Terug in de tijd

Prisca Visser is een fotograaf met als voorliefde het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij op pad om verhalen vast te leggen. Ze neemt je mee door de polders, gaat op bezoek bij ondernemers en natuurlijk het water op! Hier schrijft ze korte stukjes over, zodat jij de verborgen parels in Altena leert kennen.

Ondanks dat ik opgegroeid ben in de grote stad, liep ik als kind al vaak op houten klompen. Klepperend rende ik door de achterpaadjes en als ik eruit gegroeid was, veranderde de klomp in een plantenbakje voor aan de muur. Nog steeds loop ik in mijn moestuin veel liever op klompen. Doordat klompen aan de onderkant geen profiel hebben, is de dikke klei beter begaanbaar. Toen ik ontdekte dat er een heuse klompenmaker in Altena zit, was direct het idee voor een artikel geboren. Ik ga terug in de tijd!

Als twaalfjarig mannetje kwam Peter de klompenmakerij binnenlopen, Piet van Gennip zwaaide destijds nog de scepter in de werkplaats. Drie generaties lang was de zaak al in handen van de familie van Gennip. Piet zag de passie en gedrevenheid van Peter en droeg uiteindelijk de klompenmakerij aan hem over. Samen met zijn vrouw Patricia voerde Peter zijn vernieuwende ideeën door. Want een traditionele klompenmaker zijn is een passie, maar er was weinig toekomstperspectief voor dit beroep.

Er kwam een nieuwe klompenmakerij, volledig gebouwd in de oude stijl van vroeger. Het gebouw ligt onderaan de dijk en vanaf boven heb ik een mooi zicht op de locatie. Links van mij liggen grote boomstammen opgestapeld. Dit moet hout zijn voor de klompen! Binnen is het verrassend ruim. Lange tafels zijn gezellig gedekt met kop en schotels. De gebakjes staan ook al klaar. Na mij zal er een groep langskomen voor een bezoek. Er hangt een prettige geur van gebrand hout gemengd met heuse filterkoffie.

“In tijden dat men nog dagelijks op klompen liep, werd er gebruik gemaakt van wilgenhout” vertelt Peter als hij mij rondleidt langs de imposante machines. Wilgenhout is donker hout en goed bruikbaar voor bewerking. Alleen worden de wilgen nu geknot en daardoor zijn de bomen te klein voor de houtkap. “Nu gebruiken we het hout van de populieren” gaat Peter verder. Dat is lichter van kleur, maar net zo goed. In samenwerking met het Brabants Landschap wordt er lokaal populierenhout gekapt voor de klompenmaker. Het moeten wel bomen zijn die verder van de weg af staan, “anders komen we veel spijkers tegen in het hout”. Briefje met een vermiste kat, speurtocht, wegafzetting. Iedere spijker is er 1 teveel voor de zagen.

Het hout wordt zo nat mogelijk bewerkt. Timmerlieden gebruiken gedroogd hout, maar klompenmakers hebben voor het schaven en uithollen natter hout nodig, zodat het niet gaat splijten. Eerst worden de stammen in grote blokken gekloofd, daarna wordt er grofweg de vorm van een klomp in gebeiteld. Dit blok wordt in een klem geplaatst en de machine wordt handmatig bediend om de klomp uit te hollen. Rest nog het gladschuren van de buitenzijde en het houten blok is veranderd in een elegant klompje. Deze moet nog wel weken drogen voordat ze verder bewerkt kan worden.

De telefoon gaat, de buschauffeur meldt dat de groep er binnen tien minuten zal zijn. Met een ferme handdruk neem ik afscheid van Peter. Ik snuffel nog even door de winkel vol met klompen, netjes in rijen. Mijn oog valt op de klomp die is vermaakt tot een vogelhuisje annex voederkast. Ik begrijp dat klompen tegenwoordig weinig meer gedragen worden, maar zo'n nestkastje voor de koolmeesjes is een leuke herinnering aan deze bijzondere plek!

De buitenlucht van het platteland maakt hongerig. Ik had in gedachten om te lunchen bij café 't Zwaantje in Genderen. Voor lokale mensen een bekende stek en het café wordt ook wel 'Kees van Japkes' genoemd. Mij werd het door meerdere mensen aanbevolen om hierheen te gaan. “Echt wat voor jou Pris”. De verwachting is hoog gespannen, dat begrijp je.

Voor de deur staat een rijtje oude Zundapps gestald, het chroom blinkt in de zon. Ik stap het café binnen en moet even knipperen met mijn ogen. In een flits ben ik terug in de tijd. Mijn blik glijdt over de zacht gele balken aan het plafond, langs het oude behang en blijft hangen op de glanzende bar met de tekst erboven gebeiteld: 'gezelligheid kent geen tijd'. Tijd lijkt hier sowieso niet van belang. Er hangt een ontspannen sfeer, niks geen druk gedoe. Achter de bar staat Suzanne die mij vriendelijk begroet. Ik kies een tafeltje achterin de hoek bij het raam waar ik uitzicht heb op het hele café.

Een groep mannen zit verderop. Hun gelach komt soms boven de achtergrondmuziek uit. Ze zijn aan het toeren met de brommers die ik voor de deur zag staan. Hun bestelling wordt geserveerd door Suzanne, borden hoog beladen met glanzende frieten en grote burgers. Die burger lijkt mij wel wat en ook ik bestel een 'van Jappeburger'. Suzanne vertelt dat dit hun hardloper is van de kaart. Een sesambol van zacht brood die speciaal door de bakker gemaakt wordt met een grote, sappige burger erop. “Het vlees is van eigen koeien”, zegt Suzanne, “je mag zo wel even mee naar achteren om een kijkje te nemen”.

Als mijn lunch achter de kiezen zit, loop ik met Suzanne mee door de achterdeur. Onder het lopen vertelt ze het verhaal. Café 't Zwaantje is ooit gestart door haar voorouders. Zij is met haar man die in de keuken staat, de vierde generatie die het café draaiende houdt. Ooit echt begonnen als café, maar na verloop van tijd kwamen er wat koeien bij. Die stonden in de stal aangrenzend aan het café waar ik nu doorheen loop. Inmiddels is er een ruime stal op het erf gebouwd. Alleen de pinken kunnen we een aai geven, de koeien lopen heerlijk in de wei. “Ruim veertig melkkoeien. De melk en het vlees gebruiken we in ons café”, glundert Suzanne trots.

Het is drukker geworden binnen en ik nip nog even rustig aan mijn ijsthee voordat ik verder ga. Mensen kennen elkaar, begroeten elkaar. Het voelt als een warme deken, hier zittend aan tafel. Het café is duidelijk het hart van de gemeenschap. Vitrines vol met prijzenbekers sieren de muren. Zowel de visclub, biljartclub en scherpschuttersvereniging hebben hier al decennia hun thuisbasis. Ik zie zelfs een beker staan uit 1969! Nog even neurie ik zachtjes mee op de laatste noten van 'What a Feeling' van Flashdance die uit de boxen komen en dan stap ik weer naar buiten, het zonlicht in.

Mijn laatste stop is het Duyls Bos. Je moet het maar net weten te vinden, want deze bijzondere plek ligt verscholen tussen de weilanden. Langzaam slenter ik over het lange grindpad wat de oprit vormt naar het hart van het bos, een groep gebouwen die tezamen net een klein dorpje vormt. Boven mij ruist de wind zachtjes door de bladeren van de enorme populieren. Deze populieren zijn aangeplant in 1953 voor de klompenmakerijen, kan je dat geloven?! Jan en Jenny zagen in de jaren '70 dit land met bomen te koop staan, deden een bod en voor ze het wisten waren ze de eigenaren van een lap grond met bomen en een half verbrand huisje. Daar zie je nu helemaal niks meer van terug!

In de jaren daarna verzette het echtpaar bergen werk. Zonder stroom of drinkwater werden er grote stukken grond afgegraven, waterpartijen aangelegd, kwam er een eilandje, moestuin, bloementuin, wandelpaden en kon Jan zijn creativiteit kwijt in het aanbouwen van een aantal bijzondere huisjes. Jan en Jenny werden ouder, maar deden nog altijd alles zonder auto en hielden het hele bos bij volgens authentieke werkwijzen. Op een dag is de beslissing gevallen om een stichting op te richten. Jan is nog steeds een harde werker op het terrein, maar het is prettig dat er nu ondersteuning is door een groep vrijwilligers.

Agnes is vrijwilligster van het eerste uur en heet mij van harte welkom. We beginnen met een mok hete koffie, Jan luidt de grote bel naast de buitentafel om iedereen te waarschuwen. Na het voorstelrondje wandelen Agnes en ik door het bos. Het eerste gebouw waar mijn oog op valt, is een zwart gebeitste potdeksel schuur. Vroeger stond hier een varken, maar nu is het een miniatuur huisje met werkplaats, keukentje en houtkachel. De nok wordt versierd door een prachtig gevelteken wat symbolisch is, net als de hoefijzers die het geluk op moeten vangen. Hoe verder we komen op het terrein, hoe meer mij de symboliek en gedachte achter dit levenswerk opvalt. Zo staat de lichtblauwe kleur achter Maria in het kapelletje voor het hemelse en bescheidenheid. De kapel zelf gaat schuil onder een grote Ginkgo boom welke een hoopgevende symboliek heeft.

Verder kom ik een kleine bakkerij tegen die daadwerkelijk gebruikt kan worden. Het bakhuis werd compleet met oven gebouwd en daarna werd de inboedel gedoneerd door voormalige dorpsbakker Manschot. Om de hoek vind ik een schoenmakerij en een verzameling oude landbouwwerktuigen. Sommige van de landbouwgereedschappen worden nog in de tuin gebruikt. Er zijn twee vitrinehuisjes die vol staan met antieke blikken, emaille pannen en eentje bevat een heuse winkelinrichting. De gele schotten in het winkeltje zijn afkomstig uit hotel Krasnapolsky in Amsterdam. “Veel wordt er gedoneerd”, vertelt Agnes, “maar Jan heeft ook veel verzameld in zijn leven”.

Na het bezoek aan de gebouwtjes, volgt een ronde over de tuinen. Het terrein is veel groter dan ik mij had voorgesteld. Door de vele regen van de afgelopen periode steken hier en daar wat paddenstoelen boven de grond. De moestuin ligt er keurig netjes bij. Op een lange strook wordt het bladafval verzameld. Deze composthoop wordt steeds vooraan weer afgestoken en gebruikt als voeding voor de tuin. Zachtjes zoemend, zoekt een bij haar weg van de roze zonnehoed naar de cosmea. Naast een moestuin en vlindertuin, zijn er grootse plannen voor een bloesembos met diverse soorten fruitbomen. Het begin is er al. Zo kom ik een hazelaar tegen die zijn zware takken vol hazelnoten over het pad buigt.

Resthout wordt, naast brandhout, gebruikt voor zogenaamd geriefhout. Bijvoorbeeld bonenstaken, rijshout voor de erwten of om planten te ondersteunen. Hergebruik en werken met de natuur, vormt de kern van het hele gedachtegoed. Voor alle materialen en spullen die op Jan zijn pad komen, vindt hij een passende functie. Kijk niet verbaasd op als je een levensgrote uil gemaakt uit oude bakstenen aantreft tussen het groen. Jan maakte deze voor Jenny omdat ze zo gek is op uilen. Levende uilen weten hun weg trouwens ook te vinden in het bos. Regelmatig schalt het oehoeee bij schemering tussen de populieren door.

Ik kom werkelijk ogen te kort hier. Dit is het levenswerk van een visionair man. Nu is het misschien heel normaal en zelfs trendy om spullen te hergebruiken, geen schadelijke stoffen op de tuin te gebruiken en ervoor te zorgen dat de natuur in harmonie is. Je moet je voorstellen dat het in de jaren '80 nog erg revolutionair was. Jan had een vooruitziende blik en zag dat de zware en vervuilende industrie op langere termijn niet houdbaar was. Dit kan je terugzien in 1 van de vele, door hem gemaakte, mozaïeken op de grond. Het beeldt een man uit die zijn vuist heft tegen een snelweg en schoorsteen met zwarte rookpluim.

Wil je ook deze route maken? Ik deed het op de fiets en reed er ongeveer dertig kilometer voor. Onderweg kom je overal kleine kraampjes tegen waar je eigengemaakte jam of honing kunt kopen. Nu ik het verhaal ken van de populieren in de streek, viel het mij gelijk op dat er langs de weg stapels boomstammen lagen, klaar voor de verdere houtproductie. Op een koudere middag is het ook leuk om deze tocht met de auto af te leggen. Als je nog zin hebt in iets lekkers tussendoor kan je, net als ik, een boerenijsje halen bij Melktap de Bloemplaat Hoeve, om de hoek van het Duyls Bos.

Wil jij dezelfde route maken als Prisca? Hier vind je een overzicht van de locaties die zij bezocht:

- Klompenmakerij den Dekker
- Café 't Zwaantje. Kijk voor de openingstijden op de website.
- Duyls Bos

Tekst en foto's: www.priscavisser.nl. Hier vind je alle blogs van Prisca.

linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram