Stadsgidsengilde voor het delen van zijn uitgebreide kennis over ‘zijn’ Woerkum.
Meer lezen over de vesting van Woudrichem?
Vesting Woudrichem (Hollandse Waterlinie Erfgoed reeks) - Kees van Maastricht & Teus van Tilborg
Gaandeweg Woudrichem - Job Koekkoek
Urbanisation of former city fortifications in The Netherlands between 1805 and 2013 - G. A. Verschuure-Stuip & B. Labuhn
Heb jij ze al gezien?
Afgeknaagde stokken?
Bomen met knaagsporen?
Misschien zelfs een omgeknaagde boom?
De bever is terug in Nederland, en hoe. Nadat hij in 1988 in de Biesbosch en de Gelderse Poort werd uitgezet, is de populatie flink toegenomen. En de bever-hotspot van Nederland? Die ligt momenteel in de gemeente Altena, de Biesboschlinie dus. Tussen januari 2018 en eind september 2020 zijn bevers hier maar liefst 533 keer gezien.
Waterbouwkundige knagers
De bever is een groot knaagdier, dat het liefst in en rond het water leeft. Hij bouwt zijn eigen huis: de beverburcht. De ingang van die burcht ligt onder water, veilig beschermd tegen roofdieren. Is er geen water beschikbaar op de plek waar hij dat wil? Een bever gaat niet bij de pakken neerzitten. Met zijn scherpe, knaloranje voortanden knaagt hij takken af en bomen om, waar hij dammen mee bouwt. Met die dammen beïnvloedt hij de waterstand rondom zijn burcht. Hij verlegt de loop van beken en rivieren en legt zelfs zijn eigen meertjes aan. Dammen van 150 meter lang zijn geen uitzondering, er zijn zelfs beverdammen van 800 meter gevonden.
In Nederland vertoont de bever dit gedrag overigens niet. Ons land is waterrijk genoeg voor bevers om een veilige burcht te kunnen bouwen zonder eigen Deltawerken aan te leggen.
Familiedieren
Als bevers mensen waren geweest, hadden ze een rijtjeshuis, een baan van 9-5 en 1,7 kinderen per gezin gehad. Het zijn echte familiedieren. Bevers zijn monogaam en leven in hun burcht samen met hun jongen. Per dracht werpt de bever 2-6 jongen. De jonge bevers verlaten hun ouderlijk huis pas als ze na 2 tot 3 jaar geslachtsrijp zijn. Er wonen dus soms wel 10-20 dieren in één burcht. De beverburcht bestaat uit meerdere kamers. Een natte kamer, waar de bever zijn vacht kan uitschudden en een droge. Deze droge nestkamer ligt ongeveer 20 cm boven waterniveau.
Natuurbeheerders langs de rivieren
Bevers hebben een flinke invloed op de natuur in hun territorium. Ze verleggen niet alleen de loop van het water, door hun geknaag hebben ze ook een grote invloed op de biodiversiteit in het gebied. Ze eten graag bast, die ze van bomen knagen. De bomen overleven dat op de lange termijn vaak niet. Dode bomen trekken insecten en die insecten trekken op hun beurt weer vogels, zoals spechten. Dode bomen maken bovendien de weg weer vrij voor nieuwe begroeiing. Zo kan een beverfamilie in de loop van de tijd een stevige stempel op het landschap drukken.
Niet iedereen is daar overigens even enthousiast over. De bever bouwt waar hij wil, en dat kan wel eens op een plek zijn die voor mensen minder goed uitkomt. Zo besloot er één om in de Struikwaard jarenlang een loopbrug te bezetten met zijn burcht. Ook graven bevers soms gangen in dijken, die daardoor verzwakken. Maar over het algemeen is de komst van een bever goed nieuws voor de natuur.
Bever-hotspot Altena
In Altena wonen bevers in de Biesbosch en langs alle rivieren. Je kunt hun sporen tegenkomen in bijvoorbeeld de uiterwaarden Groesplaat en de Struikwaard. Een bever vinden tijdens een wandeling daar? Dat valt niet mee, want het zijn schuwe nachtdieren. Je kunt het best op zoek gaan naar afgeknaagde takken en knaagsporen op bomen. Misschien kun je wel zien waar hij gelopen heeft: zijn brede platte staart sleept over de grond bij het lopen en laat een duidelijk spoor achter.
Je geluk beproeven? Maak 's morgens vroeg of in de avondschemering een wandeling door de uiterwaarden. Wie weet heb je geluk, en zie je zo'n scharrelende knager in het echt. Verrekijker mee!
Wat prehistorische slakken met modern natuurbeheer te maken hebben - en hoe je daar in de Kornsche Boezem van kunt genieten.
Heb je ’s morgens vroeg je auto wel eens teruggevonden onder een laagje fijn Saharazand? Waarschijnlijk heb je er toen weinig aandacht aan besteed. Misschien heb je nog net gedacht: enik had hem net gewassen. Hier in Nederland is dat stof hoogstens een beetje hinderlijk. Maar wist je dat er in dit stof belangrijke mineralen voor de natuur zitten? En wist je dat het Amazone-regenwoud niet zou bestaan zonder deze ingevlogen mineralen?
Ver van mijn bed denk je misschien. Maar Altena heeft net zo’n wonderlijke, onzichtbare verbinding met een ander gebied ‘ver weg’: De Kornsche Boezem zou er heel anders uitzien zonder prehistorische slakken uit de Belgische Kempen.
Als je meer wilt weten over het ontstaan van de Kornsche Boezem en de verbinding met de Kempen, moeten we 12.000 jaar terug in de tijd. We gaan met reuzensprongen, dus hou je vast.
12.000 jaar geologie in 2 minuten
12.000 jaar geleden stond de regio Altena rechtstreeks in verbinding met de zee. Het gebied was een moerassige delta die regelmatig overstroomde. In die Delta ontstonden drie bodemsoorten: veen, hoger gelegen stroomruggen van zand en in de lager gelegen kommen zette zich klei af: komklei. Het was een ruig, onbewoond landschap.
Zo’n 5500 jaar geleden vestigden de eerste mensen zich op het eiland. Ze bouwden hun nederzettingen op de hoger gelegen zandgronden. Daar zaten ze hoog en droog, beschermd tegen overstromingen.
Middeleeuwen: dringen op het zand
Maar in de vroege middeleeuwen, zo rond het jaar 1100, groeide de bevolking. De zandgronden werden te krap, dus moesten ook de natte, lagergelegen gebieden worden ontgonnen. De middeleeuwers legden een stelsel aan van sloten, weteringen, boezems en dijken. De delta veranderde in een heuse polder: de Groote of Hollandsche Waard.
Wandelen in de Kornsche Boezem
De Kornsche Boezem is een klein maar fijn natuurgebied bij Dussen. Je kunt er genieten van bijzondere natuur: van oude grienden tot drassig hooiland met bijzondere plantensoorten als krabbescheer, dotterbloem en moeraskartelblad.
Het gebied is vrij toegankelijk voor wandelaars.
Let op! De Kornsche Boezem is een nat natuurgebied. Stevige schoenen of laarzen zijn geen overbodige luxe.
Je kunt parkeren net voorbij de Noordeveldse molen (Kornsche Boezemweg 4, Dussen).
Tweede St. Elisabethvloed: oorsprong van de Kornsche Boezem
De tweede Sint Elizabethsvloed (1421) en de overstromingen in 1423 sloegen grote gaten in de dijken. Dat betekende het einde van de Groote Waard. De getijden kregen weer vat op het land. Vooral in het westen van het gebied, bij het Hollands Diep, erodeerde het land door het in- en uitstromende water. Een nieuwe delta vormde zich. Die delta is er nog steeds: de Biesbosch.
Met nieuwe dijken en een nieuwe waterhuishouding werd het gebied daarna weer bewoonbaar gemaakt. Eén van de nieuwe boezems in deze waterhuishouding was De Kornsche Boezem.
We zijn er bijna: 1954, de ruilverkavelingswet
Na de Tweede Wereldoorlog was Altena nog altijd een erg nat gebied. Door de vele slootjes en kavels was het land versnipperd. Het land van een boer lag vaak verspreid over de hele regio. Als je effectief landbouw wilt bedrijven, heb je grote aaneengesloten stukken land nodig, waar één optimaal waterpeil ingesteld kan worden voor het gewas dat er groeit. De ruilverkavelingswet bood uitkomst: boeren ruilden hun kavels. Greppels en sloten werden gedempt en verplaatst. Zo kwam er ruimte voor efficiënte landbouw en veeteelt.
De ruilverkavelingswet regelde ook dat er ruimte voor de natuur moest blijven. In Altena werd de Kornsche Boezem aangewezen als natuurgebied. Midden in de snel veranderende polder werd in dit stukje natuur de tijd stilgelegd.
Daar zijn ze dan: prehistorische slakken
Terug naar de slakken. De Belgische Kempen en de regio Altena zijn zoals gezegd onzichtbaar met elkaar verbonden. Die verbinding zit alleen niet in overwaaiend stof, maar in grondwater. Het regenwater wat in de omgeving van Lommel-Neerpelt (B) de bodem inzakt, komt in het land van Heusden en Altena weer naar boven als Kwel: uittredend grondwater. Voordat het regenwater in kwel verandert, heeft het een reis van zo’n 30.000 jaar afgelegd. Het water reist niet alleen in slakkentempo, het filtreert onderweg ook door lagen zanderige rivierafzettingen met daarin veel kalk. Die kalk? Die komt van prehistorische slakkenhuizen en andere schelpen. Het kwel in het land van Heusden en Altena is daarom kalkrijk én ijzerrijk. Die mineralen zorgen voor een bijzondere flora en fauna.
Maar wat heeft dat met natuurbeheer te maken?
In de Kornsche Boezem wordt het waterpeil zorgvuldig beheerd met greppels, sloten, duikers en stuwen om kwel de ruimte te geven. Juist in dit gebied vind je dan ook bijzondere planten zoals krabbescheer, holpijp en waterdrieblad. Ook de beschermde heikikker en grote modderkruiper hebben het er goed.
En goed nieuws voor natuur: in september 2020 voegt Staatsbosbeheer een nieuw perceel toe aan de Kornsche Boezem. Tot nu toe had dit perceel een landbouwbestemming, maar nu wordt het weer ingericht als vochtig hooiland. Door het zorgvuldige natuurbeheer in de Kornsche Boezem kunnen we hopelijk tot in de verre toekomst in Altena blijven genieten van het werk van prehistorische slakken.
De Noordeveldse Molen
De Noordeveldse Molen is de laatst overgebleven van 7 poldermolens die vanaf 1470 de polder bij Dussen te bemalen. De Noordeveldse molen is de jongste van het stel, hij werd in 1795 gebouwd. De molen deed dienst tot 1962, daarna werd zijn taak overgenomen door stoom- en later diesel-schepradgemalen.
De wip-watermolen brandde in 1992 deels af, waarschijnlijk door brandstichting. Gelukkig kun je hem na een restauratie sinds 1997 weer bewonderen. Als de molen draait, ben je welkom!
Je vindt de Noordeveldse Molen aan de Kornsche Boezemweg 4 in Dussen
Van groepsschuilplaats tot vogelkijkhut
Je vindt ze verspreid door heel Altena: Kleine betonnen gebouwtjes met een dak in de vorm van een afgeplatte piramide. Ze staan soms op onverwachte plekken: midden in een boomgaard of een volkstuin. Anderen kijken eenzaam uit over het water. Wat zijn dit voor bouwwerken en waarom staan ze hier?
Géén bunkers
De blokken beton heten officieel “Groepsschuilplaats type P”. Van november 1939 tot april 1940 werden ze door Nederlandse Defensie aan de rand van de inundatievelden van de Nieuwe Hollandse Waterlinie gebouwd. Ze dienden als schuilplaats voor 12 militairen, maar zijn uiteindelijk nooit voor dit doel gebruikt.
De groepsschuilplaatsen zijn dus gebouwd door Nederlanders. Ze mogen daarom officieel geen bunker heten, want bunkers zijn Duitse bouwwerken. Een volksverhaal vertelt dat de materialen ervoor wél in Duitsland gekocht zijn.
Haken en poten
Als je de Schuilplaatsen type P in de Biesboschlinie wat nader bekijkt, vallen je 2 dingen op: ze staan vaak op betonnen poten en de daken zijn bedekt met haken.
Om bij de haken te beginnen: die waren bestemd om balken en takken in te hangen. Daarmee werd de aarden dekking op zijn plek gehouden. Deze dekking diende als camouflage en extra pantser.
De poten waren oorspronkelijk niet zichtbaar. In de afgelopen 80 jaar is het bodempeil op veel plaatsen gezakt door de ontpoldering. De palen zijn daardoor bloot komen te liggen. Je kunt aan de kazematten dan ook goed zien hóe ver de bodem is gedaald.
De meeste kazematten staan nog stevig op hun poten. Een enkeling, zoals in Werkendam, heeft zijn evenwicht verloren.
Kazematten in Altena
De Nieuwe Hollandse Waterlinie loopt dwars door de Biesboschlinie. Van Woudrichem tot Werkendam liggen de kazematten als een ketting door het landschap.
Wil je de kazematten bezoeken? Op onze wandelroute Rondje Fort Altena (±12,5 km) kom je er diverse tegen. Bij het fort is ook een kortere route beschikbaar.
Liever fietsen? Dat kan ook! Fiets dan vanaf Fort Altena via De Schans naar Werkendam, of slinger door de polder in noordoostelijke richting naar Woudrichem. En wie échte fietsbenen heeft, doet beide.
Van sta-in-de-weg tot vleermuizenhuis
Van de in totaal 700 Type P's langs de hele waterlinie, zijn er ongeveer 550 bewaard gebleven waarvan enkele tientallen in de Biesboschlinie. Als je op je zwerftochten door Altena goed om je heen kijkt, is dat grote aantal best bijzonder. Je zult zien dat de schuilplaatsen soms verschrikkelijk in de weg staan. Ze zijn ook geen visitekaartje voor 'Dutch Design'; het zijn met recht betonblokken te noemen.
Eén van de redenen dat zoveel van de groepsschuilplaatsen nog overeind staan, is dat ze bescherming moesten bieden tegen mortieren en granaten. Dát zou zeker gelukt zijn het er ooit op aan was gekomen. Toen na de oorlog geprobeerd werd ze te slopen, bleek dat geen gemakkelijke klus. Er zijn vele kilo’s springstof nodig om de dikke wanden te laten bezwijken. Gelukkig maar, want zo is een stukje Nederlandse geschiedenis intact gebleven.
If you can't beat them, join them, werd dan ook het motto. Veel van de schuilplaatsen hebben een alternatieve bestemming gevonden: van schapenschuurtje tot overwinterplaats voor vleermuizen.
Inmiddels is het grootste deel van de schuilplaatsen beschermd. Dat geldt in ieder geval voor die tussen fort Altena en Woudrichem. Ze horen bij de forten, en dat zijn rijksmonumenten.
Bezoek de Koepelkazemat
De Koepelkazemat in Werkendam ligt op een steenworp van Fort Altena is één van de 'bunkers' die een nieuwe bestemming hebben gevonden. De oorspronkelijke schietkoepel werd tijdens de tweede wereldoorlog al verwijderd, maar is vervangen door een nieuwe koepel. Vanuit deze koepel mogen alleen maar plaatjes geschoten worden: het is een vogelkijkhut!
Ecologische functie
Naast een historische en toeristische functie, hebben de kazematten ook een ecologische functie. Vleermuizen ontdekten de bunkers al snel als ideale overwinterplaats.
Om deze dieren ongestoord te laten slapen zijn een aantal van de schuilplaatsen voorzien van een deur met 'brievenbus'. Mensen kunnen er niet in, de vleermuizen kunnen er wel uit. In deze Type-P's tref je ook vaak een laag nat zand op de vloer aan. Vleermuizen houden van vochtige omgevingen en het zand helpt daarbij.
Het beton is daarnaast ook een goede ondergrond voor mossen en korstmossen. Er groeien soms wel 15 soorten mos op 1 bunker!
Meer lezen?
De stichting Piramides in de Polder heeft alle nog bestaande groepsschuilplaatsen Type P gefotografeerd en in kaart gebracht. Op hun website vind je een interactieve kaart waarop alle kazematten met historische en technische informatie vermeld staan. Ook verwacht de stichting in de loop van 2020 hun boek 'Piramides in de Polder' uit te brengen.
Lotte ondekt de kazematten
Op haar ontdekkingstocht door de Biesboschlinie bezoekt Lotte naast een molen ook een aantal kazematten. Beleef het mee in aflevering 1 van 'Lotte ontdekt de Biesboschlinie'.
Onze hartelijke dank gaat uit naar Hannie Visser-Kieboom - journalist, gids op Fort Altena en bestuurslid van het Waterschap - voor haar informatie over de groepsschuilplaatsen in de regio.
Dank aan Eddie Poppe van Stichting Piramides in de Polder, voor toestemming voor het gebruik van de overzichtskaart.
Verre reizen, eropuit in een andere regio: het is nog even niet verstandig. Maar woon je in de Biesboschlinie? Wat een geluk! Rust, ruimte, en volop gelegenheid om een frisse neus te halen. Ga op ontdekking in je eigen omgeving met deze wandelroutes en fietstochten.
Wandelroute: Wandelen rond Uitwijk
Een wandelroute van 7 kilometer door Uitwijk, Rijswijk en Giessen. Plukken in het Almbos mag! Onderweg kom je langs Fort Giessen, het meest zuidelijke fort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Download de wandelroute als PDF
Marianne Vos Fietsroute
Een fietsroute van 28 km langs authentieke boerderijen, monumentale kerktorens en natuurlijk langs kunstwerken die een eerbetoon voor Marianne Vos zijn. Nog energie over? Bij natuurgebied het Pompveld kun je afstappen voor een wandelroute van 6 km. Download de fietsroute als PDF
Wandelroute rond Nieuwendijk-Uppel
20 kilometer stevig stappen langs monumentale molens, Fort Altena en Fort Bakkerskil. Na deze wandeling kom je gegarandeerd uitgewaaid en ontspannen thuis. Download de wandelroute als PDF
Rondje Boerenland: fietsroute langs akkers en boerderijen
Een heerlijke fietstocht van 30 kilometer langs karakteristieke boerderijen, uitgestrekte akkers en stalletjes met kakelverse producten. Download de fietsroute als PDF
Stevig doortrappen: Een dijk van een fietstocht
Een ronde over de dijken van de Biesboschlinie. Tijdens deze fietstocht van 60 km heb je uitzicht over de Merwede, de Maas, het Heusdens Kanaal en de Bergse Maas. Ook fiets je langs 2 kreken in de Biesbosch: het Jeppegat en het Steurgat. Download de fietsroute als PDF
Wandelen rond Werkendam
Een wandelroute die je vanaf Fort Altena door de polders bij Werkendam enlangs de Boven Merwede voert. 10 kilometer wandelen in een weids waterrijk landschap, frisse neus gegarandeerd! Download de wandelroute als PDF
Smaakt dat naar meer?
Bekijk dan ook de andere wandelroutes en fietsroutes die het VVV voor je samenstelde. En heb je letterlijk trek gekregen? Koop dan lokaal een heerlijke picknick in, en steun de ondernemers in de omgeving.
De coronacrisis raakt ons, als land, als provincie, als individu. Alleen samen kunnen we het virus remmen, alleen samen kunnen we voor elkaar zorgen. Daarom lanceert Beleef Altena samen met VVV Biesboschlinie: #kooplokaalaltena
Koop lokaal!
Wist je dat heel veel ondernemers in Altena doorwerken? Stuk voor stuk hebben ze creatieve oplossingen gevonden om ook in tijden van social distancing hun diensten op een veilige manier aan te bieden. Horecagelegenheden veranderen in drive-in of afhaallocatie en allerlei producten worden verstuurd of zelfs thuisbezorgd - van boek tot dagelijkse boodschappen.
Contactloos, maar met een warm hart
Onze ondernemers zijn een grote steun in de rug van de bewoners van Altena. Kwetsbare mensen of mensen in isolatie hoeven er niet meer op uit voor hun benodigdheden. Maar ze helpen ook hun collega-ondernemers, bijvoorbeeld door inventaris over te nemen. Waar de Wereldwinkel dacht met de voorraad paaseitjes te blijven zitten, bezorgt Akkers van Altena deze nu samen met de rest van je boodschappen thuis.
Alleen samen
Laten wij ook onze ondernemers door deze lastige tijden heen helpen. Leesvoer? Tante Bethje brengt je nieuwe boek graag langs. Honger? Ontdek wat De Heerlijckheid of de Koppelpaarden op het afhaalmenu hebben staan!
Help elkaar, steun elkaar - dan komen we door social distancing dichter bij elkaar. Kijk voor het volledige overzicht van lokale winkels op Beleef Altena.