Woudrichem: van Middeleeuwse stad tot beschermde vesting

"Zoo heerscht dan binnen den omwalling de rustige rust van een dood verleden, slechts af en toe verstoord door het gejoel der schooljeugd, die oogen, noch gevoel, heeft voor wat eens hun stad beteekende. Immers, wie zou hier nu hardop durven zeggen: “Dit is de bloeiende hoofdstad van het land van Altena. Hoort het hoorn- en klaroengeschal, want een stoet edelen nadert in praal en pracht den burcht, waar grooten des lands onderhandelen!"

Bep M. Bresler, Toeristenkampioen ANWB, mei 1940

Jan Weissenbruch, De vismarkt van Woudrichem, ca. 1850 Fotograaf: 23 dingen voor musea

Saai, doods, nauwelijks de moeite van het bezoeken waard. Het zal je maar gezegd worden, als goed bewaarde vestingplaats. Het was het oordeel waar Woudrichem het in het voorjaar van 1940 mee kon doen. Dat oordeel is nu heel wat positiever, toch is het beeld niet veranderd; in Woudrichem vind je rust en lijkt de tijd een beetje stil te staan. Maar voor het zover was, moest er heel wat water door de Merwede.

Strategische ligging aan het water

Op de grens van Holland en Gelre, “Waar Maas en Waal te zamen spoelt”, daar ligt Woudrichem. Een strategisch belangrijke plek, en dat hebben de inwoners geweten.

In de Middeleeuwen was Woudrichem de hoofdstad van het Land van Altena. De stad bloeide: ze had hoge stadsmuren, een riviertol, visrechten en een grote jaarmarkt. Het was er een komen en gaan van hooggeplaatste edelen en Woudrichem was vaak de stad waarin belangrijke onderhandelingen tussen Holland en Gelre werden gevoerd.

Plattegrond van Woudrichem in de late Middeleeuwen. Jacob van Deventer, 1545

Dat veranderde toen Jan van Beieren in 1420 de tol van Woudrichem naar Gorinchem verplaatste. De stad raakte een enorme bron van inkomsten kwijt. Een jaar later legde de Sint-Elisabethsvloed het economische leven definitief stil. De stad en het achterland waren verwoest en dat zou tientallen jaren voor armoede zorgen. Er kwam pas weer verbetering in de situatie toen in 1461 de Kornsche dijk tussen Dussen en Werkendam gebouwd werd.

Bouw van de vesting

Tijdens de 80-jarige oorlog had de stad zwaar te lijden. Woudrichem was het strijdtoneel van de gevechten tussen Geuzen en Spanjaarden.

Nadat de watergeuzen in 1573 Woudrichem veroverden op de Spanjaarden, bleken de verouderde en vervallen verdedigingswerken niet bestand tegen nieuwe Spaanse aanvallen. De stad bleek niet te behouden. Daarom brandden de Geuzen de stad plat, zodat de Spanjaarden er geen voordeel meer van konden hebben. Omdat Willem van Oranje de stad als strategisch belangrijk steunpunt zag, gaf hij bevel de stad van vestingwerken te voorzien. Deze 'fortificatie' ging in 1583 van start onder leiding van Adriaen Anthonisz van Alkmaar.

In tegenstelling tot andere steden, kwam de nieuwe vesting van Woudrichem niet buiten, maar bínnen de grenzen van de oude stadsmuren te liggen. De verwoestingen van de 80-jarige oorlog hadden een groot gedeelte van de stad braak gelegd. Bovendien waren tijdens de Reformatie de katholieken de stad ontvlucht. Hun kloosters hadden net binnen de stadsmuren gestaan, en door hun vlucht hoefde deze grond niet meer onteigend te worden: een geschikte plek voor de nieuwe vestingwallen en grachten. Woudrichem kromp tot ongeveer driekwart van zijn Middeleeuwse grootte.

Vestingwallen van Heusden

Fietstocht: Van vesting tot vesting

Van vestingen krijg je nooit genoeg. Heb je zin in een stevige fietstocht? Fiets dan de Vesting-tot-Vesting-route. In deze tocht van Woudrichem naar Heusden bezoek je de vestingen van Heusden en Altena. Onderweg rijd je langs tal van interessante historische plaatsen en gebouwen.

Stap op en laat je verrassen!

Kaart van de vesting Woudrichem

Garnizoensstad

Als garnizoensstad gaat het Woudrichem na de bouw van de vesting lange tijd voor de wind. De in het stadje gelegerde soldaten brachten de nodige bedrijvigheid en inkomsten met zich mee. Ze zijn ondergebracht (ingekwartierd) bij de Woerkumse gezinnen, die daarvoor vergoedingen ontvangen.

Ook de riviervisserij is nog altijd een goede bron van inkomsten. Er heerst dan ook relatieve rust, tot aan het rampjaar 1672.

In dat jaar vallen de Fransen onder Lodewijk XIV het zuiden van ons land binnen. Hoewel Woudrichem buiten schot blijft, wordt wel pijnlijk duidelijk dat de vesting niet voldoet. Er is een gebrek aan kruit, kanonnen en transportmogelijkheden. Maar nog erger: de verdedigers realiseren zich dat de vestingwerken te zwak zijn. Bij de versterking ervan moeten nog eens 16 gebouwen het veld ruimen. Voor de veiligheid van de stad en de bescherming van het gewest Holland worden drie poorten in de vesting verplaatst. In de jaren daarna voegt de stad ook drie ravelijnen, versterkte eilanden in de vestinggracht, aan de verdedigingswerken toe.

Woudrichem als deel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie

Tijdens de patriotten- en Franse tijd verandert er aan de vesting zelf niets noemenswaardigs. De stad zelf heeft wel zwaar te lijden onder het einde van de Franse tijd. Inkwartiering van Franse en Pruisische soldaten, beschietingen vanuit Gorinchem en de strenge winter van 1814 - waarin de Pruisen al het hout uit de stad en omgeving slopen - laten de stad half verwoest achter.

In 1815 gaat Woudrichem officieel deel uitmaken van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Deze waterlinie moet het westen van Nederland beschermen tegen indringers met behulp van inundatie (het onder water zetten van grote stukken land). Ten oosten van de vesting wordt daarom het inundatie-sluiscomplex in de Maasdijk gebouwd. Ook wat verderop, bij de Bakkerskil komt een dergelijke sluis te liggen: de Papsluis. Het zijn bijzondere sluizen: waaiersluizen. Deze kunnen tegen hoogwater in openen en staan dus altijd paraat bij dreigend gevaar.

Kringenwet en Vestingwet: opnieuw armoede

Als Woudrichem deel wordt van de Waterlinie, krijgt de stad te maken met de kringenwet. Deze wet schrijft voor dat het schootsveld (het gebied dat wapens kunnen bereiken) rondom een vesting vrij moet blijven. De bebouwing binnen de eerste 1000 meter vanaf de vestingrand komt daarmee aan banden te liggen, of is zelfs verboden. Dat maakt het voor de stad vrijwel onmogelijk om zich industrieel en daarmee economisch te ontwikkelen.

Woudrichem krijgt met nog meer veranderingen te maken. De vestingwet van 1874 beveelt alle vestingsteden om kazernes en loodsen te bouwen voor de troepen. Garnizoenssoldaten verblijven niet langer bij gezinnen, maar verhuizen naar kazernes. Voor de gastgezinnen vallen de vergoedingen voor kost en inwoning weg. Daarnaast werden de inkopen voor bijvoorbeeld de soldatenkeuken centraal geregeld. Zo verdween ook voor de middenstand van het stadje een grote bron van inkomsten. Woudrichem was arm en zou dat blijven tot na de Tweede Wereldoorlog.

Wereldoorlogen

De Eerste Wereldoorlog (1914-1918) bracht Woudrichem niet veel meer dan een tijdelijke wasplaats (badinrichting) voor de gemobiliseerde soldaten en wat overlast van militaire oefeningen. Van het werkelijke oorlogsgeweld merkte het stadje, net als de rest van Nederland, niet veel. De stad werd wel in opperste staat van paraatheid gebracht. Ook vingen Woudrichem en de omliggende dorpen veel Belgen op, die op de vlucht waren geslagen voor de gevechten in hun land.

In de jaren ’30 verergerde de armoede in de stad: de visstand in de rivieren daalde tot een dramatisch laag niveau. Veel vissers raakten werkloos en de armoede veroorzaakte grote misstanden. Grote gezinnen woonden in te kleine huizen, die in veel gevallen ook nog eens in slechte staat verkeerden. Buiten de vesting mocht niet worden gebouwd: de Woerkumers konden geen kant op. Deze situatie duurde tot in de jaren ’50 van de vorige eeuw. Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog bleven de leefomstandigheden van de vestingbewoners slecht. Alleen hun uitzicht veranderde: op 21 april 1945 bliezen de Duitse bezetters Korenmolen Nooitgedacht op, die de stad al sinds 1662 van meel had voorzien.
Pas toen in 1955 de militaire functie van de stad werd opgeheven kwam er verandering in de situatie van de Woerkumers. Er mocht weer gebouwd worden, de stad kon eindelijk gaan groeien.

Korenmolen Nooitgedacht

Een geluk bij ongeluk

Van alle vestingsteden werd Woudrichem als één van de laatste van haar militaire verplichtingen ontslagen. Voor de Woerkumers veel te laat, maar voor ons nu een geluk bij een ongeluk. Steden die zich al in de 19e eeuw van hun vesting mochten ontdoen, vervingen die vaak door modernere bebouwing en infrastructuur. Maar in het begin van de 20e eeuw ontstond er weerstand tegen deze praktijken. In Naarden, dat in 1926 al toestemming kreeg om te “ontvesten”, ontstond voor het eerst protest tegen het afbreken van de vestingwerken - en daarmee tegen het afbreken van het karakter en het culturele erfgoed van de stad.

Ook in Woudrichem werden in de jaren ‘50 in eerste instantie plannen gemaakt waarin de vesting rigoureus op de schop zou gaan. Maar onder andere door de gebeurtenissen in Naarden, werden deze plannen gewijzigd en kwam er nieuwe bebouwing buíten de vesting.

De vesting van Woudrichem is in 1972 aangewezen als beschermd stadsgezicht. Sindsdien is ze ook grondig gerestaureerd en gestabiliseerd. Vandaag de dag bloeit Woudrichem weer en we kunnen er genieten van de echte ‘sfeer van toen’. Rust? Ja zeker. Maar saai? Echt niet!

2020: Woudrichem vanuit de lucht

Wandelen door vesting Woudrichem

Nieuwsgierig geworden naar dit mooie stadje? Maak een wandeling over de vestingwallen en door de vesting van Woudrichem. Met de stadswandeling die we voor je uitzetten, kom je langs alle belangrijke plaatsen in de stad.

Wil je echt álles te weten komen over de vesting en haar bewoners? Maak dan een wandeling met een gids van het stadsgidsengilde. Op deze pagina vind je meer inspiratie om Woudrichem verder te ontdekken.

Met dank aan Jos Korthout van het Stadsgidsengilde voor het delen van zijn uitgebreide kennis over ‘zijn’ Woerkum.

Meer lezen over de vesting van Woudrichem?

Vesting Woudrichem (Hollandse Waterlinie Erfgoed reeks) - Kees van Maastricht & Teus van Tilborg

Gaandeweg Woudrichem - Job Koekkoek

Urbanisation of former city fortifications in The Netherlands between 1805 and 2013 - G. A. Verschuure-Stuip & B. Labuhn

linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram