style="background-image:url(https://biesboschlinie.com/wp-content/uploads/2024/07/BIESBOSCHLINIE-FORT-GIESSEN-LOW-RES-17-e1721036355330.jpg);background-size: cover;" >

Natuurweetjes en archeologie in Fort Giessen

Prisca Visser is een fotograaf met een voorliefde voor het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij regelmatig op pad om verhalen vast te leggen. Deze keer krijgt ze een rondleiding door Fort Giessen. Ze ontdekt alle verborgen verhalen van het fort en bezoekt het educatiepark buiten op het terrein.

Al van jongs af aan ben ik gefascineerd door archeologische opgravingen. Hoe bijzonder is het om voorwerpen uit het verleden in de grond te vinden?! Ik ging graag naar musea waar in verlichte vitrinekasten spullen uitgestald lagen die mensen gevonden hadden. Munten met hoofden van heersers erop geslagen, potten en scherven van gebruiksvoorwerpen. Ik vond het allemaal prachtig. Naarmate ik ouder werd, kwamen er meer interesses bij. Zo deed ik een uitgebreide plantenkennis op en ontstond mijn liefde voor de natuur. Het kleinste plantje kan de meest krachtige werking hebben op lichaam en geest. Wildplukken is iets wat ik nog steeds graag doe tijdens wandelingen.

Gidsen bij Fort Giessen
Bord bij Fort Giessen
Natuur bij Fort Giessen
Gids bij Fort Giessen
Fort bij Giessen

Voor deze reportage kon ik beide interesses combineren, want ik bracht een bezoek aan het Fort bij Giessen! Net buiten het dorp Giessen is dit 'natuurfort' van het Brabants Landschap te bezoeken. Het fort behoort tot de Nieuwe Hollandse Waterlinie en sinds 2021 is het Unesco Werelderfgoed. In het gebouw zitten onder meer twee verenigingen gevestigd, Altenatuur en Archeo-Altena. De namen zeggen het al, Altenatuur is de natuurbeschermingsvereniging van Altena. Bij Archeo-Altena staat de archeologie centraal. De vrijwilligers van beide verenigingen hebben hun krachten gebundeld. Zij beheren het fort en verzorgen afwisselende activiteiten rondom het Fort bij Giessen. Ik had de eer om aan te mogen sluiten bij een rondleiding die gegeven werd. Als ik aan kom fietsen op het door bomen overschaduwde laantje word ik begroet door een toom kippen. Hun veren glanzen zacht in het gefilterde zonlicht. Het heeft geregend en een paar brutaaltjes gebruiken de ontstane plassen als drinkplaats. Binnen enkele minuten komen de gidsen van het fort aangelopen en wordt de poort voor mij geopend. Onder een dikke laag grond doemt het fort op. Door een dikke deur betreden we het fort. Binnen is het hierdoor een stuk koeler dan buiten! Langzaamaan druppelen de deelnemers van de rondleiding binnen.

Kippen bij Fort Giessen
Kanon bij Fort Giessen
Rondleiding bij Fort Giessen
Archeologische vondsten en de kruitkamer

De middag begint met de vertoning van een film. Als het geroezemoes van de groep in de gewelfde zaal verstomd is, start er op een groot scherm de introductie van het fort. Uitgebreid wordt ingegaan op de geschiedenis in de regio. Tussen 1914 en 1918 waren in heel Altena manschappen gestationeerd. Velen daarvan woonden jaren bij lokale inwoners in huis. Ook Fort Giessen zat in die tijd vol met soldaten van allerlei rangen en standen. Na de film wordt de groep verdeeld in ploegen en gaan we met eigen ogen bekijken wat er nog te zien is uit die tijd. Een kruitkamer met dikke muren waar het buskruit werd gewogen en in zakjes verdeeld. Het aantal gram bepaalde de schootsafstand van het kanon. Om de kruitkamer heen loopt een nauw gangetje. Hier liep iemand doorheen om de lichten aan te steken. Centimeters dik glas beschermde het kruit tegen overspringende vonken van de lampen. We zien de vergaderkamers voor officieren en de ruimte waar een apotheek en ziekenboeg was. Zieke soldaten moesten in quarantaine en hadden daarvoor hun eigen latrines die afgezonderd waren van andere soldaten. Privacy was er amper, de wc's zijn niet meer dan een houten bak met een rond deksel. Schotten houden het ergste zicht van je buurman weg, maar als je aan de dunne was, bleef dat niet lang geheim. Gids Hans van Archeo-Altena houdt stil bij een vitrine die een hele muur beslaat. Op de glazen planken zien we opgravingen uit de regio. Veel vuurstenen zijn er te zien, maar ook speelgoed van kinderen en crematieresten. De scherven en aardewerken potten zijn ook van de partij.

Trekpontje bij Fort Giessen
Met het pontje naar het educatiepark

Na de toer door het fort is het buitenterrein aan de beurt. Op de aarden wal naast het fort is een remise gebouwd, voor de deur staat een groot kanon. Dit geschutskanon dateert uit 1894 en is dus al ruim honderd jaar oud. Net als ik denk dat we alles gezien hebben, lopen we met de groep richting de struikgrens. Een verborgen trap naar beneden brengt ons naar de rand van het water. Met een heus trekpontje gaat de ploeg in kleine plukjes naar de overkant. Een beetje wiebelig stap ik 'aan boord'. Het is zaak om de mensen goed te verdelen over het vlot, anders kom je niet vooruit. Met twee man aan de touwen trek je jezelf naar de overkant.

Gelach klinkt op als we allemaal droog de overkant halen. Hier vind je het educatiepark van Fort Giessen. Mijn gids gaat uitgebreid in op wat er te zien is. Er is een groepsschuilplaats nagebouwd en op een heuvel is een luisterput ingegraven. Een soldaat hield de wacht of hij vijandelijke vliegtuigen aan hoorde komen. Was dat het geval, dan gaf hij een sein en dook zelf in de krappe put om te schuilen. Je moest geen claustrofobie hebben als soldaat!

Gids van Fort Giessen
Hondsdraf tegen de hoest

Lopend door het groene gras krijgen we ook veel uitleg wat hier te vinden is. Er wordt een blaadje van een klein, onbeduidend plantje geplukt en doorgegeven. Hondsdraf, ze bloeit met piepkleine blauwe bloemetjes. De plant heeft een geneeskrachtige werking en is nuttig bij klachten aan de luchtwegen. Gids Jaap van Altenatuur heeft een schat aan informatie achter de hand. Bij een bloeiende plant wordt aandachtig gekeken welke vlinders er actief zijn. De atalanta wordt gespot en er dwarrelen wat koolwitjes rond. Een paar mensen uit de groep plukken een handje van de eerste, paarse bramen. Heerlijk!

Ook voor kinderen zijn er leuke dingen te beleven. Zo zijn er dagen waarop ze met vuurstenen een koeienhuid kunnen schrapen, net zoals het er vroeger aan toe ging. Bij een wilgentenen hut leer je hoe je een vuurtje maakt door met vuurstenen vonken te slaan. En misschien nog wel het leukste, met heuse detectoren op zoek gaan naar oude munten!

Wil je een bezoek brengen aan Fort Giessen? Kijk dan hieronder wanneer de open dagen zijn. Uiteraard kun je ook op afspraak met een groep een rondleiding boeken. Buiten de openingstijden is het educatiepark te bereiken via het wandelpad rondom het fort.

- Open dagen Fort Giessen
- Kabouterroute Almbos. In het Almbos tegenover Fort Giessen is recent een kabouterroute uitgezet. Een leuk uitje om te combineren met kinderen.
- Fietsroute Smakelijke streek. Combineer een uitje naar het fort met deze fietsroute. Een route van 32 kilometer dwars door de polders en over de dijken, die je langs lokale landgoedwinkels en stalletjes voert.
- Wandelroute rondje Giessen. Of wandel een rondje door Giessen. Een route van 6,5 km die je langs de Wilhelminasluis, over de dijk en langs het Almbos laat gaan.

Tekst en foto's: www.priscavisser.nl. Hier vind je alle blogs van Prisca.

Prisca Visser is een fotograaf met een voorliefde voor het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij regelmatig op pad om verhalen vast te leggen. Dit keer verkent ze Woudrichem. Ze neemt een kijkje bij het varende erfgoed, beklimt de Martinustoren en krijgt een rondleiding met een stadsgids, luncht in een kazemat en ontdekt de leukste winkeltjes.

Omgeven door de sterke stromingen van drie rivieren ligt daar al decennialang de middeleeuwse stad Woudrichem. Regelmatig pak ik het pontje vanaf Gorinchem om dan snel door de vestingstad te fietsen. De aankomst met de pont bij Woudrichem is iedere keer weer een feestje. Of het nu mistig is of de zon net boven de horizon piept, de huizen, oude poort en deinende masten zijn iedere keer weer indrukwekkend. Deze keer neem ik de hele middag de tijd om Woudrichem zelf te bekijken.

Haven Woudrichem
Riveer pont bij Woudrichem
Haven Woudrichem
Varend erfgoed

Net buiten de stadswallen vind je de historische haven waar ik een begin maak. Deze haven bestond honderden jaren geleden al, maar ze raakte dichtgeslibd. Omdat we in de jaren 90 meer ruimte voor de rivier zochten, ontstond het plan om de historische haven in ere te herstellen. In 1998 was de haven van Woudrichem gereed. Nu liggen er prachtige oude schepen die je van dichtbij kunt bekijken. Vanaf de veerpont wandel ik over de Rijkswal. In het hoge gras is een wandelpad uitgesleten. Hier sta ik hoog boven de haven met mijn rug naar de huizen gekeerd. Er staat een straffe wind, ik hoor het door de tuigage van de masten fluiten. Vier, vijf, zes, ik tel minstens tien schepen beneden mij. Meer naar links liggen de kleine zalmschouwen keurig op een rijtje aangemeerd.

Het weer is onstuimig vandaag, de golven zorgen voor een aardige deining. Deze schepen zijn het varende erfgoed en de trots van de historische haven. Bijna allemaal zijn ze bewoond, een enkele heeft de haven van Woudrichem al vanaf de opening als ligplek. Eenmaal beneden wandel je langs museumscheepswerf D'n Huig. In de werfschuur is een werkplaats die je kunt bekijken. Volledig ingericht zoals dat er vroeger aan toeging, zeker een bezoek waard. Enkele tientallen meters verder kun je langs de historische schepen lopen. Op de kade hangen bordjes met een stukje geschiedenis over het betreffende schip. Sommige meer dan 100 jaar oud en nog steeds in gebruik! Eentje heeft zelfs flinke schade in de romp opgelopen tijdens de oorlog wat ik nog goed kan zien.

Uitgewaaid wandel ik terug naar het 'Woerkum' binnen de stadswallen. Opvallend hoe groen het hier is. Kleine geveltuintjes liggen er keurig onderhouden bij. Hortensia's voeren de boventoon met hun dieproze kleuren en verhogen de pittoreske sfeer in de smalle straatjes. Gevels leunen schuin tegen elkaar aan, het rode baksteen glinstert nog na van een regenbui.

Varend erfgoed in vesting Woudrichem
Zalmschouw in vesting Woudrichem
Varend erfgoed in vesting Woudrichem
Vesting Woudrichem
Vestingstad Woudrichem met de Martinustoren op de achtergrond
Stadswandeling met gids

Wil je de stad echt goed ontdekken, dan kan dat met een stadsgids. Woudrichem heeft een heus stadsgidsengilde! Deze groep mensen vertellen vanuit hun passie en kunde alles over hun geliefde stad. Ik heb afgesproken bij de St. Martinuskerk met Peter, stadsgids in hart en nieren. Samen beginnen we als eerste aan de klim van de Martinustoren om daarna een ronde door Woudrichem te lopen. Peter is een geboren Woerkummer en vertelt honderduit onderweg.

Tegenover de kerk is het Visserijmuseum gevestigd in het voormalige Arsenaal. In Woudrichem is nog veel te vinden over de visserijgeschiedenis van de stad. Kijk alleen al naar de straatnamen 'Spieringstraat, Vissersdijk'. Bij de geboortewoning van Peter maken we een wat langere stop. Hier stond vroeger een klooster. De poort en een deel van de muur zijn nu onderdeel van het huis ernaast. Iets waar je zo aan voorbij loopt als je hier niet bekend bent. Dat is het leuke van wandelen met een lokale gids, je ontdekt alle verborgen verhalen!

Stadsgids in vesting Woudrichem
Trappen in de Martinustoren in Woudrichem
Muurschildering in vestingstad Woudrichem
De Gevangenpoort in Woudrichem
Met liefde gemaakt

Terug bij de kerk nemen we afscheid en ga ik op zoek naar een plek voor de lunch. Verstopt in een voormalig kazemat zit Brasserie Zus. Als ik over de drempel stap, is het eerste wat ik zie een grote vitrine met allerlei soorten taart. Hier wil ik straks zeker iets van proberen. Binnen is het knus, de gebogen gewelven en het zachte licht geven je het gevoel dat je in het buitenland beland bent. Alles hier ademt geschiedenis. Omdat het al gezellig druk is binnen, kies ik een beschut plekje op het terras. Ik val voor de dikke boterhammen met een pittige bal gehakt en daarna natuurlijk de taart, een heerlijke citroen merengue variant. Esther is eigenaresse en is zo vriendelijk om even bij mij aan te schuiven. Ze vertelt over haar liefde voor het creëren van heerlijke gerechten. Alles op de kaart is zelfgemaakt en dat proef je!

Korenmolen Nooit Gedagt en Brasserie Zus in Woudrichem
Taart bij Brasserie Zus
Taart bij Brasserie Zus
Martinustoren in Woudrichem
Bezoek lokale ondernemers

De heerlijke maaltijd geeft energie voor een laatste ronde door de stad. Net boven Brasserie Zus vind je molen Nooit Gedagt. Hier kun je in de winkel je hart ophalen aan verse bakproducten. Bij goed weer mag je naar boven klimmen en heb je een prachtig uitzicht op de stad. Ben je inmiddels wel klaar met sightseeing? Woudrichem biedt genoeg leuke winkels om de middag te beëindigen met een rondje shoppen.

Bij boekenwinkel Tante Bethje kan ik mijzelf vermaken met het uitkiezen van een heerlijk boek voor de vakantie. Wordt het een roman of ga ik toch voor een boek over geschiedenis? Iedere keer tref ik hier weer boeken aan die ik nergens anders tegenkom. Schuin tegenover zit een winkeltje met allerhande naai en brei spullen. Buiten hangen mooie lappen stof uitgestald en staat er een mandje met handgemaakte etuis voor de verkoop. Uniek en een leuk souvenir om mee te nemen. Je steunt er ook nog eens lokale ondernemers mee. Fair van Ver zit een paar deuren verderop, hier vind je fairtrade producten en shop je leuke cadeauartikelen.

De VVV zit in hetzelfde pand gevestigd overigens. Boekjes met routes in de omgeving geven ze je graag mee. Wijd en zijd bekend is 'Oude Liefde', de volgende leuke stop. Gevestigd in een oud pand van meerdere verdiepingen raak je niet uitgekeken op alle antiek en leuke snuisterijen. Ik durf te wedden dat je niet met lege handen weer buiten staat. Nog meer moois shop je bij Dock 60. Hou je van kunst, dan is er in dezelfde straat een atelier gevestigd. Galeriehoudster Johanna verzorgt exposities van kunstenaars en is zelf ook een begenadigd kunstenares.

Korenmolen Nooit Gedagt in Woudrichem
Winkel in vesting Woudrichem
Bordje van wereldwinkel Fair van Ver
Winkelstraat in vesting Woudrichem

Kortom, Woudrichem is niet te onderschatten veelzijdig. Van cultuur snuiven naar lekker eten en shoppen. Voor ieder wat wils! Het lijkt mij een leuk idee om een bezoek te combineren met bijvoorbeeld Slot Loevestein. Met een klein voetveer vaar je van Woudrichem naar het slot aan de overkant. Veel gezelliger dan met de auto toch?! Meer oren naar cityhoppen, maak dan een rondje met de veerpont van Woudrichem naar Gorinchem. Dat het zeker een kwartier varen is, is een leuke bijkomstigheid!

Prisca Visser is een fotograaf met een voorliefde voor het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij regelmatig op pad om verhalen vast te leggen. Deze maand is het Meimaand Fietsmaand. Prisca fietst de route Smakelijke streek, een route van 32 kilometer dwars door de polders en over de dijken, die haar langs lokale landgoedwinkels en stalletjes voert.

De zon schijnt al voorzichtig door de nevel heen als ik met mijn fiets van boord stap bij het veer in Woudrichem. Het is nog vroeg, maar toch lopen er al wat mensen door de vestingstad. Al fietsend door Woerkum word ik zo nu en dan begroet met een vriendelijk 'mogguh'. Vandaag ga ik de smakelijke streek fietsroute door Altena afleggen. Een fietsroute van 32 kilometer die dwars door de prachtige polders en over dijken slingert. De route is zo gemaakt dat ik langs lokale landgoedwinkels en stalletjes bij de weg zal navigeren.

Door de prachtige polders
Het eerste stuk gaat door de gezellige straatjes van Woudrichem en langs de historische haven met Museumwerf D'n Huig. Al snel wordt de horizon breder en fiets ik over de dijk langs de uiterwaarden. Ik stap af bij de ingang van de Groesplaat en beklim de trap van de vogelkijkhut. Ik kan begrijpen dat je fantastisch vogels kunt spotten vanaf deze beschutte hoogte. Mijn fietsroute buigt af, het pittoreske Oudendijk in. Het doet nog slaperig aan, zo op de zaterdagochtend. Er passeert een enkele andere enthousiaste fietser. Het is de Meimaand Fietsmaand dus ik zal zeker veel medefietsers treffen vandaag. Langs de weg staat een frisgroen geverfd hokje met kippengaas voor het deurtje. 'Te koop, verse uitloop eieren' lees ik op het krijtbord. Er ligt inderdaad een doos met kakelverse eitjes, geld kan je deponeren in het bijbehorende blik. Na Oudendijk fiets ik naar Landgoed Kraaiveld. Tussen het groene gras van de prachtige polders liggen de restanten uit de oorlog. Ik fiets over het pad langs de bunkers en hoor de scherpe roep van de kievit. Meneer kievit heeft het op mij voorzien en maakt duikvluchten vlak over mijn hoofd. Ik denk dat hun nest in de buurt moet zijn, gauw doorfietsen maar. Op Landgoed Kraaiveld tref je een landgoedwinkel waar je doordeweeks je hart op kunt halen aan vers brood van bakker Hardeman, groenten van eigen grond en nog meer heerlijks. Buiten is een terras waar je uit kunt puffen naast de kippen, ondertussen kun je je fiets van stroom voorzien bij het oplaadpunt aan de muur.

Kopen in de korte keten
De wieken van de Uitwijkse en Zandwijkse molen draaien al vrolijk rondjes als ik aan kom rijden. Beide molens deden vroeger dienst om de polders te bemalen. Aan de zijkant is een groot waterrad te zien wat in beweging wordt gezet door het draaien van de wieken. Ik mag van de molenaar een kijkje nemen binnen. Het is klein en het hout boven mij kraakt door de kracht van de wind. Al ruim honderd jaar oud, en nog steeds in een goede staat. De molenaar geeft nog een demonstratie hoe het remmen van de wieken in zijn werk gaat. Met zijn hele gewicht hangend aan een dik touw zorgt hij ervoor dat de wieken tot stilstand komen. Knap staaltje vakmanschap! Er komen meer belangstellenden aan en ik fiets verder. Ineens voel ik nu zelf ook de wind door mijn wielen fluiten. Of zou ik er nu meer op letten? Ik wijk een klein stukje van de route af zodat ik bij de boerderijwinkel Uppel's weidevlees langs kan gaan. Aan de Bloemweg zie ik uit de verte al een vrolijk wapperende banner langs de kant staan. Het is een boerderij met voor de deur een gezellige zithoek. Op de tafels staan potten met uitbundig bloeiende bloemen. Een witte dubbele deur met vierkante ruitjes geeft toegang voor de kleine winkel. Binnen liggen de schappen vol met allerlei heerlijkheden en snuisterijen. Je ziet al snel waar het hier om draait, achterin de winkel staan grote koelvitrines die vol staan met prachtige stukken vlees. Het grootste deel is van eigen land, lokaler kopen in de korte keten wordt het niet.

Gulheid van bewoners
De eigenaresse heeft even een minuutje de tijd om samen een kop koffie te drinken met mij. Of ze de koffie ook verkoopt aan passanten? "Nee hoor, iedere bezoeker kan een kop koffie van mij krijgen. Melk en suiker erin?" vraagt ze terwijl ze bedrijvig rondloopt. Als stedeling ben ik niet anders gewend dan dat je grof geld betaalt voor een koffie onderweg. Met een beetje geluk mag je dan gratis gebruik maken van het toilet, terwijl dat soort dingen hier vanzelfsprekend zijn. De gulheid van Altena komt niet alleen van eigen bodem, maar zit ook verankerd in de mensen die de grond bewerken. Dat is mij wel duidelijk nu.

Fietsen voor je eten

Wie zich ook sterk maakt voor lokaal eten kopen is zogenaamde voorfietser Jacoline Peek-Hamoen. Ze beheert op de site van Fietsen voor mijn Eten Jacoline de pagina voor de regio Altena. Daarnaast onderhoudt ze een actieve Facebookpagina. Ik vroeg aan haar waarom het zo belangrijk is om te kopen in de korte keten. "Het is goed voor je gezondheid, en lekker! Je vindt bij stalletjes puur voedsel. Daarbij, je ontmoet de producent en die krijgt zo meer waardering voor zijn werk. Als je op de fiets langs de winkeltjes gaat zijn de beweging en buitenlucht extra fijn. Je ontdekt zo heerlijke en lekkere boodschappen in je buurt. Het aanbod is heel divers." Nou, met die buitenlucht en beweging zit het vandaag wel snor!

Vers van het land
Met een boog fiets ik weer terug naar de route en kom ik op de Provinciale Weg Noord uit. Deze volg ik een tijd en bij fietsknooppunt 56 rij ik een klein stukje door. Aan mijn linkerhand tref ik daar Wim en Co, een kraam waar je aardappels en uien kunt kopen. Voor een paar euro laad je je fietsmand vol met Frieslanders of Melody aardappels. Betalen gaat simpel via een QR-code. Een klein stukje verder op de route fiets je langs Hof van Heden. Een oogsttuin waar op biologische wijze de lekkerste groenten en fruit gekweekt worden. Ik zet mijn fiets in de schaduw en loop rond over de tuin. Er is een grote kas, bedden vol met nog kleine groenteplantjes en een heus ecotoilet. Bij een tuinhuisje staan plantjes te koop zodat je thuis zelf aan de slag kunt in de tuin. De aardbeienbedden staan vol in bloei, dat belooft veel goeds voor over een paar weken!

Honing van Landgoed Clootwijck
De weilanden wijken voor het dorp Almkerk. Hier maak ik een wat ruimere afwijking van de route, want ik wil dolgraag een bezoek afleggen aan Landgoed Clootwijck. In plaats van rechtsaf de Kerkstraat in te rijden, fiets ik rechtdoor de Woudrichemseweg op. Het landgoed is makkelijk te vinden, een statig hek staat uitnodigend open. Landgoed Clootwijck is veelzijdig. Je kunt er overnachten op de prachtige camping met uitzicht op de weilanden. Er zijn veel dieren, net als ik aan kom fietsen worden de duiven, eenden en kippen gevoerd. Jan Hak komt op mij toelopen met een lege emmer in zijn hand. Op de vraag of ik wat over zijn bekende honing te weten mag komen wijst hij naar de grote schuur. "Ga maar vast naar binnen, ik kom er zo aan!" De honing is afkomstig van de duizenden bijen die op het terrein rond zoemen. Jan heeft vanmorgen een bijenkast leeggehaald en laat mij de dikke raten zien. "Hier kan wel een kilo in zitten, tijdens de bloesemperiode vullen bijen dat in een paar dagen!" Op houten planken staan de gevulde potjes honing voor de verkoop. Buiten loop ik nog even langs de rij bijenkasten. Imposant om al die bijen continu af en aan te zien vliegen!

Langs rivieren en door dorpjes
Om weer terug te keren naar de oorspronkelijke route fiets ik over de Koppel, langs de Koppelhoeve. Inmiddels is het middaguur aangebroken en staan de fruitbomen te zinderen in de zon. Ik hoef amper gebruik te maken van navigatie, de bordjes met routenummers zijn onderweg goed te volgen. Het mooiste stuk is langs de rivier de Alm. Fluitenkruid omzoomt het smalle fietspad dat het water een tijdje volgt. De bomen geven schaduw en mooie doorkijkjes op de prachtige polders. Mijn fiets brengt mij bij Uitwijk waar ik een kijkje neem bij Landgoed de Enghoeve. Naast een paar kakelende kippen is een klein tuinhuisje te vinden. Hier kan je ook weer verse groenten en fruit scoren. De fietsmand wordt steeds meer gevuld! Buiten staan nette rijen met kleine plantjes die je kunt kopen. Ik ontdek goudbessen, die zijn zeker de moeite waard om te proberen thuis. Na de Enghoeve voert de route verder langs het Pompveld. Het is drukker geworden, er hangt een gemoedelijke sfeer tussen de fietsers. Iedereen begroet elkaar valt mij op. Een tractor pruttelt tussen de rijen aardappelplanten door.

Geitenijs als traktatie
Lekker Gemekker is een geitenboerderij aan de Middenweg. Je hoeft er maar een heel klein stukje voor van de route af te wijken. Ik heb veel gehoord over het heerlijke ijs wat je daar kunt kopen, dus ik ga langs bij ze. Een hond slaat aan als ik het pad oprijd. Het is even zoeken welke deur ik moet hebben. Vriendelijk word ik te woord gestaan door de boerin. "Ja, al het ijs wat we hebben, wordt gemaakt van eigen geitenmelk. Behalve het sorbetijs natuurlijk, daar zit geen melk in." Er staan grote vriezers vol met bakjes ijs. Ik zie citroen, karamel-zeezout en pistache. De keuze valt uiteindelijk op een bakje cookies ijs. Ik tref het, de geiten zijn begonnen met lammeren en ik mag een kijkje nemen bij de pasgeboren geitjes. Onder een paar warmtelampen liggen de nog wankele diertjes. Zo pril dit nieuwe leven!

Woudrichem aan de horizon
Algauw laat ik nu de polders en landerijen achter mij en fiets ik over de dijk. Het blauwe water van de Afgedamde Maas schittert onder de zon. Mensen zijn duidelijk aan het genieten van de mooie omgeving. Ik zie pleziervaart en tref veel fietsers op de dijk. Een lokale ondernemer maakt er handig gebruik van. Langs de weg staat een stalletje met bossen pioenrozen te koop. Een vrolijk gestreepte parasol met linten houdt de tere bloemen uit de zon. De route meandert verder over de dijk en maakt uiteindelijk een scherpe bocht de Struikwaard in. Dit is duidelijk een geliefde fietsroute. Koeien staan kalm te grazen in de polder beneden mij. Alles is zo groen en rustig hier. Voor ik het weet nader ik mijn eindpunt Woudrichem. Hier kun je nog een bezoek brengen aan korenmolen Nooit Gedagt waar je bloem en meel kunt kopen. Voor mij zit deze route erop. Het was niet alleen mooi onderweg, maar ik merk ook dat het een voldoening geeft om producten direct bij de boer te kopen. Zo heb ik meerdere mensen gesproken die de stalletjes langs de weg beheren. Ik leerde over hun werkwijze en over hun producten. Ook weet ik dat mijn geld direct bij de boer terechtkomt! Een investering in mijzelf en de lokale economie.

Wil je dezelfde route fietsen als Prisca? Hieronder vind je alle links.

- Fietsroute Smakelijke streek
- Facebookpagina Fietsen voor m'n eten Altena. Volg onze voorfietser in de regio Jacoline Peek-Hamoen op Facebook. In de besloten groep worden nog meer lokale adressen en tips met elkaar gedeeld.
- Website Fietsen voor m'n eten Altena
- Wandel door de Akkers van Altena. Bekijk de wandeling van vorig jaar speciaal voor de Week van ons Eten.

Ben je geïnteresseerd in het kopen van eten in de korte keten? Zet dan 5 tot en met 12 oktober in je agenda. Die dagen vindt de 'Week van ons Eten' plaats.

Tekst en foto's: www.priscavisser.nl. Hier vind je alle blogs van Prisca.

Prisca Visser is een fotograaf met als voorliefde het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij regelmatig op pad om verhalen vast te leggen. Deze maand ontdekt ze de sporen van de Koude Oorlog en krijgt een rondleiding op Fort Altena.

De oorlog die maar geen oorlog wilde worden, maar wel zorgde voor enorme spanningen en de angst bij burgers voor een Derde Wereldoorlog. De periode tussen 1945 en 1991 noemen we ook wel de Koude Oorlog. Hoe zat het ook alweer? Na het einde van de Tweede Wereldoorlog ontstond er een soort machtsvacuüm. Grootmachten zoals Duitsland, Frankrijk en ook Engeland hadden een behoorlijke klap gekregen. Daardoor kwamen de VS en de Sovjet-Unie tegenover elkaar te staan. Tussen deze partijen zaten enorme verschillen in het toekomstbeeld en beleid van bevrijde gebieden en dat zorgde voor wrijvingen. Duitsland raakte opgesplitst en in 1961 ontstond het IJzeren Gordijn om te voorkomen dat er mensen vanuit Oost-Duitsland zouden overlopen richting het westerse gedeelte. In Berlijn werd een muur gebouwd. Als antwoord hierop werd de NAVO in het leven geroepen. Een alliantie tussen westerse landen om een vuist te kunnen vormen tegen het Oostblok. En die NAVO zette een enorme geheime operatie op. De stay behind operatie Gladio. Honderden burgers waren betrokken bij dit verzet tegen het Oostblok. Mocht het komen tot een inval, dan waren we in ieder geval voorbereid. Wat deze operatie te maken heeft met Altena, ga ik je in dit artikel laten zien.

Om een groot leger de Boven-Merwede snel over te laten steken, was er een brug nodig. Bedenk dat de Gorkumse brug er toen nog niet was! De NATO gaf in 1954 opdracht om een soort noodbrug te bouwen. Aan beide kanten van de rivier werden enorme betonnen pijlers gebouwd. Op het moment dat het nodig zou zijn, kon het leger in mum van tijd een brug eroverheen leggen. Deze constructie heet een baileybrug, eigenlijk is het een bouwpakket van elementen. Bij de dijken in Sleeuwijk en Gorinchem werd aan beide kanten een paar honderd meter brug gebouwd, met ertussen een drijvend brug-gedeelte. De pijlers van deze NATO-brug zijn nog altijd te zien aan de kant van Sleeuwijk. Op een frisse, maar zonnige ochtend ga ik een kijkje nemen bij deze overblijfselen uit de Koude Oorlog.

Een smal pad voert de dijk af en slingert het natuurgebied de Sleeuwijkerwaard in. Het duurt niet lang of ik kom de eerste pijler al tegen. Een machtig betonnen bouwwerk, middenin het groen. Best indrukwekkend. Ik tel elf stuks, de laatste staat op een hellend strandje aan de rivier. Sommige zijn overwoekerd door de natuur, anderen zijn goed te bekijken. Als zo'n brug eenmaal opgebouwd werd, kon het enorm veel hebben. Zware vrachtauto's, militaire voertuigen... het maakte allemaal niet uit. Uiteindelijk zwakte de oorlogsdreiging af en is de NATO-brug nooit daadwerkelijk in gebruik genomen. Wel weten we dat hij ook nog een keer getest is. Dus hier heeft zeker een brug gelegen en dat is helemaal niet zo lang geleden als je denkt!

Een baileybrug was eigenlijk een Ikea-pakketje. Al deze losse onderdelen moesten ergens in de buurt worden ondergebracht. Daar vond het leger wat op. Op schootsafstand lag het Fort aan de Uppelsche dijk. Op het terrein was genoeg ruimte en werden drie grote loodsen gebouwd. Deze zogenaamde 'Mob loodsen' herbergden waarschijnlijk de brug onderdelen en ander oorlogsmateriaal, zoals munitie en legertrucks.

Daar bleef het niet bij. Het fort zelf werd in gebruik genomen voor een hele geheime operatie. Vandaag heb ik afgesproken met Arie Schouten, die gids is in fort Altena en mij hier meer over gaat vertellen.

Een stevige handdruk en een grote lach breekt door op zijn gezicht als Arie mij welkom heet in het horecagedeelte van fort Altena. Vroeger heette dit "het fort aan de Uppelse dijk", gaat hij gelijk van start. "Het ronde gedeelte werd als eerste gebouwd, het zogenaamde torenfort. In 2001 werd Brabants Landschap eigenaar, toen ze de sleutels overhandigd kregen van defensie, ontdekten we hier een aantal eigenaardigheden. Kom maar mee, dan laat ik het je zien". We lopen het daglicht in richting het grote, cirkelvormige gebouw wat in het midden van het fort ligt. Een doorgang geeft toegang tot een kleine ronde binnenplaats. Via een glazen deur lopen we een kleine ruimte in. Meerdere deuren volgen, ieder geeft toegang tot unieke kamers. "Kijk, hier kan je goed zien dat er een betonvloer in is gestort", vertelt Arie verder. "Die vloer is veel recenter gemaakt dan de aanleg van het fort zelf. Ook troffen we electriciteit, telefoonaansluitingen en zelfs tl-verlichting aan! In de tijd van de Koude Oorlog was dit een basis voor de stay behind operatie Gladio. Berichten werden hier verzameld, gegevens opgeslagen en informatie doorgespeeld via de telefoon. Kijk maar eens goed naar de deuren. Dit past helemaal niet bij een oud fort". Ik zie typische jaren zestig deurklinken, de ronde vormen, de kleur. Het zou zo in een woning van vijftig jaar geleden passen. Maar om dit aan te treffen in een oud fort? Nee, dat had ik niet verwacht. "We hebben nog veel vragen, gaat Arie verder. Of we dat ooit te weten gaan komen? Ik heb geen idee. Alle documenten die hiermee te maken hebben, zijn nog steeds niet openbaar; dit archief is gesloten door de overheid.

Er is nog iets wat ik moet zien. Buiten op het terrein, vlak naast het fort ligt een oude schietbaan. In het gras heeft Arie twee vierkante tuintegels neergelegd. "Dat zijn de 50 en 100 meter afstanden", vertelt Arie geestdriftig verder. In een betonnen kelder zaten een paar mensen die de schietdoelen op en neer konden bewegen. Was er geschoten, dan haalden ze het doel naar beneden en gaven door aan de commandant wat de resultaten waren. Geen prettig karweitje, als je daar beneden zat konden de kogels je om de oren vliegen. Wellicht was het soms ook wat saai, want we zien meerdere inkervingen in een houten balk. '18 Maart '55', kan ik met moeite ontcijferen. Bij de geheime operatie Gladio waren burgers betrokken. Die moesten kostte wat het kost hun mond houden, zelfs hun gezinsleden wisten vaak van niets. Om deze mensen te trainen in het gebruik van vuurwapens werd er wellicht gebruik gemaakt van deze schietbaan. 

Na verloop van tijd heeft de politie hier ook nog geoefend, totdat het Brabants Landschap twintig jaar geleden de verantwoordelijkheid kreeg over het fort. De Berlijnse muur was gevallen, de dreiging uit het oosten verdween.

Afgegraven wallen werden in ere hersteld, daarom moesten twee Mob loodsen gesloopt worden. De derde was in goede staat en wordt nu gebruikt voor evenementen. Het fort kreeg de naam 'Fort Altena'. Vrijwilligers zoals Arie geven regelmatig rondleidingen en kunnen je enthousiast uitleg geven over alle geschiedenis die hier te vinden is.

Wil jij ook de restanten van de baileybrug bekijken en een rondleiding krijgen door Fort Altena?

Op 20 en 21 april is het Weekend van Verdedigingserfgoed, Fort Altena is beide dagen open om te bezichtigen, de gidsen staan voor je klaar.

- Rondleiding Fort Altena, boek een rondleidingen op Fort Altena. De brasserie is geopend op vrijdag, zaterdag en zondag van 10.30 tot 17.00 uur. Check altijd van tevoren even de website voor eventuele aangepaste openingstijden.
- Sleeuwijkerwaard, wandel door de Sleeuwijkerwaard waar je de restanten van de baileybrug vindt. Parkeren kan bij Brasserie Boven de Rivieren.
- Boven de Rivieren, na een flinke wandeling, kun je heerlijk lunchen bij de brasserie. Geopend van woensdag tot en met zondag van 11.00 tot 23.00 uur.

Tekst en foto's: www.priscavisser.nl. Hier vind je alle blogs van Prisca.

Prisca Visser is een fotograaf met als voorliefde het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij regelmatig op pad om verhalen vast te leggen. Ze ging langs bij het graf van Jan Claesen en vertelt ons alles wat je moet weten over een bezoek aan de omgeving van Andel. Een verhaal vol volksverhalen, Kaaie Poale, maar ook een beeld dat in de nieuwjaarsnacht van 1980 gestolen werd.

Als een dorp al eeuwenlang bestaat, kan het niet anders dan dat er oude volksverhalen ontstaan. Deze legendes of sagen werden doorgegeven van vader op kind. Bedenk dat er nog geen social media of tv was om je te vermaken. Vaak was er zelfs te weinig licht 's avonds om nog te kunnen lezen. Na de avondmaaltijd kruipt het gezin bij het vuur en worden er verhalen verteld. Tot ieders vermaak werden deze sages na iedere overlevering net iets spannender en fantasierijker. Een van deze volksverhalen draait om een figuur die tegenwoordig bekendheid heeft gekregen als poppenkastpop en door een liedje van Rob de Nijs. Ik heb het over Jan Claesen!

Jan Claesen zou trompetter zijn geweest in het leger van prins Frederik Hendrik. Deze prins was een zoon van onze Willem van Oranje en zijn leger nam het op tegen de Spaanse bezetters. Voor zo'n leger waren heel veel soldaten nodig. Nu had Jan het niet zo op geweld en vechten, maar gelukkig kon hij trompetter worden. Met een grote, rode veer zwierig op zijn muts, blies hij iedere avond de taptoe in het legerkwartier. Tijd voor de waard om de tap toe te doen en de soldaten naar hun brits te sturen. Dit leventje beviel Jan Claesen wel. Maar toen kwam het daadwerkelijk tot een veldslag! Jan moest met zijn getrompetter de Spanjaarden afschrikken. Al die ellende op het slagveld, Jan Claesen was er niet geschikt voor. Volgens de overlevering verliet hij het leger en ging samen met zijn vrouw Katrijn door het land reizen met een poppenkastvoorstelling. Want andere mensen vermaken kon Jan als de beste.

Hoe het verder ging met Jan Claesen weten we niet. Ik zie zo voor me dat hij samen met Katrijn een hoop avonturen beleefde door het land. Van jaarmarkt naar paardenmarkt, genoeg plekken waar ze konden neerstrijken met hun poppenkastvoorstelling. Totdat de naam van Jan Claesen weer opduikt in de geschiedenis. Op de begraafplaats bij de Romboutstoren in Andel is een grafzerk te vinden met Jan zijn naam erop. En dat niet alleen, er wordt in ferme bewoordingen omschreven hoe Jan Claesen om het leven kwam. Vermoord door 'ene van Breda en zijn groep', op donderdagavond 5 oktober rond zonsondergang. Zou het gaan om dezelfde Jan Claesen uit het liedje van Rob de Nijs? De Jan die geen geld had, geen held was, maar wel trompetter in hart en ziel? Zeker weten zullen we het nooit, maar dat is het mooie aan oude volksverhalen.

Op een zonnige voorjaarsdag gaat Prisca een bezoekje brengen aan het graf van Jan Claesen. De Romboutstoren is een restant van de kerk die het vroeger was. Alleen de imposante stenen toren, een stuk van de muur en een kapelletje staan er nog. Dat de toren volledig van steen is gemaakt in die tijd, is zeer uniek in deze regio. Het grasveld voor de toren is bedekt door de paarse en gele krokussen. Om het graf van Jan Claesen te komen moet je linksom de toren lopen, bordjes geven de route aan. Het lijkt hier wel wat stiller, of is dat maar een gevoel? Het ijzeren hek piept als ik het langzaam openduw, de kiezels knerpen onder mijn schoenen. Beschut tegen het stenen muurtje ligt een grote platte steen, met de inscriptie dat hier inderdaad Jan Claesen moet liggen.

Voor de Romboutstoren in Andel staat een kunstwerk met Jan Claesen afgebeeld als trompetter. Over een ander beeld van Jan Claesen is veel te doen geweest. Dit beeld staat niet in Andel, maar voor het visserijmuseum in Woudrichem. Deze gedetailleerde weergave van een trompetter uit het leger werd in 1977 aangeboden door de Rotary Club. In het rumoer van nieuwjaarsnacht in 1980 werd dit beeldje gestolen. Bij daglicht werd zichtbaar dat alleen de sokkel er nog stond! De gemeente van Woudrichem ontving een brief waarin stond dat Jan Claesen in Andel thuishoorde. Bij de begraafplaats in Andel stond een bord met de tekst 'Jan hoort hier'. Het beeld werd later teruggevonden in Andel en weer in ere hersteld op het plein voor het visserijmuseum, waar het mannetje sindsdien parmantig weer en wind trotseert.

Mocht je het graf van Jan Claesen en de Romboutstoren willen bezoeken, dan kun je dat goed combineren met nog een paar historische plekken in de omgeving. Onderaan de dijk is nog een kerk te vinden met een bijzonder verhaal. In de volksmond heet deze kerk 'De Blaauw Kerk', en dat heeft een reden. Als je nu voorbij wandelt, is er niets te zien wat wijst op een blauwe kleur. Dat was rond 1851 wel anders. Er werd een stuk bijgebouwd aan de kerk, en de hele buitenboel kreeg een frisse pleisterlaag. Door een foutje van de aannemer in het mengsel kreeg na een tijdje de kerk een blauwe kleur! Inmiddels is dat hersteld en jammer genoeg niets meer van te zien.

Op de Hoge Maasdijk zelf heb je een schitterend uitzicht over de Afgedamde Maas. In een scherpe bocht staat het oude veerhuis 'De Zwaan'. Vanaf hier werd er gevaren naar Rotterdam en Den Bosch. Het huis fungeerde tijdenlang als herberg voor mensen die over wilden varen. Het huis is gebouwd in 1632, wat betekent dat Jan Claesen er zeker langs gelopen zal zijn, aangezien zijn sterfdatum pas is in 1634. Boven de deur hangt nog een schitterend oud bord wat verwijst naar de vroegere functie. Inmiddels is het een woonhuis en gemarkeerd als rijksmonument. Een klein, rond bordje vertelt mij dat zelfs Napoleon Bonaparte hier overnacht heeft!

Wandel of rij je nog verder de dijk af, dan vind je aan je linkerhand twee oude, grijze palen in de wegberm. Dit zijn de grenspalen die vroeger de scheiding aangaven tussen Altena en Heusden. In lokaal dialect zijn dit de 'Kaaie Poale'.

Hieronder kun je een route downloaden die je door Andel voert. Je loopt daarbij ook langs fort Giessen. Mocht je de grenspalen en het veerhuis willen zien, dan moet je de Hoge Maasdijk verder volgen richting Veen. Een extra rondje van 3 kilometer, maar ik kan je vertellen, dat is geen straf in deze mooie omgeving!

Wil jij ook in de voetsporen treden van Jan Claesen? Hier vind je leuke tips:

- Wandelroute 'Rondje Andel', deze wandeling start bij de Wilhelminasluis. Langs de provinciale weg loop je richting Giessen om via Fort Giessen richting Andel te wandelen. Eenmaal op de Hoge Maasdijk heb je een prachtig zicht op de rivier. Het graf van Jan Claesen vind je op de begraafplaats bij de Romboutstoren in Andel.
- Spar Food Club, Burgemeester van der Schansstraat 18 in Andel. In de Spar kun je terecht voor een heerlijk ontbijt, lunch of een snelle hap. Ze zijn van maandag tot en met zaterdag geopend van 8.00 tot 20.00 uur.
- Er is een boek geschreven: Jan Claesen de trompetter. Dit is te koop bij Drogisterij Verbeek, Beatrixstraat 23 in Andel.

Wist je dat de gebouwen in Andel heel ver terug in de tijd gaan? Het opvallendste gebouw is de Romboutstoren, met een karakteristieke bakstenen torenspits. Deze dateert ergens uit de 14e eeuw. De kerk in Andel kent ook een lange geschiedenis en is waarschijnlijk net voor 1300 gebouwd.

Tekst en foto's: www.priscavisser.nl. Hier vind je alle blogs van Prisca.

Het Weekend van het Verdedigingserfgoed staat voor de deur! Tijdens de Biesbosch Fortentocht kun je terecht bij onderstaande afstappunten. Bekijk op deze pagina een overzicht van alle activiteiten dit weekend. Kom langs op het Biesbosch MuseumEiland, beluister het hoorspel op Fort Bakkerskil, ontdek Fort Giessen of krijg een rondleiding op Fort Altena. Er is genoeg te doen!

Fiets de Biesbosch Fortentocht en stap onderweg af om mee te doen aan leuke activiteiten. Ga bijvoorbeeld torenklimmen, of bezoek een van de exposities.

Alle knooppunten op een rij, inclusief leuke stops: Startpunt Fort Bakkerskil (Kildijk 143, Nieuwendijk) - 20 - 14 - 12 - 22 - 10 - 29 - 15 - 18 - 16 - 21 - 22 - 20 - Biesbosch MuseumEiland - 08 - 02- 04 - 27 - 11 - 10 - 22 - 30 - 23 - 80 - 31 - 78 - 32 - Woudrichem - 33 - 74 - 71- 41 - Fort Altena - 40 - 25 - Einde Fort Bakkerskil (natuurlijk ook andersom te fietsen!)

Zaterdag 20 april

Fort Altena: rondleidingen, van 10.30 – 17.00 uur. De brasserie is dan ook geopend voor een kopje koffie met appelgebak, een lunch of een borrel met bittergarnituur.
Woudrichem: Martinustoren klimmen, van 13.00 – 15.30 uur.
Visserijmuseum: waar je een steur ontmoet, waar oude ambachten herleven en de visserijgeschiedenis van Woudrichem bewaard blijft. Het Visserijmuseum is open van 13.30 – 16.30 uur.
Fort Bakkerskil: het fort is bij mooi weer geopend voor lunch, koffie met gebak of een lekkere borrel. Beluister het QR-hoorspel.
Biesbosch MuseumEiland: bezoek het Biesbosch MuseumEiland, buitenmuseum de Pannekoek of bekijk de expositie 'Thomas van Heck, de schilder van de Biesbosch'. Geopend van 11.00 tot 17.00 uur.
Fort Giessen: Archeologie dag. Ontdek het fort alleen of met een gids. Er zijn presentaties over de mooiste archeologische vondsten en over botten van dieren uit het verleden. Ook zijn er allerlei activiteiten voor kinderen. Geopend van 10.00 tot 16.00 uur.
Sleeuwijkerwaard: bezoek de restanten van de baileybrug uit de Koude Oorlog. Onze verhalenverteller Prisca Visser schreef hier een blog over.
Gorinchem: Bezoek de vestingdriehoek en ontdek wat ze in Gorinchem allemaal doen dit verdedigingsweekend.

Zondag 21 april

Fort Altena: rondleidingen, van 10.30 – 17.00 uur. De brasserie is dan ook geopend voor een kopje koffie met appelgebak, een lunch of een borrel met bittergarnituur.
Fort Bakkerskil: het fort is bij mooi weer geopend voor lunch, koffie met gebak of een lekkere borrel. Beluister het QR-hoorspel.
Biesbosch MuseumEiland: bezoek het Biesbosch MuseumEiland, buitenmuseum de Pannekoek of bekijk de expositie 'Thomas van Heck, de schilder van de Biesbosch'. Geopend van 11.00 tot 17.00 uur.
Visserijmuseum: waar je een steur ontmoet, waar oude ambachten herleven en de visserijgeschiedenis van Woudrichem bewaard blijft. Het Visserijmuseum is open van 13.30 – 16.30 uur.
Sleeuwijkerwaard: bezoek de restanten van de baileybrug uit de Koude Oorlog. Onze verhalenverteller Prisca Visser schreef hier een blog over.
Gorinchem: Bezoek de vestingdriehoek en ontdek wat ze in Gorinchem allemaal doen dit verdedigingsweekend.

Prisca Visser is een fotograaf met als voorliefde het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij regelmatig op pad om verhalen vast te leggen. Deze keer neemt ze een kijkje bij het knotten van de wilgen in natuurgebied de Pannekoek in de Biesbosch en gaat ze daarna op bezoek bij mandenmaker Versteeg in Wijk en Aalburg.

Het is een mooie dag in januari als ik de dijk afloop, het buitengebied de Pannekoek in. In de verte hoor ik een mannenstem zingen en tussen de bomen door zie ik oranje werkjassen schemeren. Vandaag ga ik het spoor volgen van de wilg, misschien wel de meest voorkomende boom in dit gebied. Wilgen worden in de winterperiode gesnoeid, oftewel 'geknot'. Bas is één van de werkers die verantwoordelijk is voor het knotten. "Eens in de drie jaar worden de lange takken van de wilg afgezaagd" vertelt hij. "We hebben dit stuk gebied opgedeeld in drie percelen. Dit stuk knotten we nu, de andere volgend jaar en het achterste deel hebben we vorig jaar gedaan." De andere mannen komen erbij staan. "Het is gezellig werken zo met elkaar, en prachtig in de natuur. Maar het kan ook een flinke uitdaging zijn met storm en regen. Het fijnste werken is als het een beetje gevroren heeft, dan loop je prettig over de bevroren ondergrond." Na een praatje gaan ze weer verder aan het werk. De bossen gezaagde takken worden over de smalle paadjes gesleept en aan de overkant van een greppel opgestapeld. Ik kan goed zien dat de takken vaak schuin afgezaagd worden. Bas vertelde mij net dat dat gedaan wordt om te voorkomen dat de wilg gaat rotten door stilstaand water in een zaagwond. Als de stapel takken hoog genoeg is, komt er een dik touw omheen. Nadat alle wilgen gesnoeid zijn, worden de takken opgehaald met een vrachtwagen om verwerkt te worden. Maar voordat ik verder ga, wil ik eerst terug naar de oorsprong, en de perfecte plek daarvoor is het Biesbosch MuseumEiland.

Het Biesbosch MuseumEiland is al een plaatje om te zien aan de buitenkant. Bedekt door een dikke laag grond lijkt het op een enorme, verscholen wildkijkhut. Maar niets is minder waar. Als ik door de deur naar binnen loop, valt mij direct op hoe licht en ruim het is. De plafonds zijn hoog, en de minimalistische inrichting zorgt ervoor dat de nadruk ligt op het schitterende uitzicht aan de achterkant van het gebouw. Er hangt een geur van koffie en er klinkt een zacht geroezemoes. Vandaag heb ik afgesproken met Peter van Beek, de directeur van het Biesbosch MuseumEiland. Als er iemand is die mij alles kan vertellen over het ontstaan van de wilgenproductie, is hij het wel. "Nee, de wilgen zijn hier niet uit zichzelf gekomen" vertelt Peter. Na de grote dijkdoorbraak stroomde de Biesbosch vol en was het decennia lang overgeleverd aan de getijden. Als eerste begonnen er biezen te groeien, waar de Biesbosch zijn naam aan dankt. Na verloop van tijd werden de plakken dikker en kon er riet ontstaan. De inwoners plantten er zelf wilgentenen, zodat ze deze naast het riet en de biezen konden snijden voor gebruik. Was de kwaliteit goed genoeg dan werden er ieder jaar tenen gesneden, zogenaamde snijgrienden. Voor de grovere bundels werd er eens in de drie/vier jaar gesneden, de hakgrienden.

Het was loodzwaar werk. In het museum is hier veel over te lezen en te zien. Zo staat er origineel schoeisel, grote klompen bekleed met stukken leer om zo droog mogelijk te blijven. "De griendwerkers verbleven de hele week in het griend, zeker in de winter moet dat erg zwaar geweest zijn" vertelt Peter verder. "Daar kunnen we nu nog amper iets bij voorstellen." De opbrengst van de snijgrienden, de dunne twijgen, werden gebruikt voor het vlechten van manden en fuiken voor de visvangst. De dikkere bundels uit een hakgriend waren vooral voor dakbedekking, meubels en bijvoorbeeld bezemstelen.

Na de uitleg is er tijd voor een rondleiding door het museum zelf. We worden meegenomen door de tijd heen, zien het ontstaan van de Biesbosch en leren dat de visserij belangrijk was. Overal zien we de wilg als rode draad door de geschiedenis. Aan het plafond hangen meerdere visfuiken gemaakt van gevlochten wilgentenen.

Na de watersnoodramp van '53 legde Nederland in sneltempo een verdedigingssysteem aan tegen het water, de Deltawerken. Hierdoor werd de visvangst minder, maar was er wel een enorme roep om hakgriend! Wilgentakken verteren nauwelijks als ze onder water liggen. Men begon op grote schaal enorme gevlochten matten te gebruiken als versteviging van de dijken en kribben. De zogenaamde 'zinkstukken' werden verzwaard met stenen om op zijn plaats te blijven.

Zelfs hedendaags worden er nog wilgentenen gebruikt in de waterbouw. Het is duurzaam, want het groeit snel en ook nog eens dicht bij het water. De route door het museum is zo ingedeeld dat we eindigen bij wat er allemaal te zien is in de natuur in de Biesbosch. Bevers natuurlijk, maar zeker in de winter is de ijsvogel met zijn felgekleurd verenkleed goed zichtbaar. In een vitrine is een opgezette steur zichtbaar. Een enorm beest, ongelooflijk dat dat hier rondzwemt.

Mijn volgende stop is mandenmaker Versteeg in Wijk en Aalburg. Ik wil namelijk wel eens weten wat er gebeurt met de wilgentenen als ze eenmaal gesnoeid zijn. Arie Versteeg heet mij van harte welkom en nodigt mij uit in de bijkeuken. Als de koffie is ingeschonken, begint hij te vertellen. Arie is de derde generatie mandenmaker en heeft het ambacht geleerd van zijn vader. Het vlechtwerk gaat nog met de hand zoals in vroegere tijden. Aan de hand van wat foto's en filmpjes geeft hij uitleg over het proces. De tenen worden gesnoeid als ze nog dun zijn. Zo zijn ze het buigzaamst om mee te kunnen vlechten. Daarna zijn er verschillende mogelijkheden. Om witte teen te krijgen, wordt een twijg geschild en te drogen gelegd. Bufteen, de roodbruine variant, krijg je door met schil en al te koken en daarna de schil te verwijderen. Grauwe teen is een twijg die gedroogd wordt met schil en al. Voordat Arie kan vlechten met bufteen moet deze eerst gekookt worden. Dat gebeurt in een grote bak met water wat verwarmd kan worden. "Vroeger ging dat boven een grote oven die we stookten met houtresten", mijmert Arie. "Onze oudste kinderen zullen zich dat vast nog wel herinneren. Nu zijn we moderner en verhitten we op elektriciteit."

Hij neemt mij mee naar zijn werkplaats. Er hangt een frisse geur binnen, het doet mij aan het voorjaar denken. De geur van wilgentenen. Arie neemt plaats op een houten plank en trekt een lage werkbank naar zich toe. Hij werkt aan een speciale opdracht van een klant, het gaat een enorme mand worden. Razendsnel vliegen zijn vingers langs de twijgen. Na iedere haal zorgt een ferme klap ervoor dat het vlechtwerk goed aansluit. Er ontstaat een cadans in de ruimte, vlecht - vlecht - klap, vlecht – vlecht - klap. Nadat de eerste rijen zijn gemaakt, snoeit hij de uitstekende delen af met een scherpe schaar. De rij erboven wordt net even anders, onder de handen van Arie vormt zich een patroon in de gevlochten twijgen. Bewonderend volg ik de bewegingen van zijn handen, hier is een vakman aan het werk. Als afsluiter mag ik nog een kijkje nemen in de winkel. Manden van allerlei soorten en maten staan hoog opgestapeld tegen de muren. Bij sommigen kan ik duidelijk het kleurverschil zien van witte teen of bufteen. Al een tijdje ben ik op zoek naar een fietsmand en hier zie ik hem zo hangen. Die gaat mee naar huis!

Wist je dat:
– Het Biesbosch MuseumEiland het hele jaar geopend is? Leer net als Prisca alles over het ontstaan van de Biesbosch en drink een kop koffie in het restaurant gedeelte.
– Je in de wintermaanden een kijkje kunt nemen bij de werkzaamheden in de griend, mits je wat afstand houdt?
– Zonder het knotten een 'knotwilg' gewoon uitgroeit tot een grote boom?
– In de winter de Biesbosch misschien wel op zijn mooist is voor een lange wandeling?
– Bufteen wilgentakken zijn die eerst gekookt en daarna geschild zijn?
– Je bij mandenmaker Versteeg ook terecht kunt voor vlechtwerk op maat?

Wil jij ook een bezoek brengen aan het Biesbosch MuseumEiland en mandenmaker Arie Versteeg? Hier vind je een overzicht van de locaties die Prisca bezocht:

- Biesbosch MuseumEiland, Hilweg 2 in Werkendam. Er is ruime parkeergelegenheid en een oplaadpunt voor elektrische fietsen. Juist in de winterperiode is het prachtig wandelen in de omgeving. De rust en stilte is uitzonderlijk en onderweg zie je veel dieren zoals hazen, verschillende soorten vogels en wellicht tref je een ijverige bever.
- Versteeg Manden, Polstraat 19a in Wijk en Aalburg. In de winkel vind je een grote selectie aan manden, maar je kunt er ook terecht voor opdrachten op maat.

Tekst en foto's: www.priscavisser.nl. Hier vind je alle blogs van Prisca.

Prisca Visser is een fotograaf met als voorliefde het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij regelmatig op pad om verhalen vast te leggen. Ze brengt een bezoek aan Buffelgaard Verschure en maakt een historische wandeling door Het Wijkerzand.

Buffels hebben een unieke geur, heel anders dan koeien. Wist je dat ze zachtjes kunnen knorren als ze nieuwsgierig zijn? Vandaag breng ik een bezoek aan Buffelgaard Verschure, een buffelboerderij die wordt gerund door Richard en Monique. Ik ben aan de vroege kant. "De auto moet nog even naar de garage gebracht worden hoor" zegt Monique na onze begroeting. "Loop maar lekker rond door de stal, neem gerust een kijkje in de melkrobot, zo terug!" Weg is ze.

Enigszins beschroomd loop ik de grote stal binnen. De geur van buffels is echt anders dan de koeien die ik wel gewend ben. Iets, kruidiger misschien? De forse dieren staren mij aan vanachter het hek. Zacht geknor stijgt op: wie is die vrouw en wat komt ze doen? Als ik wat dichterbij kom, wordt het dringen. Allemaal willen ze even snuffelen, en vooral: geaaid worden. Algauw merk ik dat achter het stoere uiterlijk hele lieve en zachtaardige dieren schuilgaan. Ze hebben korte poten en hun lijven zijn breed en gedrongen. Van oorsprong komen ze uit Azië, waar ze veel werden gebruikt in de landbouw om de velden om te ploegen. Buffels hebben een hele donkere vacht, bijna zwart zelfs. Met hun grote oren kunnen ze zichzelf koelte toewuiven op warme dagen. Maar het allermooiste zijn toch wel de enorme, gebogen horens!

Monique is al snel terug, samen lopen we een rondje door de stallen. Waarom waterbuffels? Daar ben ik wel nieuwsgierig naar. Het antwoord daarop is vrij eenvoudig. Richard is opgegroeid op een boerderij. Nadat hij Monique ontmoette, zijn ze samen het avontuur aangegaan in het buitenland. Na Denemarken en Duitsland keerden ze terug naar Altena, met twee kinderen erbij. "Buffels vereisten geen fosfaatrechten, en we wilden iets nieuws proberen" legt Monique uit. "Het was voor ons allemaal erg wennen in het begin. Voor ons, maar ook voor de dieren zelf." De vele uren, liefde en geduld, werden beloond. De buffels zijn nu zo gewend dat ze zelfstandig de melkrobot instappen, daar is bijna geen omkijken meer naar nodig.

Op mijn vraag wat er precies in de boxen ligt, antwoordt Monique: "dat zijn uienschillen, afkomstig van een uienverwerker in de buurt. We werken graag lokaal en steunen elkaar zo," voegt ze toe. Voor hen is dit afval, onze buffels zijn er weer erg blij mee. Naast lokale samenwerkingen, streven we ook naar duurzaamheid. Verleden jaar zijn er zonnepanelen geplaatst op het dak en de boerderij heeft een eigen grondwaterput.

De melk van waterbuffels is veel romiger dan koeienmelk. Dat komt doordat het vetpercentage dubbel zo hoog ligt. Buffelgaard Verschure laat van hun melk diverse producten maken die te koop zijn in het winkeltje en in de boerderijautomaten die buiten in een schuurtje staan. Ik zie prachtige kazen, een vriezer vol met vlees, grillworsten en natuurlijk de buffelmozzarella. Maar ook speciaalbier, chocolade en ijs! Allemaal afkomstig van de buffel.

We lopen langs de jongveestallen, waar Monique enthousiast vertelt over de jonge buffels en de oudste dame van 16 jaar. In de zomer is het een attractie om de donkere, gehoornde koppen in het weiland te zien. Sommigen mogen zelfs het water in, waarna je alleen nog oren en neuzen boven de modder ziet uitsteken. Het lijken wel nijlpaarden! Ik ga zeker een keer langs als het zover is. Nu moet ik dan echt afscheid nemen van deze leuke dieren en gastvrije familie.

Mijn volgende stop is Het Wijkerzand, een uitgestrekt gebied langs de oevers van de Afgedamde Maas. Het regent. Niet zo'n beetje ook! Dikke druppels kletteren op mijn paraplu. Vroeger moet het er zo anders uitgezien hebben. En toch ook weer niet...

Voor mijn geestesoog verschijnt een meisje. Ze zal een jaar of twaalf zijn. Hard rent ze door de velden naar de waterkant. Het is juni in het jaar 1817 en drukkend warm. Zweet loopt in druppeltjes over haar gezicht, maar stoppen doet ze niet. Pas als ze bij de waterkant aankomt, buigt ze hijgend voorover. Steunend met haar handen op haar knieën kijkt ze uit over de rivier. In haar hoofd stormt het, vandaag is zo'n spannende dag! Haar hele bestaan en dat van haar familie kan weleens afhangen van het besluit wat genomen gaat worden. Thuis hield ze het niet meer uit, ze moest weg.

Een aak drijft langzaam voorbij over de rivier, stemmen van de bemanning schallen over het water. Langzaam laat Anne zichzelf onderuit zakken in het hoge gras. De sprietjes kriebelen aan haar blote benen onder haar lange rokken. Starend naar de lucht voelt ze dat haar gedachten tot rust komen. Zou pa boos zijn? Hij ging vanmorgen al zo vroeg de deur uit.

Haar pa is schaarmeester van Het Wijkerzand. Vorig jaar kwam de provincie met het besluit dat de uiterwaard niet van de inwoners is, maar van de gemeente! De twee koeien die ze hier hielden op de schaarweide moesten weg. Het geld wat ze daarvoor kregen is al bijna op, en verse melk is er nu ook niet meer. Juist nu ma hoogzwanger is en ze de melk en opbrengsten goed kunnen gebruiken met nog een mond te voeden. Gelukkig zijn er heel wat mensen het niet eens met deze beslissing. De burgemeester had gesmeekt aan de provincie of ze dit terug wilden draaien. Daarna hebben haar pa en nog drie andere schaargerechtigden een rekwest gestuurd naar de koning zelf. Koning Willem I liet weten dat hij het niet eens is met de provincie en dat de vrederechter in Heusden uitspraak moet doen. Die uitspraak komt vandaag, 3 juni 1817.

In de verte klinkt gerommel. Er zal vast wel onweer komen na zo'n warme dag. Een paar koeien zijn dichterbij gekomen. Nieuwsgierig bekijken ze het meisje wat in hun grazige weide ligt. Anne duwt zichzelf omhoog, schudt haar rokken uit en sjokt langzaam richting het kleine huisje achter de dijk.

Wat Anne nog niet weet is dat de vrederechter de inwoners van Wijk gelijk geeft. Tot op de dag van vandaag zijn de zogenaamde 'inboorlingen' van kerkdorp Wijk eigenaar van Het Wijkerzand. Mits je geboren bent binnen de grenzen (dus niet in het ziekenhuis, dat telt niet) en je er een eigen schoorsteen hebt roken. Het bijzondere is dat dit ook voor de vrouwen geldt. Als Anne op volwassen leeftijd verhuist, maar binnen Wijk blijft wonen, wordt ze automatisch mede-eigenaar. Dat betekent dat ze er jaarlijks inkomsten uit haalt en zelfs haar eigen koe mag laten grazen in de Schaarweide.

Samen met Ad en Fientje trek ik het gebied in. Ad de Bruin is een 'inboorling' van Wijk. Er zijn er momenteel nog ongeveer 500 weet hij te vertellen. Deze mensen bij elkaar nemen besluiten over Het Wijkerzand en dragen zorg voor de natuur. Een paar boeren laten er hun vee grazen waar de inboorlingen ieder jaar een envelop met de opbrengst voor ontvangen. Hij kent het gebied op zijn duimpje. We banjeren door het kletsnatte gras, zien beversporen en klimmen een terp op. Hier hebben we een mooi uitzicht over het terrein achter ons.

"Je kunt goed zien dat het voorste gedeelte afgegraven is door de steenfabriek. Dat duurde wel veertig jaar. De strook langs de dijk is niet afgegraven en ligt dus een stukje hoger!" Kijk, dat zijn feitjes waar ik blij van word. Als iemand je dat niet vertelt, kijk je er helemaal overheen. Het Wijkerzand herbergt veel geschiedenis, waarvan de toewijzing door de rechter in de tijd van Anne een hoogtepunt is.

Een dieptepunt is het neerstorten van een vliegtuig tijdens de Tweede Wereldoorlog. "Ik heb een ooggetuige gesproken. Het vliegtuig kwam over de uiterwaarden aangefladderd en crashte vlakbij de dijk. Later ben ik zelf nog een paar Canadese mensen tegengekomen. Ze stapten hier uit de bus en vroegen in gebrekkig Nederlands naar 'de begraafplaats'. Ik ben met ze meegelopen om ze de laatste rustplaats van de vliegeniers te wijzen" zegt Ad.

Mijn rondje door Het Wijkerzand zit erop. Zin om zelf eens een frisse neus te halen in dit gebied met zoveel geschiedenis? Vanaf de Maasdijk bij nummer 215 loop je zo de natuur in. Na het passeren van een hek, vind je aan je linkerhand de weilanden waar het vliegtuig in de oorlog neergestort moet zijn. Rij na je wandeling even langs de Buffelgaard voor wat heerlijke versnaperingen. Een perfecte combinatie!

Wil jij ook een bezoek brengen aan de buffelgaard en een historische wandeling maken door Het Wijkerzand? Hier vind je een overzicht van de locaties die Prisca bezocht:

- Buffelgaard Verschure
- Het Wijkerzand, Maasdijk 179 in Wijk en Aalburg

Tekst en foto's: www.priscavisser.nl. Hier vind je alle blogs van Prisca.

Prisca Visser is een fotograaf met als voorliefde het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij regelmatig op pad om verhalen vast te leggen. Deze keer wandelt ze een route door de Akkers van Altena. En handig, ze komt met het OV en beschrijft haar route vanaf het treinstation in Gorinchem tot het busstation bij Sleeuwijk de Tol.

Oktober betekent niet alleen de overgang naar herfstachtige dagen en kleurrijke bladeren, maar ook een smakelijk hoogtepunt voor fijnproevers en liefhebbers van lokaal eten: de Dutch Food Week. Dit landelijke evenement zet in de tweede week van oktober lokale voeding en de toekomst ervan in de schijnwerpers, en ook de gemeente Altena deed enthousiast mee. Als kers op de taart organiseerde VVV Biesboschlinie een onvergetelijke afsluiter: wandelen door de akkers van Altena. Een wandeltocht van acht kilometer door het mooie polderlandschap, waar deelnemers niet alleen konden genieten van de natuur, maar ook van heerlijke, lokale lekkernijen onderweg. Ik besloot deze culinaire ontdekkingsreis niet alleen vast te leggen met mijn camera, maar ook zelf deel te nemen. Wat ik ontdekte, was een route die niet alleen een feest voor de smaakpapillen was, maar ook gemakkelijk toegankelijk voor iedereen, dankzij de handige verbindingen tussen de verschillende openbaar vervoerspunten. Hier is mijn stapsgewijze beschrijving van deze wandeling zodat jij deze op elk gewenst moment ook kunt gaan wandelen.

Stap 1: vertrekpunt station Gorinchem

Ik maak gebruik van de Merwedelingelijn, die mij van Dordrecht naar Gorinchem brengt. Na het uitstappen op het station is het een wandeling van 1,5 kilometer naar de kade waar de veerponten van Riveer aangemeerd liggen. Je kunt rechtstreeks lopen via Google Maps, maar het is ook een optie om het voetpad over de vestingwallen te nemen. Volg simpelweg de nummers: 40, 38, 33 en 30, en je bereikt het eindpunt bij de pont. Een leuk detail is dat je onderweg al een glimp van Woudrichem aan de overkant kunt opvangen!

Stap 2: overvaren met de veerpont

Genietend van de wind die door mijn haren waait en het warme herfstzonnetje op mijn gezicht, bedenk ik hoe fijn het is om te varen. De wereld lijkt op het water ineens zo ver weg. Het bemachtigen van een kaartje voor de overtocht is verbazingwekkend eenvoudig. Met slechts een paar klikken op de website van Riveer en een kleine betaling van €2,55, heb ik mijn kaartje in handen. Ik sta buiten aan de reling, terwijl ganzen overvliegen richting warme oorden en de zon alles omhult in een betoverende, gouden gloed. Op deze rustige weekenddag is er weinig verkeer op het water. Langzaam varen we naar de aanlegsteiger van Woudrichem, waar ik verrast word door de prachtige aanblik van dit vestingstadje vanaf het water.

Stap 3: smakelijke stop 1 – thee van Fair van Ver

Vanaf de steiger vervolg je je weg rechtdoor, tussen de hoge stadswal door de Kerkstraat in. Net voor de Gevangenpoort bereik je routeknooppunt 9. Leuk detail, ernaast staat een standbeeld van Jacoba van Beieren. Ga verder in dezelfde richting naar de kerk die al in de verte zichtbaar is. Onderweg kom je langs Fair van Ver, een charmante winkel waar, onder andere, heerlijke thee wordt verkocht. Ook de VVV is hier gevestigd, haal gerust wat mooie routegidsen op. Bij IJssalon Baks sla je rechtsaf de Bagijnestraat in. Als de weg omhoog begint te lopen, volg je het voetpad aan de linkerkant, dat over de Rijkswal loopt. Na een korte afstand sla je rechtsaf, de loopbrug over, het water op. Op de hoek voor de brug vind je het paaltje met knooppunt 64. Vanaf dit punt is de route gemakkelijk te volgen via de wandelknooppunten.

Stap 4: smakelijke stop 2 – Jammelien's Winkeltje

Tijdens het vervolg van de wandeling, passeer ik paaltje 48, 57 en 71, waarbij het eerste stuk een pad is dat zowel geschikt is voor fietsers als voetgangers. Dit pad gaat over in de Merwededijk, waar auto's ook hun weg vinden. De dijk, die boven het omliggende landschap uitsteekt, biedt een adembenemend uitzicht op de uiterwaarden van de Groesplaat. Hier zie ik grazende wilde konikpaarden, die dienen om het terrein open te houden. Onderweg kom ik langs Jammelien's Winkeltje, een charmante stopplek die zeker de moeite waard is. Langs de dijk wijst een groot uithangbord naar beneden, waar een schattig kastje vol eigengemaakte jam, keramiek en verse eitjes te vinden is. Het lijkt me niet verstandig om eieren in mijn wandelrugzak mee te nemen, maar ik kan de verleiding van de pot vlierbloesem- abrikozen jam niet weerstaan.

Stap 5: onderweg genieten van de natuur

Bij punt 71 is oplettendheid vereist, want het paaltje is niet direct zichtbaar; je moet omkijken om het te ontdekken. Zodra de Merwededijk scherp naar rechts buigt, zie je aan de linkerkant een houten klaphek met een duidelijk bord: ingang Liniepad, dat is punt 71. Ga door het hekje en volg het graspad langs de dijk. Steek een klein weggetje over en vervolg je weg over een breed graspad naar paaltje nummer 73. Aan het einde van het pad kom je bij een drukke weg, maar vlak daarvoor maakt het pad een bocht naar rechts. Even later steek je de weg over naar punt 72 en vervolg je de route door de landerijen van Landgoed Kraaiveld, op weg naar nummer 74. Je loopt nu over een prachtige laan met vrij uitzicht over de weilanden.

Stap 6: smakelijke stop 3 – boerderijwinkel Landgoed Kraaiveld

Langs de schilderachtige laan van Landgoed Kraaiveld voert de route je door een boomgaard, voorbij een draaihek en klaphek naar de achterkant van de boerderij. Een wandeling langs de keurig aangelegde bedden van Kraaiveld leid je naar het 'terras' bordje. Naast dit gezellige terras dat beschut wordt door enkele bomen, bevindt zich een knusse landgoedwinkel. Hier worden heerlijke broden en koeken van bakker Hardeman, verse biologische groenten van het landgoed en verfrissende sapjes verkocht. Mijn maag knort, en ik kies een verrukkelijk uitziende gevulde koek uit. Even ontspannen op het terras is een welkome pauze. Na deze korte stop vervolg ik mijn pad, verlaat de oprijlaan en sla rechtsaf vóór de grote weg. Dit was punt 74. Ik steek een wildrooster over en wandel langs waterpartijen en aardewallen. Onderweg kom ik langs bunkers die helemaal niet zo heten maar zogenaamde groepsschuilplaatsen waren.

Stap 7: meanderen door de polder

Onderweg naar knooppunten 76, 77 en 26 volg ik duidelijk gemarkeerde bordjes, loop langs akkers en passeer de Uitwijkse molen. Vlak voor de Zandwijkse molen sla ik rechtsaf, een graspad op, dat de laatste kilometers van de route markeert. Tijdens mijn wandeling, word ik verrast door korte regenbuien; koude druppels vallen in mijn nek, maar gelukkig verdwijnen ze snel en komt de zon weer tevoorschijn. Het pad leidt langs water waar een vader en zoon aan het vissen zijn. Plotseling doemt een roestige koepel op tussen de bossages; ooit een koepelkazemat, nu omgebouwd tot vogelkijkhut. Ondanks dit interessante tafereel vervolg ik mijn weg door het natuurgebied de Zevenbansche Boezem. Hier moet je even opletten: je bereikt een sloot met een bruggetje. Aan het einde van dit pad kom je bij knooppunt 77 op het fietspad terecht. Vanaf hier is het nog een kort stukje wandelen naar punt 26.

Stap 8: eindpunt en culinaire verwennerij – Fort Altena

Bij punt 26, gelegen bij de parkeerplaats van Fort Altena, steek je na het bereiken van het bordje de weg over. Daar ontdek je een smalle betonnen trap die leidt naar een pad dat naar je naar het fort brengt. Eenmaal bij het fort aangekomen, kun je ervoor kiezen om een wandeling over het terrein te maken. Voor mij is het tijd om naar binnen te gaan voor een welverdiende kop koffie. In de brasserie kun je genieten van een heerlijke lunch en verleidelijk appelgebak. Als je terug wilt naar Breda of Gorinchem, kun je een korte wandeling maken naar het viaduct van de snelweg waar de bussen stoppen aan twee kanten stoppen, vertrek vanaf Tol Oost of Tol West in Sleeuwijk.

Of je nu een lokale inwoner bent of een bezoeker die de schoonheid van Altena wil ontdekken, deze wandeling door de akkers biedt een perfecte gelegenheid om de smaken van de streek te ervaren, terwijl je geniet van de prachtige natuur. Dus trek je wandelschoenen aan, volg deze route en laat je zintuigen betoveren door de rijke culinaire tradities van Altena. De Biesboschlinie wacht op jou, klaar om je mee te nemen op een onvergetelijke reis vol smaak en verrassingen!

Wil jij ook dezelfde route lopen als Prisca? Hier vind je een overzicht van de locaties die zij bezocht

- Overvaren met de veerpont
- Fair van Ver. De winkel is geopend op woensdag en donderdag van 13.30 - 16.30 uur & op vrijdag en zaterdag van 11.00 - 16.30 uur.
- IJs & Spijssalon Baks. In de winter verkopen ze geen ijs, maar bakken ze oliebollen. In november en december zijn ze geopend op zaterdag en zondag van 12.00 - 17.00 uur. Bekijk de actuele openingstijden op de website.
- Jammelien's Winkeltje. Er staat een kastje waar je de producten kan kopen. Je kunt dus op elk moment langs gaan.
- Boerderijwinkel Kraaiveld. De winkel is geopend van maandag t/m vrijdag van 09.30 - 17.00 uur.
- Fort Altena. De brasserie is geopend van vrijdag t/m zondag van 10.30 - 17.00 uur.
- Ga ook eens op pad in haar startpunt Gorinchem of bezoek de hele Vestingdriehoek

Tekst en foto's: www.priscavisser.nl

Prisca Visser is een fotograaf met als voorliefde het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij de komende tijd op pad om verhalen vast te leggen. Ze neemt je mee door de polders, gaat op bezoek bij ondernemers en natuurlijk het water op! Hier schrijft ze korte stukjes over, zodat jij de verborgen parels in Altena leert kennen.

Ah, de Biesbosch! Dat waterrijke paradijs waar we vroeger alleen maar over leerden tijdens saaie topografielessen. Maar, ik zal je een geheim verklappen, achter dat educatieve jargon schuilt namelijk een fascinerend verhaal. Zonder een woeste storm en een dijkdoorbraak zou de Biesbosch niet de betoverende plek zijn die het vandaag is. Dus, gewapend met nieuwsgierigheid en een avontuurlijke geest, duik ik in het verleden, speur ik naar de sporen van bevers en breng ik een nacht door in een hut diep verborgen in de natuur. Laat het avontuur maar beginnen!

Even een opfrisrondje. De Biesbosch is ontstaan als gevolg van menselijk handelen en de kracht van de natuur. Vóór de 15e eeuw was het gebied een moeras met kreken en kleine riviertjes. Door dijkenbouw en landaanwinning veranderde het landschap drastisch. Tijdens de Sint-Elisabethsvloed in 1421 braken de dijken door en beukte de zee in op het land en de dorpen. Zo ontstond er een groot getijdengebied. Dit markeerde het begin van de vorming van de Biesbosch zoals wij die vandaag kennen. In de eeuwen erna hebben mensen het gebied verder veranderd, onder andere door de aanleg van dijken en sluizen. Het resultaat is een uitgestrekt zoetwatergetijdengebied met een unieke flora en fauna.

Op een mistige ochtend beginnen we onze ontdekkingstocht bij het Buitenmuseum de Pannekoek, een klein gebied naast het Biesbosch MuseumEiland, dat gratis toegankelijk is. Hier worden in de winter de wilgentenen gesneden en hoog opgestapeld om te drogen voor verder gebruik. Onderweg komen we de stapels takken van vorig jaar tegen. Het is nog te vroeg in het seizoen om de wilgentenen te snijden dus de wilgen staan nog vol met hun lange dunne takken. De nevelslierten hangen mysterieus boven het water, wat deze plek nog mooier maakt. Terwijl we voorzichtig over de modderige paden lopen, passeren we een beverburcht, maar helaas zien we geen tekenen van activiteit. Onze wandeling gaat verder langs rijen knoestige, oude wilgen en brengt ons naar een 'schrankkeet', waar griendwerkers vroeger wekenlang verbleven om biezen te snijden. Dit kleine hutje straalt een nostalgische sfeer uit. Voordat de Biesbosch vol stond met wilgen, groeiden er biezen en riet. De omwoners oogsten dit om bijvoorbeeld manden van te vlechten. Tegenwoordig zijn de biezen bijna niet meer te vinden, maar dankt het gebied hier wel zijn naam aan, de Biesbosch! Tijdens onze wandeling, ontdekken we ook een eendenkooi. Een prachtige plek om doorheen te struinen. Het Buitenmuseum de Pannekoek is een verborgen pareltje in de Biesbosch en ontzettend leuk en leerzaam voor een wandeling.

Onze bestemming voor de komende nacht is een kleine hut verscholen in de natuur. De keuze is aan ons, of we te voet de hele route gaan volgen of een deel per kajak willen afleggen. Onze backpack is tot de nok toe gevuld met alle benodigdheden, maar zodra we beginnen te lopen, lijken we het gewicht volledig te vergeten. De omgeving is simpelweg adembenemend. Overal om ons heen liggen akkers, net omgeploegd, met dikke bruine klei die glinstert in het zachte zonnetje dat door de nevel priemt. De tweepersoonskajak ligt al keurig op ons te wachten in het gras, en met een stevige zet, duwen we hem het water in. De wind speelt met onze haren, maar gelukkig helpt hij ons vooruit. Langs de oevers glijden we geruisloos voort, terwijl de bomen hun herfstkleuren al laten zien. Soms wijkt het riet uiteen voor een klein kreekje of sloot, dat ons verder het betoverende natuurgebied in leidt. Dit belooft een onvergetelijke nacht te worden!

Onze schoenen doorweekt van het zeiknatte gras, volgen we de paaltjes met het Hidden Hut-logo een dichtbegroeid gebied in. Bruggetjes brengen ons verder en het pad wordt steeds smaller. Plotseling wijkt het riet en doemt daar een huisje op, op een plek waar je het echt niet verwacht. Zwarte bielzen omlijnen de asymmetrische voorgevel, die voornamelijk bestaat uit grote, glazen ramen. We halen de sleutel uit de locker en stappen de hut binnen. Meteen valt ons oog op een klein, schattig kacheltje dat we snel aansteken. Gauw opwarmen en de kleding te drogen hangen bij het vuur! Terwijl de vlammen gretig knetteren en likken aan het droge hout, gaan we de rest van het huis verkennen. Het matras ligt op zolder onder een groot raam dat uitzicht biedt op de wilgen. Wie weet, misschien kunnen we wel bevers spotten vanuit ons knusse huisje.

De volgende ochtend worden we wakker als het nog donker is, onze adem zichtbaar in de koude ochtendlucht. Het ontbijt is eenvoudig, maar heerlijk: een mok zwarte koffie om goed wakker te worden en een punt meegebrachte pompoentaart. Onze schoenen zijn inmiddels opgedroogd, dus besluiten we om een rondje om de hut te wandelen. Een paar vogels zijn al wakker en zingen hun ochtendlied, en we zien veel kikkers onderweg. Verse knaagsporen van bevers verraden hun drukke activiteiten terwijl wij lekker sliepen. Terug bij de hut besluiten we om het vuurtje buiten op te stoken, de vlammen dansen vrolijk in de ochtendwind. Als echte pyromanen hebben we het snel brandend en we staren naar de hypnotiserende vlammen, genietend van de warmte en de rust. Maar dan is het tijd om afscheid te nemen van deze idyllische plek. We laten de rust en stilte achter ons en keren terug naar de bewoonde wereld.

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Beleef de Biesbosch, dé expert als het gaat om het verkennen van dit gebied. Ben je op zoek naar een unieke ervaring? Overweeg dan zeker een nachtje weg in de Hidden Hut, een perfecte ontsnapping aan de dagelijkse sleur. Vlak naast het Biesbosch MuseumEiland ligt het Buitenmuseum de Pannekoek, een plek die je niet mag missen. Het buitenmuseum is niet alleen een eerbetoon aan de rijke geschiedenis van de streek, maar ook nog eens prachtig voor een wandeling.

Wil jij ook de Biesbosch ontdekken en slapen in de Hidden Hut? Hier vind je een overzicht van de locaties die zij bezocht:

- Hidden Hut
- Bootverhuur
- Nationaal Park de Biesbosch
- BiesboschmuseumEiland
- Beleef de Biesbosch

Tekst en foto's: www.priscavisser.nl. Hier vind je alle blogs van Prisca.

linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram