style="background-image:url(https://biesboschlinie.com/wp-content/uploads/2021/10/VVVBiesboschlinie_WinterWonderWoudrichem-srgb-scaled.jpg);background-size: cover;" >

Persbericht: Genieten van de winter in de Biesboschlinie

Persbericht

7 oktober 2021

De Biesboschlinie bruist ook in de winter met tal van activiteiten. Er is voor voor elk wat wils: van winterwandeling of rondleiding bij kaarslicht tot sfeervol winkelen voor de feestdagen. Alle activiteiten zijn verzameld in een handige wintergids. 

Winter in de Biesboschlinie
Van december tot en met februari heerst er winterrust in de Biesboschlinie. Maar dat betekent niet dat er niets te beleven is. Op Winter Wonder Woudrichem raakt iedereen in de stemming voor de feestdagen. Er zijn alle maanden winterwandelingen voor een frisse neus, muzikale voorstellingen op Kasteel Dussen en voor het ouderwetse winterse gevoel geeft de wasvrouw rondleidingen door Fort Altena.

Activiteiten in de Vestingdriehoek
Ook bij de buren in de Vestingdriehoek is de winter allesbehalve saai. Rondleidingen bij kaarslicht op Slot Loevestein of schaatsen bij het Gorcums Winterfestijn: genoeg te beleven voor een compleet weekendje weg met een bezoek aan alle vestingen.

De Wintergids
De Biesboschlinie is het thuis van eeuwenoud erfgoed en prachtige natuur. Het gebied beslaat de gemeente Altena met zijn 21 kernen, waaronder Woudrichem, en het zuidelijke deel van de Biesbosch. Er valt heel wat te genieten… ook in de winter. Daarom verzamelde VVV Biesboschlinie de activiteiten voor deze winter in een wintergids. De gids is vanaf eind november verkrijgbaar op toeristische plaatsen in de regio en digitaal via https://biesboschlinie.com/winter  


400 jaar geleden, op 22 maart 1621, ontsnapte Hugo de Groot in een boekenkist uit Slot Loevestein. Dat was de aanleiding om 2021 uit te roepen tot Hugo de Grootjaar. Wist je dat een beroemd deel van het leven van Hugo de Groot zich afspeelde op een steenworp afstand van de Biesboschlinie?

Sta je met je gezicht naar de rivier en kijk je vanaf de kademuren van Woudrichem naar rechts, zie je Slot Loevestein, waar Hugo gevangen zat. Kijk je naar links, zie je in de verte Gorinchem liggen. In zijn boekenkist voer hij naar dit stadje, om van daaruit de vrijheid tegemoet te vluchten. Weet je nog wie Hugo de Groot ook al weer was?  Wat waren zijn denkbeelden en waarom zat hij gevangen op Loevestein? We frissen je geheugen op in dit blog.

Delft, 10 april 1583

Hugo de Groot wordt geboren in een welgesteld, intellectueel gezin. Zijn vader is op dat moment burgemeester van Delft. Al snel blijkt dat Hugo bijzonder snel leert: als hij 8 jaar is, spreekt en schrijft hij al vloeiend Latijn en Grieks. Hij doorloopt het Gymnasium in Delft, en als hij 11 jaar oud is neemt hij intrek in een gastgezin in Leiden voor een studie humaniora (geesteswetenschappen) aan de universiteit. Na zijn afstuderen en promotie vestigt hij zich in Den Haag. Hij zet er een advocatenpraktijk op en vervult allerlei publieke functies.

Portret van Hugo de Groot door Michiel Jansz van Mierenvelt. Hugo is een blanke man kort donkerblond haar en een sikbaard. Hij draagt een zwart gewaad met grote witte kraag.
Hugo de Groot, door Michiel Jansz van Mierenvelt

Twaalfjarig bestand

Hugo de Groot leeft in de tijd van de Nederlandse Opstand, of Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Het is een woelige tijd, die van grote invloed is op zijn levensloop en denkbeelden. In 1609 wordt een bestand afgekondigd in de oorlog tussen Spanje en de Nederlanden. De Spanjaarden zijn er financieel slecht aan toe en voeren bovendien oorlog op meerdere fronten. De pauze komt hen goed uit.

Politieke verdeeldheid

In de Nederlanden heerst er juist verdeeldheid over dit bestand. Raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt is voorstander. Hij ziet in het bestand mogelijkheden om de handelspositie van de Nederlanden te versterken. Stadhouder Maurits, opperbevelhebber van de strijdkrachten, is niet blij. Samen met Willem Lodewijk, de stadhouder van de gewesten Groningen en Drenthe, vreest hij dat de Spanjaarden zich zullen herstellen en na het bestand een verpletterende overwinning op de Nederlanden zullen boeken. Daarnaast neemt de politieke invloed van Maurits behoorlijk af in vredestijd. Nu de strijdmachten niet actief zijn heeft Van Oldenbarnevelt het vooral voor het zeggen, en dat steekt.

Portret van Johan van Olderbarnevelt
Johan van Oldenbarnevelt, circa 1616. Uit het atelier van Van Mierenvelt.

Religieuze verdeeldheid

Tijdens de pauze in het strijdgewoel wordt ook religieuze verdeeldheid in de Nederlanden duidelijk. Tot dan toe trokken de protestantse - of in ieder geval ‘tolerante’ - Nederlanden gezamenlijk op tegen de katholieke Spanjaarden. Nu die gezamenlijke vijand niet in beeld is, leiden de verschillende opvattingen onder protestanten tot een conflict. Remonstranten staan tegenover contraremonstranten. Van Oldenbarnevelt kiest de kant van de remonstranten, net als zijn politiek bondgenoot Hugo de Groot. Maurits staat aan de kant van de contraremonstranten. De spanningen lopen hoog op, en leiden tot onlusten in de steden. Van Oldenbarnevelt is van mening dat de rust in de Republiek bewaard moet blijven, en laat de Staten van Holland de Scherpe Resolutie aannemen. Deze resolutie geeft de steden van Holland de bevoegdheid om huurlingen (waardgelders) aan te nemen, die op kunnen treden bij onlusten tegen remonstranten.

Dat is tegen het zere been van Maurits. Híj is immers aanvoerder van de strijdkrachten, en nu komt ook die positie in de knel. Met goedkeuring van de Staten Generaal ontslaat hij de waardgelders en laat Van Oldenbarnevelt met een aantal van zijn medestanders arresteren. Eén van die medestanders is Hugo de Groot. Van Oldenbarnevelt krijgt de doodstraf, Hugo wordt veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Hij wordt overgebracht naar Slot Loevestein.

(tekst gaat verder onder de inzet)

Beleef het Hugo de Grootjaar vanuit de Biesboschlinie

Beleef je het Hugo de Grootjaar mee? De Biesboschlinie is de perfecte plek om de spannende reis van Hugo de Groot in zijn boekenkist mee te beleven. Vanuit Woudrichem is het een steenworp varen met de pont naar kasteel Loevestein. Daar is momenteel een speciale tentoonstelling over Hugo de Groot te zien. Je krijgt inzicht in zijn denkbeelden, maar leert er ook hoe zijn gedachtengoed tot op de dag van vandaag relevant is bij actuele kwesties.

Na een bezoek aan Loevestein neem je de Pont naar Gorinchem. Daar kun je het poortje bezoeken waardoor de boekenkist de stad in werd gebracht. Met je mobiele telefoon verken je aan de hand van speciale posters met QR-codes zijn vluchtroute en kom je van alles te weten over één van de grootste Nederlandse geleerden uit de geschiedenis.

Gevangen op Loevestein

Op Loevestein is Hugo's vrijheid hem ontnomen, maar hij heeft wél toestemming om er te schrijven en studeren. Daarom ontvangt hij geregeld een kist vol boeken. Een bevriende boekhandelaar in het dichtbijgelegen Gorinchem vult de kist voor hem, en neemt de boeken ook weer in.

Hugo’s vrouw, Maria van Reigersberch, woont net als zijn dienstmeisje Elsje van Houweningen bij Hugo op het slot. Zij mogen allebei vrij in- en uitlopen. Als na een aantal maanden de controles op de boekenkist verslappen, ziet Maria mogelijkheden voor Hugo’s ontsnapping. Avond aan avond laat ze hem oefenen om een aantal uren zonder zich te bewegen in de kist te kunnen zitten. Op 22 maart 1621, de dag van de Jaarmarkt in Gorinchem is het zo ver. Maria legt de boeken met Hugo’s kleding in bed, Hugo kruipt in de boekenkist. Als de soldaten de kist komen ophalen, reist Elsje met de kist mee om zo nodig de soldaten af te leiden. Het plan slaagt. Hugo reist, na een tussenstop bij de boekhandel, vermomd als metselaar via Antwerpen naar Parijs.

Ballingschap

In Frankrijk wordt Hugo met open armen ontvangen; Koning Lodewijk XIII kent hem zelfs een jaargeld toe. Hij kan zich dan ook rustig toeleggen op schrijven en studeren.

In 1631 keert hij terug naar de Republiek. Hij schat in dat de ergste storm er wel is gaan liggen, zeker nu Maurits is overleden en zijn zoon Frederik Hendrik hem is opgevolgd. Hij opent zelfs een nieuwe advocatenpraktijk. Verschillende hooggeplaatste personen zoals de dichter P.C. Hooft pleiten zelfs voor zijn amnestie. De Staten Generaal eisen echter dat Hugo zijn verontschuldigingen aanbiedt, en dat weigert hij. Hij is ervan overtuigd dat hij niets misdaan heeft. De Staten vaardigen daarop een nieuw arrestatiebevel uit en Hugo gaat opnieuw in ballingschap.

Vanaf 1634 werkt Hugo de Groot als Zweeds staatsgezant in Parijs. 10 jaar later roept koningin Christina van Zweden hem terug naar het Zweedse hof. Ze wil dat Hugo haar adviseert over buitenlandse politiek. Bovendien wil ze dat hij een wetenschappelijke bibliotheek voor haar opzet. Zowel Hugo als zijn vrouw voelen hier weinig voor, ook omdat het gure klimaat in Zweden hen niet bevalt. Daarop ontslaat het Zweedse hof hem. Op zijn overtocht terug naar het vasteland van Europa vergaat zijn schip. Hij kan zich in veiligheid brengen, maar raakt op de lange reis naar huis uitgeput en wordt ziek. Op 28 augustus 1645 overlijdt hij in het Duitse Rostock. Hugo de Groot ligt begraven in de Nieuwe Kerk in Delft.

Hugo de Groot, geleerde en schrijver

Hugo de Groot is auteur van een groot aantal werken. Hij was bijzonder veelzijdig, en zijn werk laat dat zien. Het werk bestaat uit zowel Latijnse als Nederlandse tragedies en gedichten, vertalingen van klassieke werken, maar ook uit theologische, historische en juridische verhandelingen.

Het bekendst zijn de werken De iure belli ac pacis (Over het recht van oorlog en vrede) uit 1625 en Mare Liberum (de vrije zee) uit 1609.
De iure belli ac pacis gaat in op de regels en wetten van rechtvaardige oorlogsvoering. Het werk wordt gezien als de basis voor het moderne volkenrecht.

Hetzelfde geldt voor Mare Liberum. In dit werk bepleit Hugo de Groot dat de zeeën voor iedereen toegankelijk moeten zijn voor vrije handel en reizen. Hoewel hij het werk schreef om de claim op het alleenrecht op handel in West- en Oost-Indië door Spanje en Portugal te weerleggen, is het tot op de dag van vandaag de standaard voor het huidige zeerecht. Elk land heeft, ook nu nog, recht op vrije doorgang door de zeeën buiten de territoriale wateren.

Titelpagina 'Mare Liberum' van Hugo de groot
Titelpagina 'Mare Liberum' van Hugo de Groot

Persbericht

10 juni 2021

In 2021 brengt VVV Biesboschlinie een ‘Ode aan het landschap’ van Altena. In heel Nederland staat deze zomer het Hollandse landschap in de schijnwerpers. Dat landschap is ontzettend afwisselend. Nergens ter wereld is er zoveel verscheidenheid in zo’n klein gebied als hier. Eén van de blikvangers in dit afwisselende landschap is de Hollandse Waterlinie. Door de eeuwen heen is het water hier ingezet als bondgenoot, en dat viert ook onze regio met tal van activiteiten.

Fortensafari
2 juli Fort Bakkerskil – In het zuidelijke puntje van de Nieuwe Hollandse Waterlinie organiseert Brabants Landschap een actieve safari bij zonsondergang. Samen met de boswachter ga je met een kano het water op. Je kan er genieten van de stilte en het zacht ruisende riet. Voorbij scherende ijsvogels, duikende aalscholvers en knagende bevers zouden je zomaar kunnen vergezellen tijdens de kanotocht. Onderweg zorgt de boswachter voor een hapje en drankje, zodat je met nieuwe energie weer verder kan.
11, 18 en 25 augustus Fort Giessen – Tijdens de fortensafari neemt de fortwachter van Fort Giessen je mee op ontdekkingstocht door de natuur rond het fort. Je zult ontdekken dat de natuur er nog steeds dier en mens van noodzakelijke vitamines, voedingsstoffen en indien nodig verbandmateriaal kan voorzien.

Pop-up restaurant Sterk Water
SterkWater is een reizend restaurant dat de geschiedenis en het toekomstige gebruik van de Nieuwe Hollandse Waterlinie vertelt. Op allerlei locaties langs de linie slaan we kampement op. Op forten, kastelen, tussen bijzondere bouwwerken en omringd door prachtige flora en fauna, ervaar je de linie optimaal. Proef de speciale gerechten die een link hebben met het verdedigingswerk en beleef de geschiedenis van de Nieuwe Hollandse Waterlinie op een bijzondere manier. Vanaf 8 juli slaat Sterk Water kampement op op Fort Giessen.

Fietsroute langs de forten van de Biesboschlinie
Wie Waterlinie zegt, zegt forten. Hoe leuk is het om die tijdens een fietstocht te bekijken? Een speciale route van 70 km voert je door het groene landschap van de Biesboschlinie, langs vier forten, twee inundatiesluizen en vestingstad Woudrichem. Onderweg kom je verschillende groepsschuilplaatsen en kazemattentegen. Op de forten Bakkerskil, Altena en Giessen kun je een kijkje nemen.

We sluiten de linies
In de avonduren van 3, 4, 10 en 11 september 2021 sluiten we de linies, letterlijk. In samenwerking met Rijkswaterstaat en de waterschappen testen we zoveel mogelijk onderdelen van de Hollandse waterlinie. Op verschillende locaties kun je terecht voor een diner of borrelplank, waarna je met licht, beeld en geluid de geheimen van de waterlinie ontdekt. In Woudrichem sluiten we de 11 september de Loevesteinse poort, en maken een verhalenverteller en projectie op de vestingmuur de avond compleet. Dineren kan in Slot Loevestein of de vesting van Woudrichem.

Liniepadfestival
Dit jaar brengt ook het Liniepadfestival een Ode aan het landschap van de Hollandse Waterlinie. Het festival vindt plaats van 11 t/m 19 september, tussen het weekend van Open Monumentendag en het eerste kunstweekend van stichting Kunst in Almkerk. Het Liniepadfestival laat je genieten van het landschap langs de waterlinie met muziek, theater, erfgoed en landschapskunst. Een speciale fiets- en wandelroute verbindt het gemeentehuis met het Liniepad en de forten van de Hollandse Waterlinie.

Informatie over de activiteiten via www.biesboschlinie.com


Persbericht

11 mei 2021

Varen met de wind in je haren en de zon in je gezicht, dat is iets om naar uit te kijken deze zomer. Met de waterrijke natuur in de Biesbosch en Altena is de Biesboschlinie een prachtig gebied om recreatief te varen. VVV Biesboschlinie lanceert deze maand de kano/kajakgids met 7 routes in de gemeente Altena en een nieuw knooppuntensysteem door de Biesbosch.

Afkoelen op het water­­­
Vanaf het water krijg je een heel nieuwe kijk op het landschap. Verken met een kano de Biesbosch of kies een van de andere tochten uit de nieuwe gids. Op www.biesboschlinie.com zijn alle verschillende kano/kajak-tochten te downloaden. Geen zin om actief bezig te zijn? Laat je varen met een van de vele veerponten in de regio, of huur een sloep of motorboot. Ook met een eigen vaartuig zijn er genoeg mogelijkheden voor een waterrijk verblijf in de Biesboschlinie.

Nieuw: Kano-knooppunten Noordwaard
De Noordwaard is een bijzonder gebied dat er door de eeuwen heen heel verschillend uitzag. Van platteland vol kleine gehuchtjes, tot binnenzee na de Sint Elisabethsvloed van 1421. En daarna, via ingepolderd land, naar doorstroomgebied om ruimte te maken voor de rivier.

Hier kun je de stilte opzoeken en vanaf het water genieten van bijvoorbeeld een kudde waterbuffels en ijsvogels. De kreekjes kronkelen zich door het landschap waardoor het uitzicht telkens verrassend anders is. Er ligt in dit gebied een kleine dertig kilometer aan vaarroute, ook geschikt voor beginnende kanoërs.

Rondvaarten
Ook leuk op het water deze zomer: vanaf het Biesbosch MuseumEiland starten - zodra het museum weer open is - verschillende rondvaarten. Je kunt met fluisterboten door het Brabantse deel van Nationaal Park de Biesbosch. Deze elektrische boten (‘Whisper’, ‘La Silence’ en ‘Ohsostill’) hebben elk 45 zitplaatsen. Dankzij hun geringe diepte varen ze door smalle kreken en sloten.


De Biesbosch en water horen bij elkaar als een kajak en peddel. Van het eerste ontstaan na de Elisabethsvloed in 1421 tot vandaag de dag wordt het landschap in de Biesbosch bepaald door water. Toch is dat landschap de afgelopen jaren behoorlijk veranderd. Het ruimte voor de rivier-programma veranderde onze kijk op hoe we met water omgaan. We dammen het niet alleen meer in, maar geven het de ruimte waar het kan. Dat levert droge voeten op, én prachtige natuur.

Noordwaard

De Noordwaard is één van de gebieden die de afgelopen jaren zijn aangepakt om ruimte voor de rivier te maken. Het is een gebied van zo’n 4.450 hectare aan de Nieuwe Merwede, aan de noordzijde van het Nationale Park de Biesbosch. Van 2010 tot 2015 werd het gebied ontpolderd: wat ooit binnendijks gebied was, werd nu buitendijks. De dijk is verlaagd, zodat de Nieuwe Merwede bij hoogwater buiten zijn oevers kan treden. Dat gebeurt een aantal keer per jaar, vooral in de winter als smelt- en regenwater de waterstanden laten stijgen. Maar niet de héle polder loopt dan onder: op een aantal plekken zijn hoge kades aangelegd, zodat wegen en huizen droog blijven.

Genieten van ruimte voor het water

Die droge voeten zijn natuurlijk fijn, maar ruimte voor de rivier betekent ook dat er buitenshuis een hoop te genieten valt. We geven je een indruk van het aanbod in de Biesboschlinie:

Ruimte voor de natuur

Waar water vrij spel krijgt, verandert de natuur. In de Biesbosch werden ondiepe lagunes, geulen en slikplaten het domein van intrekkende zoetwatervis. Groepen lepelaars, visdiefjes en zilverreigers bevolken het gebied, en inmiddels behoren ook zee- en visarenden tot de vaste bewoners. In de Noordwaard houden grote grazers het gebied open voor het water. Kanoënd door ondiepe kreekjes, en wandelend door drassig en ruig moerasland kan je zomaar oog in oog komen te staan met een waterbuffel of konikpaard.

Waterbuffels in de Noordwaard

In de Noordwaard begrazen waterbuffels de buitendijkse gebieden, en dat is uniek voor Nederland. De buffels voelen zich er prima op hun gemak. Het gebied is nat, en ze vinden er ruim voldoende voedsel. De buffels zijn hier uitgezet met een specifiek doel: ze zwemmen graag en leggen daarbij grote afstanden af. Bovendien zijn ze een stuk groter dan Schotse hooglanders of koninckpaarden, waardoor ze ruw voedsel kunnen verteren zoals oud riet of lisdoddes, op plekken waar de andere grazers niet zo snel komen. Ze hebben een dikke huid, en daarom zie je ze in de zomer vaak in het water liggen om af te koelen. Het blijft een hele belevenis om er eentje tegen te komen, maar hou wel voldoende afstand. Waterbuffels zijn niet gevaarlijk, maar wel nieuwsgierig.

Biesbosch museumeiland

In het Biesboschmuseum kom je alles te weten over hoe we samen met het water leefden en leven. Van het eerste ontstaan na de St. Elizabethvloed tot smokkelroutes in de 2e Wereldoorlog, het komt allemaal aan bod in de exposities.

Buiten kun je zelf ervaren hoe de Biesbosch voorkomt dat hoger gelegen gebieden overstromen. In het schaalmodel van de Biesbosch Beleving kan je zelf aan schuiven en knoppen draaien om te zien hoe je met polders en dijken de loop van het water beïnvloedt.

Foto Nationaal Park De Biesbosch

Varen

Een waterrijk landschap ontdek je natuurlijk het beste vanaf het water. Huur een kano op één van de verhuurpunten, en ga op ontdekkingsreis door de vele kreekjes, stroompjes en vaarten in de Biesboschlinie. Zeker de Noordwaard is het makkelijkst te verkennen met de kano.

Liever iets minder sportief? Huur een hybride sloep en vaar de Biesbosch rond. Of wat dacht je van een fietstocht waarbij je overtochten maakt met de verschillende veerponten? Wie luxueus wil genieten laat zich rondvaren op een rondvaartboot of een van de schippers uit de regio, voor een heerlijk dagje uit.

Kanoroutes in de Biesboschlinie

We hebben de mooiste kanoroutes voor je verzameld in onze kanogids. Breng je kano mee, of huur er één bij de verhuurpunten in Altena.

Zelf een route uitstippelen? Met de  kano-knooppuntenroute door de Noordwaard kies je je eigen route, zonder verdwalen!

Landschapskunst De Wassende Maan

In de Noordwaard vind je het kunstwerk ‘de Wassende Maan’, van kunstenaar Paul de Kort. Het is landschapskunst: een labyrint van watergeulen en dijkjes, dat meeverandert met het getij, het weer en de seizoenen. De Wassende Maan is kunst en natuur tegelijk. Het zal je dan ook niet direct opvallen dat er een labyrint in het landschap verscholen ligt als je erlangs loopt. Je ziet het pas als je de heuvel in het midden van het kunstwerk beklimt.

Persbericht

19 januari 2021

Rust en ruimte, stoere forten, vestingen en Brabantse gastvrijheid: dat is de Biesboschlinie. De Biesboschlinie ligt op de grens van Noord-Brabant, Zuid-Holland en Gelderland. Het gebied, met Woudrichem als bekendste stad, is omgeven door rivieren en vormt zo een eiland. De regio biedt voor elk wat wils. De natuurliefhebber vindt er tal van natuurgebieden - waaronder de Biesbosch - en ook de cultuurliefhebber kan zijn hart ophalen in de forten en vestingen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

Wandelen door de Waterlinie
In de Biesboschlinie ligt het zuidelijkste deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Deze verdedigingswerken zijn genomineerd voor de Unesco-Werelderfgoedstatus. De regio huisvest maar liefst 4 forten, 2 inundatiesluizen, tientallen kazematten én de vestingstad Woudrichem. De beschikbare wandelroutes zijn ideaal om dit erfgoed en hun omgeving te ontdekken.

Forten en vestingen
In ‘het land van Altena’ zijn 3 van de 4 forten open voor publiek. Elk heeft zijn eigen karakter: van bed & breakfast of museum tot educatiefort. Ook de vesting van Woudrichem is een bezoekje waard. Tussen al deze historie liggen uiterwaarden, rivieren, boezems en bossen om heerlijk in te wandelen.

 Kazematten
De Nieuwe Hollandse Waterlinie loopt dwars door de Biesboschlinie. Van Woudrichem tot Werkendam liggen de kazematten als een ketting door het landschap. Hun oorspronkelijke functie als groepsschuilplaats hebben ze verloren, maar ze staan niet alleen maar in de weg. Inmiddels worden ze bijvoorbeeld ingezet als vogelkijkhut of als overwinterplaats voor vleermuizen. Een aantal kazematten zijn toegankelijk voor publiek, bijvoorbeeld de koepelkazemat bij Fort Altena. Loop de wandelroute ‘Rondje Fort Altena’ en bezichtig de koepelkazemat onderweg.

Overvaren
Wie maar geen genoeg kan krijgen van de Waterlinie, vindt in de Biesboschlinie ook de perfecte uitvalsbasis voor een bezoek aan Gorinchem of Slot Loevestein. Vanuit Woudrichem varen verschillende ponten, waaronder een voetveer, rechtstreeks naar deze vestingen.
Laat de drukte achter je, en kom genieten in de Biesboschlinie! www.biesboschlinie.com


Zomerdijk, winterdijk, vaargeul, uiterwaarden… wie herinnert zich zijn lessen aardrijkskunde nog? Wie die droge theorie tot leven wil zien komen, mag een bezoek aan de Struikwaard niet overslaan. In dit natuurgebied langs de Afgedamde Maas bij Giessen kun je de zomer- en winterdijk bewonderen, wandelen door de uiterwaarden en genieten van een bijzonder stuk natuur in Biesboschlinie.

Eeuwenoude uiterwaarden

De uiterwaarden tussen Giessen en Andel staan al vroeg beschreven: in een gerechtelijk stuk uit 1296 komt het gebied al voor. Maar voor de Struikwaard zoals we hem nu kennen hoeven we niet zo ver terug in de geschiedenis.

In 1904 werden de Merwede, Rijn en Waal na eeuwen van toenemende wateroverlast gescheiden van de Maas. De Maas kreeg een nieuwe monding door het graven van de Bergsche Maas. De oorspronkelijke ‘Andelsche’ of ‘Nieuwe’ Maas kreeg een dam en staat sindsdien bekend als de Afgedamde Maas.

Sindsdien is de Struikwaard jarenlang als landbouwgrond gebruikt. In 1995 veranderde de Struikwaard nog één keer ingrijpend. De oude winterdijk voldeed niet langer. Daarom werd ongeveer 100 meter naar het noordoosten een nieuwe aangelegd. Het nieuwe buitendijkse gebied werd aangewezen als natuurbeschermingsgebied.

Unknown author, CC BY-SA 4.0 , via Wikimedia Commons

Natuurbescherming

Het buitendijkse gebied in de Struikwaard is een jong natuurbeschermingsgebied, beheerd door Brabants Landschap. Je vindt er ooibossen (bos dat op natuurlijke wijze langs rivieren is ontstaan), rietkragen, graslanden en een moeraszone onderaan de zomerdijk. Wees niet verbaasd als je geloei hoort: een kleine kudde Brandrode runderen begraast het gebied.

Patrijzen

Sinds 2013 wordt in de Struikwaard hard gewerkt om de patrijs een beter thuis te geven. De patrijs wordt in Nederland ernstig bedreigd. Houtwallen, hagen, takkenrillen en bloeiende kruiden zijn verdrongen door monotone akkerbouwgebieden. Daarmee raakt de patrijs zowel zijn voedselvoorziening als zijn broedplaatsen kwijt. In de Struikwaard worden deze landschapselementen in ere hersteld, en met succes. De populatie neemt flink toe, goede kans dat je er eentje tegenkomt. Patrijzen hebben een onopvallende bruine schutkleur, dus goed speuren!

Perenbomen

Hoewel er geen patrijzen in zitten, verdienen de perenbomen langs het Kerkepad in Giessen wel de aandacht. Het Perenbomenlaantje is waarschijnlijk ooit ontstaan als een paadje om de weg af te kunnen snijden van dijk naar kerk. Het laantje is in ere hersteld. Zeker in de lente is het pad een bezoekje waard voor een wandeling tussen de perenbloesems. Het laantje is een gemeentelijk monument, het enige niet-gebouwde object dat die status heeft in de gemeente Altena.

Kerk en Perenlaantje

Struin zelf door de Struikwaard

In de Nieuwe Hollandse Waterlinie vind je de Struikwaard: een prachtig stuk natuur aan de oever van de Afgedamde Maas. Hou je van wandelen in de natuur én ben je nieuwsgierig naar het erfgoed van de Nieuwe Hollandse Waterlinie in de regio Altena? Wandel dan ons 'Rondje Fort Giessen'.

Geniet onderweg van al het moois dat de Biesboschlinie te bieden heeft: rust, ruimte, natuur en erfgoed.

Zwaluwen en IJsvogels

Ook de oeverzwaluw vindt een goed thuis in de Struikwaard. Aan de oever van één van de plassen in het gebied, heeft natuurbeschermingsvereniging Altenatuur een betonnen zwaluwwand gebouwd. Steile oevers langs rivieren en plassen zijn zeldzaam geworden in Nederland. De oeverzwaluw is daarmee zijn nestplaats kwijtgeraakt. Hij bouwt zijn nest door een ‘hol’ te graven in steile oevers. De betonnen wand met gaten helpt het dier een handje.  De wand houdt een wal van zand en klei op zijn plek. De gaten zijn de voordeuren, de zwaluwen mogen zelf hun huis inrichten. En het ‘flatgebouw’ bevalt hen. Er zijn tijdens de broedseizoenen tot wel 80 broedende paartjes geteld.
De wand blijkt niet alleen aantrekkelijk voor zwaluwen, ook ijsvogels broeden er af en toe.

Bloeiende biodiverse dijk

In november 2020 viel de dijk in de Struikwaard in de prijzen: de dijk is ‘het toonbeeld van biodiversiteit in het rivierenlandschap’. Brabants Landschap beheert de dijk als een onderdeel van de natuur in de Struikwaard. Dat betekent bloemrijke bermen met een grote biodiversiteit: planten als bijenorchis en knikkende distel en insecten als de roodzwarte dubbeltand en de donkere wespbij. En naast alle voordelen voor de natuur, is zo’n bloemrijke dijk ook nog eens een lust voor het oog.

Bevers

Bevers doen het goed in Altena. In de Struikwaard wonen wel heel eigenwijze exemplaren: ze hielden er jarenlang een loopbruggetje bezet met hun burcht. Inmiddels heeft de familie een ander onderkomen gezocht, maar nog steeds zijn bevers erg actief in het gebied. Let goed op knaagsporen tijdens het wandelen. En mocht je het geluk hebben een bever te spotten: geniet maar laat hem met rust, en blijf op flinke afstand. Je bent te gast in zijn leefgebied.

Beversporen in de Struikwaard. Copyright Bart Pörtzgen.

"Zoo heerscht dan binnen den omwalling de rustige rust van een dood verleden, slechts af en toe verstoord door het gejoel der schooljeugd, die oogen, noch gevoel, heeft voor wat eens hun stad beteekende. Immers, wie zou hier nu hardop durven zeggen: “Dit is de bloeiende hoofdstad van het land van Altena. Hoort het hoorn- en klaroengeschal, want een stoet edelen nadert in praal en pracht den burcht, waar grooten des lands onderhandelen!"

Bep M. Bresler, Toeristenkampioen ANWB, mei 1940

Jan Weissenbruch, De vismarkt van Woudrichem, ca. 1850 Fotograaf: 23 dingen voor musea

Saai, doods, nauwelijks de moeite van het bezoeken waard. Het zal je maar gezegd worden, als goed bewaarde vestingplaats. Het was het oordeel waar Woudrichem het in het voorjaar van 1940 mee kon doen. Dat oordeel is nu heel wat positiever, toch is het beeld niet veranderd; in Woudrichem vind je rust en lijkt de tijd een beetje stil te staan. Maar voor het zover was, moest er heel wat water door de Merwede.

Strategische ligging aan het water

Op de grens van Holland en Gelre, “Waar Maas en Waal te zamen spoelt”, daar ligt Woudrichem. Een strategisch belangrijke plek, en dat hebben de inwoners geweten.

In de Middeleeuwen was Woudrichem de hoofdstad van het Land van Altena. De stad bloeide: ze had hoge stadsmuren, een riviertol, visrechten en een grote jaarmarkt. Het was er een komen en gaan van hooggeplaatste edelen en Woudrichem was vaak de stad waarin belangrijke onderhandelingen tussen Holland en Gelre werden gevoerd.

Plattegrond van Woudrichem in de late Middeleeuwen. Jacob van Deventer, 1545

Dat veranderde toen Jan van Beieren in 1420 de tol van Woudrichem naar Gorinchem verplaatste. De stad raakte een enorme bron van inkomsten kwijt. Een jaar later legde de Sint-Elisabethsvloed het economische leven definitief stil. De stad en het achterland waren verwoest en dat zou tientallen jaren voor armoede zorgen. Er kwam pas weer verbetering in de situatie toen in 1461 de Kornsche dijk tussen Dussen en Werkendam gebouwd werd.

Bouw van de vesting

Tijdens de 80-jarige oorlog had de stad zwaar te lijden. Woudrichem was het strijdtoneel van de gevechten tussen Geuzen en Spanjaarden.

Nadat de watergeuzen in 1573 Woudrichem veroverden op de Spanjaarden, bleken de verouderde en vervallen verdedigingswerken niet bestand tegen nieuwe Spaanse aanvallen. De stad bleek niet te behouden. Daarom brandden de Geuzen de stad plat, zodat de Spanjaarden er geen voordeel meer van konden hebben. Omdat Willem van Oranje de stad als strategisch belangrijk steunpunt zag, gaf hij bevel de stad van vestingwerken te voorzien. Deze 'fortificatie' ging in 1583 van start onder leiding van Adriaen Anthonisz van Alkmaar.

In tegenstelling tot andere steden, kwam de nieuwe vesting van Woudrichem niet buiten, maar bínnen de grenzen van de oude stadsmuren te liggen. De verwoestingen van de 80-jarige oorlog hadden een groot gedeelte van de stad braak gelegd. Bovendien waren tijdens de Reformatie de katholieken de stad ontvlucht. Hun kloosters hadden net binnen de stadsmuren gestaan, en door hun vlucht hoefde deze grond niet meer onteigend te worden: een geschikte plek voor de nieuwe vestingwallen en grachten. Woudrichem kromp tot ongeveer driekwart van zijn Middeleeuwse grootte.

Vestingwallen van Heusden

Fietstocht: Van vesting tot vesting

Van vestingen krijg je nooit genoeg. Heb je zin in een stevige fietstocht? Fiets dan de Vesting-tot-Vesting-route. In deze tocht van Woudrichem naar Heusden bezoek je de vestingen van Heusden en Altena. Onderweg rijd je langs tal van interessante historische plaatsen en gebouwen.

Stap op en laat je verrassen!

Kaart van de vesting Woudrichem

Garnizoensstad

Als garnizoensstad gaat het Woudrichem na de bouw van de vesting lange tijd voor de wind. De in het stadje gelegerde soldaten brachten de nodige bedrijvigheid en inkomsten met zich mee. Ze zijn ondergebracht (ingekwartierd) bij de Woerkumse gezinnen, die daarvoor vergoedingen ontvangen.

Ook de riviervisserij is nog altijd een goede bron van inkomsten. Er heerst dan ook relatieve rust, tot aan het rampjaar 1672.

In dat jaar vallen de Fransen onder Lodewijk XIV het zuiden van ons land binnen. Hoewel Woudrichem buiten schot blijft, wordt wel pijnlijk duidelijk dat de vesting niet voldoet. Er is een gebrek aan kruit, kanonnen en transportmogelijkheden. Maar nog erger: de verdedigers realiseren zich dat de vestingwerken te zwak zijn. Bij de versterking ervan moeten nog eens 16 gebouwen het veld ruimen. Voor de veiligheid van de stad en de bescherming van het gewest Holland worden drie poorten in de vesting verplaatst. In de jaren daarna voegt de stad ook drie ravelijnen, versterkte eilanden in de vestinggracht, aan de verdedigingswerken toe.

Woudrichem als deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie

Tijdens de patriotten- en Franse tijd verandert er aan de vesting zelf niets noemenswaardigs. De stad zelf heeft wel zwaar te lijden onder het einde van de Franse tijd. Inkwartiering van Franse en Pruisische soldaten, beschietingen vanuit Gorinchem en de strenge winter van 1814 - waarin de Pruisen al het hout uit de stad en omgeving slopen - laten de stad half verwoest achter.

In 1815 gaat Woudrichem officieel deel uitmaken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Deze waterlinie moet het westen van Nederland beschermen tegen indringers met behulp van inundatie (het onder water zetten van grote stukken land). Ten oosten van de vesting wordt daarom het inundatie-sluiscomplex in de Maasdijk gebouwd. Ook wat verderop, bij de Bakkerskil komt een dergelijke sluis te liggen: de Papsluis. Het zijn bijzondere sluizen: waaiersluizen. Deze kunnen tegen hoogwater in openen en staan dus altijd paraat bij dreigend gevaar.

Kringenwet en Vestingwet: opnieuw armoede

Als Woudrichem deel wordt van de Waterlinie, krijgt de stad te maken met de kringenwet. Deze wet schrijft voor dat het schootsveld (het gebied dat wapens kunnen bereiken) rondom een vesting vrij moet blijven. De bebouwing binnen de eerste 1000 meter vanaf de vestingrand komt daarmee aan banden te liggen, of is zelfs verboden. Dat maakt het voor de stad vrijwel onmogelijk om zich industrieel en daarmee economisch te ontwikkelen.

Woudrichem krijgt met nog meer veranderingen te maken. De vestingwet van 1874 beveelt alle vestingsteden om kazernes en loodsen te bouwen voor de troepen. Garnizoenssoldaten verblijven niet langer bij gezinnen, maar verhuizen naar kazernes. Voor de gastgezinnen vallen de vergoedingen voor kost en inwoning weg. Daarnaast werden de inkopen voor bijvoorbeeld de soldatenkeuken centraal geregeld. Zo verdween ook voor de middenstand van het stadje een grote bron van inkomsten. Woudrichem was arm en zou dat blijven tot na de Tweede Wereldoorlog.

Wereldoorlogen

De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) bracht Woudrichem niet veel meer dan een tijdelijke wasplaats (badinrichting) voor de gemobiliseerde soldaten en wat overlast van militaire oefeningen. Van het werkelijke oorlogsgeweld merkte het stadje, net als de rest van Nederland, niet veel. De stad werd wel in opperste staat van paraatheid gebracht. Ook vingen Woudrichem en de omliggende dorpen veel Belgen op, die op de vlucht waren geslagen voor de gevechten in hun land.

In de jaren ’30 verergerde de armoede in de stad: de visstand in de rivieren daalde tot een dramatisch laag niveau. Veel vissers raakten werkloos en de armoede veroorzaakte grote misstanden. Grote gezinnen woonden in te kleine huizen, die in veel gevallen ook nog eens in slechte staat verkeerden. Buiten de vesting mocht niet worden gebouwd: de Woerkumers konden geen kant op. Deze situatie duurde tot in de jaren ’50 van de vorige eeuw. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog bleven de leefomstandigheden van de vestingbewoners slecht. Alleen hun uitzicht veranderde: op 21 april 1945 bliezen de Duitse bezetters Korenmolen Nooitgedacht op, die de stad al sinds 1662 van meel had voorzien.
Pas toen in 1955 de militaire functie van de stad werd opgeheven kwam er verandering in de situatie van de Woerkumers. Er mocht weer gebouwd worden, de stad kon eindelijk gaan groeien.

Korenmolen Nooitgedacht

Een geluk bij ongeluk

Van alle vestingsteden werd Woudrichem als één van de laatste van haar militaire verplichtingen ontslagen. Voor de Woerkumers veel te laat, maar voor ons nu een geluk bij een ongeluk. Steden die zich al in de 19e eeuw van hun vesting mochten ontdoen, vervingen die vaak door modernere bebouwing en infrastructuur. Maar in het begin van de 20e eeuw ontstond er weerstand tegen deze praktijken. In Naarden, dat in 1926 al toestemming kreeg om te “ontvesten”, ontstond voor het eerst protest tegen het afbreken van de vestingwerken - en daarmee tegen het afbreken van het karakter en het culturele erfgoed van de stad.

Ook in Woudrichem werden in de jaren ‘50 in eerste instantie plannen gemaakt waarin de vesting rigoureus op de schop zou gaan. Maar onder andere door de gebeurtenissen in Naarden, werden deze plannen gewijzigd en kwam er nieuwe bebouwing buíten de vesting.

De vesting van Woudrichem is in 1972 aangewezen als beschermd stadsgezicht. Sindsdien is ze ook grondig gerestaureerd en gestabiliseerd. Vandaag de dag bloeit Woudrichem weer en we kunnen er genieten van de echte ‘sfeer van toen’. Rust? Ja zeker. Maar saai? Echt niet!

2020: Woudrichem vanuit de lucht

Wandelen door vesting Woudrichem

Nieuwsgierig geworden naar dit mooie stadje? Maak een wandeling over de vestingwallen en door de vesting van Woudrichem. Met de stadswandeling die we voor je uitzetten, kom je langs alle belangrijke plaatsen in de stad.

Wil je echt álles te weten komen over de vesting en haar bewoners? Maak dan een wandeling met een gids van het stadsgidsengilde.

Met dank aan Jos Korthout van het Stadsgidsengilde voor het delen van zijn uitgebreide kennis over ‘zijn’ Woerkum.

Meer lezen over de vesting van Woudrichem?

Vesting Woudrichem (Hollandse Waterlinie Erfgoed reeks) - Kees van Maastricht & Teus van Tilborg

Gaandeweg Woudrichem - Job Koekkoek

Urbanisation of former city fortifications in The Netherlands between 1805 and 2013 - G. A. Verschuure-Stuip & B. Labuhn

Heb jij ze al gezien?
Afgeknaagde stokken?
Bomen met knaagsporen?
Misschien zelfs een omgeknaagde boom?
De bever is terug in Nederland, en hoe. Nadat hij in 1988 in de Biesbosch en de Gelderse Poort werd uitgezet, is de populatie flink toegenomen. En de bever-hotspot van Nederland? Die ligt momenteel in de gemeente Altena, de Biesboschlinie dus. Tussen januari 2018 en eind september 2020 zijn bevers hier maar liefst 533 keer gezien.

Door bevers omgeknaagde boom - foto Bart Pörtzgen

Waterbouwkundige knagers

De bever is een groot knaagdier, dat het liefst in en rond het water leeft. Hij bouwt zijn eigen huis: de beverburcht. De ingang van die burcht ligt onder water, veilig beschermd tegen roofdieren. Is er geen water beschikbaar op de plek waar hij dat wil? Een bever gaat niet bij de pakken neerzitten. Met zijn scherpe, knaloranje voortanden knaagt hij takken af en bomen om, waar hij dammen mee bouwt. Met die dammen beïnvloedt hij de waterstand rondom zijn burcht. Hij verlegt de loop van beken en rivieren en legt zelfs zijn eigen meertjes aan. Dammen van 150 meter lang zijn geen uitzondering, er zijn zelfs beverdammen van 800 meter gevonden.
In Nederland vertoont de bever dit gedrag overigens niet. Ons land is waterrijk genoeg voor bevers om een veilige burcht te kunnen bouwen zonder eigen Deltawerken aan te leggen.

Bever - foto Nationaal Park de Biesbosch

Familiedieren

Als bevers mensen waren geweest, hadden ze een rijtjeshuis, een baan van 9-5 en 1,7 kinderen per gezin gehad. Het zijn echte familiedieren. Bevers zijn monogaam en leven in hun burcht samen met hun jongen. Per dracht werpt de bever 2-6 jongen. De jonge bevers verlaten hun ouderlijk huis pas als ze na 2 tot 3 jaar geslachtsrijp zijn. Er wonen dus soms wel 10-20 dieren in één burcht. De beverburcht bestaat uit meerdere kamers. Een natte kamer, waar de bever zijn vacht kan uitschudden en een droge. Deze droge nestkamer ligt ongeveer 20 cm boven waterniveau.

Natuurbeheerders langs de rivieren

Bevers hebben een flinke invloed op de natuur in hun territorium. Ze verleggen niet alleen de loop van het water, door hun geknaag hebben ze ook een grote invloed op de biodiversiteit in het gebied. Ze eten graag bast, die ze van bomen knagen. De bomen overleven dat op de lange termijn vaak niet. Dode bomen trekken insecten en die insecten trekken op hun beurt weer vogels, zoals  spechten. Dode bomen maken bovendien de weg weer vrij voor nieuwe begroeiing. Zo kan een beverfamilie in de loop van de tijd een stevige stempel op het landschap drukken.

Niet iedereen is daar overigens even enthousiast over. De bever bouwt waar hij wil, en dat kan wel eens op een plek zijn die voor mensen minder goed uitkomt. Zo besloot er één om in de Struikwaard jarenlang een loopbrug te bezetten met zijn burcht. Ook graven bevers soms gangen in dijken, die daardoor verzwakken. Maar over het algemeen is de komst van een bever goed nieuws voor de natuur.

Bever-hotspot Altena

In Altena wonen bevers in de Biesbosch en langs alle rivieren. Je kunt hun sporen tegenkomen in bijvoorbeeld de uiterwaarden Groesplaat en de Struikwaard. Een bever vinden tijdens een wandeling daar? Dat valt niet mee, want het zijn schuwe nachtdieren. Je kunt het best op zoek gaan naar afgeknaagde takken en knaagsporen op bomen. Misschien kun je wel zien waar hij gelopen heeft: zijn brede platte staart sleept over de grond bij het lopen en laat een duidelijk spoor achter.

Je geluk beproeven? Maak 's morgens vroeg of in de avondschemering een wandeling door de uiterwaarden. Wie weet heb je geluk, en zie je zo'n scharrelende knager in het echt. Verrekijker mee!

Knaagsporen van de bever - foto Bart Pörtzgen

Wat prehistorische slakken met modern natuurbeheer te maken hebben - en hoe je daar in de Kornsche Boezem van kunt genieten.

Heb je ’s morgens vroeg je auto wel eens teruggevonden onder een laagje fijn Saharazand? Waarschijnlijk heb je er toen weinig aandacht aan besteed. Misschien heb je nog net gedacht: en ik had hem net gewassen. Hier in Nederland is dat stof hoogstens een beetje hinderlijk. Maar wist je dat er in dit stof belangrijke mineralen voor de natuur zitten? En wist je dat het Amazone-regenwoud niet zou bestaan zonder deze ingevlogen mineralen?

Ver van mijn bed denk je misschien. Maar Altena heeft net zo’n wonderlijke, onzichtbare verbinding met een ander gebied ‘ver weg’: De Kornsche Boezem zou er heel anders uitzien zonder prehistorische slakken uit de Belgische Kempen.

Als je meer wilt weten over het ontstaan van de Kornsche Boezem en de verbinding met de Kempen, moeten we 12.000 jaar terug in de tijd. We gaan met reuzensprongen, dus hou je vast.

12.000 jaar geologie in 2 minuten

12.000 jaar geleden stond de regio Altena rechtstreeks in verbinding met de zee. Het gebied was een moerassige delta die regelmatig overstroomde. In die Delta ontstonden drie bodemsoorten: veen, hoger gelegen stroomruggen van zand en in de lager gelegen kommen zette zich klei af: komklei. Het was een ruig, onbewoond landschap.

Zo’n 5500 jaar geleden vestigden de eerste mensen zich op het eiland. Ze bouwden hun nederzettingen op de hoger gelegen zandgronden. Daar zaten ze hoog en droog, beschermd tegen overstromingen.

Middeleeuwen: dringen op het zand

Maar in de vroege middeleeuwen, zo rond het jaar 1100, groeide de bevolking. De zandgronden werden te krap, dus moesten ook de natte, lagergelegen gebieden worden ontgonnen. De middeleeuwers legden een stelsel aan van sloten, weteringen, boezems en dijken. De delta veranderde in een heuse polder: de Groote of Hollandsche Waard.

Wandelen in de Kornsche Boezem

De Kornsche Boezem is een klein maar fijn natuurgebied bij Dussen. Je kunt er genieten van bijzondere natuur: van oude grienden tot drassig hooiland met bijzondere plantensoorten als krabbescheer, dotterbloem en moeraskartelblad.
Het gebied is vrij toegankelijk voor wandelaars.

Let op! De Kornsche Boezem is een nat natuurgebied. Stevige schoenen of laarzen zijn geen overbodige luxe.

Je kunt parkeren net voorbij de Noordeveldse molen (Kornsche Boezemweg 4, Dussen).

Krabbescheer in de Kornsche Boezem

Tweede St. Elisabethvloed: oorsprong van de Kornsche Boezem

De tweede Sint Elizabethsvloed (1421) en de overstromingen in 1423 sloegen grote gaten in de dijken. Dat betekende het einde van de Groote Waard. De getijden kregen weer vat op het land. Vooral in het westen van het gebied, bij het Hollands Diep, erodeerde het land door het in- en uitstromende water. Een nieuwe delta vormde zich. Die delta is er nog steeds: de Biesbosch.

Met nieuwe dijken en een nieuwe waterhuishouding werd het gebied daarna weer bewoonbaar gemaakt. Eén van de nieuwe boezems in deze waterhuishouding was De Kornsche Boezem.

We zijn er bijna: 1954, de ruilverkavelingswet

Na de Tweede Wereldoorlog was Altena nog altijd een erg nat gebied. Door de vele slootjes en kavels was het land versnipperd. Het land van een boer lag vaak verspreid over de hele regio. Als je effectief landbouw wilt bedrijven, heb je grote aaneengesloten stukken land nodig, waar één optimaal waterpeil ingesteld kan worden voor het gewas dat er groeit. De ruilverkavelingswet bood uitkomst: boeren ruilden hun kavels. Greppels en sloten werden gedempt en verplaatst. Zo kwam er ruimte voor efficiënte landbouw en veeteelt.

De ruilverkavelingswet regelde ook dat er ruimte voor de natuur moest blijven. In Altena werd de Kornsche Boezem aangewezen als natuurgebied. Midden in de snel veranderende polder werd in dit stukje natuur de tijd stilgelegd.

Daar zijn ze dan: prehistorische slakken

Terug naar de slakken. De Belgische Kempen en de regio Altena zijn zoals gezegd onzichtbaar met elkaar verbonden. Die verbinding zit alleen niet in overwaaiend stof, maar in grondwater. Het regenwater wat in de omgeving van Lommel-Neerpelt (B) de bodem inzakt, komt in het land van Heusden en Altena weer naar boven als Kwel: uittredend grondwater. Voordat het regenwater in kwel verandert, heeft het een reis van zo’n 30.000 jaar afgelegd. Het water reist niet alleen in slakkentempo, het filtreert onderweg ook door lagen zanderige rivierafzettingen met daarin veel kalk. Die kalk? Die komt van prehistorische slakkenhuizen en andere schelpen. Het kwel in het land van Heusden en Altena is daarom kalkrijk én ijzerrijk. Die mineralen zorgen voor een bijzondere flora en fauna.

Maar wat heeft dat met natuurbeheer te maken?

In de Kornsche Boezem wordt het waterpeil zorgvuldig beheerd met greppels, sloten, duikers en stuwen om kwel de ruimte te geven. Juist in dit gebied vind je dan ook bijzondere planten zoals krabbescheer, holpijp en waterdrieblad. Ook de beschermde heikikker en grote modderkruiper hebben het er goed.

En goed nieuws voor natuur: in september 2020 voegt Staatsbosbeheer een nieuw perceel toe aan de Kornsche Boezem. Tot nu toe had dit perceel een landbouwbestemming, maar nu wordt het weer ingericht als vochtig hooiland. Door het zorgvuldige natuurbeheer in de Kornsche Boezem kunnen we hopelijk tot in de verre toekomst in Altena blijven genieten van het werk van prehistorische slakken.

Noordeveldse Molen De Noordeveldse Molen

De Noordeveldse Molen is de laatst overgebleven van 7 poldermolens die vanaf 1470 de polder bij Dussen te bemalen. De Noordeveldse molen is de jongste van het stel, hij werd in 1795 gebouwd. De molen deed dienst tot 1962, daarna werd zijn taak overgenomen door stoom- en later diesel-schepradgemalen.

De wip-watermolen brandde in 1992 deels af, waarschijnlijk door brandstichting. Gelukkig kun je hem na een restauratie sinds 1997 weer bewonderen. Als de molen draait, ben je welkom!

Je vindt de Noordeveldse Molen aan de Kornsche Boezemweg 4 in Dussen

linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram