Met de wind in de rug langs de forten

Prisca Visser is een fotograaf met als voorliefde het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij op pad om verhalen vast te leggen. Ze neemt je mee door de polders, gaat op bezoek bij ondernemers en natuurlijk het water op! Hier schrijft ze korte stukjes over, zodat jij de verborgen parels in Altena leert kennen.

De neuzen van mijn schoenen worden nat als ik mijn fiets wegzet. De grassprieten zijn bedekt met dauwdruppels. Het grind van de oprijlaan knerpt zachtjes. Verder is het nog heel stil buiten. Ik ben vroeg op pad om een fietstocht te maken langs de forten in de Biesboschlinie. Mijn eerste stop is Fort Giessen. Uitbundig word ik begroet door een toom Barnevelders, prachtige kippen met zwartbruine veren die glanzen in de zon. Ze zijn nieuwsgierig en komen kijken of er iets te halen valt. Als blijkt dat ik alleen mijn camera uit mijn tas haal, gaan ze terug naar hun stek in het warme ochtendzonnetje.

Ik ben de route begonnen bij de parkeerplaats aan de Schapendam in Woudrichem. De route die ik ga fietsen is de Biesbosch Fortentocht. Deze vier forten zijn onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie welke op de Werelderfgoedlijst van Unesco staan. Achter deze waterlinie gaat een bijzonder historisch verhaal schuil. Om vijanden te verhinderen, was er een plan: onderwaterzetting, oftewel 'inundatie'. Door lage gebieden onder te laten lopen met water belemmerde het de vijand om verder op te rukken. Het water was niet hoog genoeg om doorheen te varen, maar tegelijk te diep om doorheen te waden. Dit masterplan was zo uitgebreid dat er overal sluizen en dijken waren om de inundatie in werking te kunnen zetten. Sommige delen van deze Waterlinie waren kwetsbaarder. Ze lagen hoger en waren interessant om in te nemen. Daarom bouwde men een reeks forten. Ieder fort had zijn eigen doel om de linie te versterken.

Mijn eerste stop is Fort Giessen, net buiten het dorp Giessen. Ik loop een rondje over het fort heen. Dat kan, want het fort is bedekt met een dikke laag aarde en gras. Er zijn een paar bijgebouwen waar munitie en geschut werd opgeslagen. Nu ik zo hoog bovenop het fort sta, zie ik dat het omringd is door een rij struikgewas. Na deze korte pauze, fiets ik verder richting knooppunt 71. Het is nog veel te vroeg voor een lunch en ik wil wat kilometers maken.

Langzaam wordt de wereld wakker en trekt de dauw op in nevelen die boven het land blijven hangen. De wielen van mijn fiets zoeven over de landweggetjes en net na Fort Giessen valt mij ineens iets op. De rijen struikgewas langs sommige weilanden zijn precies dezelfde als die ik om het fort zag! Ik stap af midden op een kruispunt en ga op onderzoek uit.

Mijn vermoeden is al snel bevestigd. Ook hier staan rijen meidoorn. De meidoorn heeft kleine, maar venijnige stekels en werd gebruikt als extra verdediging. Moet je voorstellen dat je als soldaat door hoog water moet waden en dan ineens tegen een doornenstruik loopt die je niet zag. Auw. Nu ik erop ga letten zie ik de meidoorn overal terugkomen in het landschap. Als hagen, maar ook hier en daar als volgroeide struik.

Ik fiets van knooppunt 71 naar 41 en door naar 40 bij Fort Altena. Dit deel van de route vind ik echt prachtig. Groene weilanden zover ik kan kijken. In de verte zie ik nog de kerktoren van Woudrichem. Na een paar binnenwegen sla ik af, een fietspad op. De maïs staat hoog aan beide kanten. Het linker pad gaat al snel over in een verhard pad. Er liggen plassen door de regen die gevallen is, maar het is prima te fietsen. Ik fiets tussen de bunkers door op Landgoed Kraaiveld. Grijze massieve blokken in velden vol met wilde cichorei. De kleine blauwe bloemhoofdjes steken fel af bij het groen van het gras. In tijden van de Tweede Wereldoorlog maakte men koffie van gemalen wortel van wilde cichorei. Nu fleuren ze vooral de bermen op. De route gaat over een wildrooster heen. De enige dieren die ik tegenkom, zijn de koeien van Landgoed Kraaiveld. Ze hebben alleen oog voor het verse gras en zonder problemen kan ik er langs.

Voorzichtig de drukke weg oversteken en dan voert het pad verder tussen twee molens door. Dit zijn oude wipmolens die waren bedoeld voor het bemalen van de polders. De Zandwijkse en Uitwijkse molen staan niet voor niets een eind uit elkaar. Zo wilde men voorkomen dat de molens in elkaars wind stonden. Ook hier is de route nog steeds goed te volgen. Ik merk dat het prettig is om niet steeds mijn telefoon te moeten pakken voor de route maar gewoon bordjes kan volgen. Dat geeft veel meer rust!

Voor ik het weet ben ik bij Fort Altena, mijn volgende stop. Helaas is de horeca gesloten maar de toiletten zijn wel geopend. Heel fijn voor alle fietsers en wandelaars die langskomen. Dit fort is van origine gebouwd om de Uppelsedijk en de route tussen Gorinchem en Breda te verdedigen. Het heeft door de jaren heen meerdere functies gehad, maar uiteindelijk is er nooit strijd geleverd. Het terrein is veel groter dan Fort Giessen. Ik vind het interessant om op een plek met zoveel historie rond te lopen. Met je ogen half dicht geknepen, is het niet moeilijk om voor te stellen hoe het er vroeger aan toeging. Inmiddels is het tijd voor een boterham en ik loop richting het glooiende grasveld voor het fort. De hoge bomen bieden schaduw tegen de zon die steeds feller wordt. Langs de rand van het water staat een prachtig bankje. Ideaal om even pauze te nemen.

Ik had thuis wat notities gemaakt met wat ik graag wilde zien. De Papsluis staat dik onderstreept bovenaan. Maar voordat ik daar ben gaat de route langs Fort Bakkerskil. Dit fort is neergezet om de Papsluis te verdedigen en het ligt vrij dicht bij Fort Altena.

De lucht is ineens flink betrokken en net als ik onder de luifel stap op de binnenplaats, begint het te druppen. Wat een timing! Tot mijn verrassing is hier wel een klein café open. De verleiding is te groot en ik val voor een heerlijke kersenkruimelkoek met koffie. Er zijn ook verse smoothies te krijgen voor wie een meer gezondere optie wilt. Voordat ik verder fiets, klets ik wat met de uitbater. “We zijn open zolang het droog is”, zegt hij. “Met regen is er niemand en heeft het geen nut”.

De Papsluis is een paar honderd meter achter Fort Bakkerskil en de fietsroute loopt erlangs. Het is een waaiersluis wat betekent dat de sluisdeuren naar beide kanten geopend kunnen worden. Deze sluis is speciaal voor de inundatie gebouwd. Hiermee konden ze vroeger de polders snel onderwater zetten. Dit ging door schotten te plaatsen in de sluis om het water tegen te houden. In het landschap naast de sluis staat een overkapping met grote houten bielzen eronder. Dat is het zogenaamde 'schottenbalkhuis'. Hier liggen de balken die in de gleuven van de sluis geplaatst kunnen worden.

Na wat rondgekeken en de informatieborden te hebben gelezen, fiets ik verder. Nu gaat het spannend worden, want ik wijk af van de route. 70 kilometer is mij iets te gortig en heb het ingekort naar 40 kilometer. Ik snij de onderste punt door de polder een stuk af en koers over landwegen richting het pontje. Het is open terrein dus de wind heeft vrij spel. Dat is te merken ook. Gelukkig is dit het enige stuk dat ik tegenwind heb. Op de landerijen wisselt de teelt snel af. Ik zie rode kool, pompoenen en suikerbiet voorbij komen. Prachtig dat veel akkerranden zijn ingezaaid met wilde bloemen. Goed voor de insecten, maar het is ook mooi om te zien!

Als ik aan kom fietsen bij het pontje over het Steurgat vaart deze net weg. Dat geeft niet, want op dagen als deze pendelt het steeds heen en weer. Er hangt een grote, messing bel die je kunt luiden als je het pontje wilt oproepen. Ik heb het niet geprobeerd, maar kan mij voorstellen dat het geluid ver zal dragen hier. Het Steurgat is een getijdenkreek die door de Biesbosch loopt. Dit pontje is de enige oeververbinding dus ik ga met fiets en al aan boord. Het scheepje is klein en rechthoekig. Een overkapping moet beschermen tegen de ergste regen als die valt. Alleen een hekwerk scheid je af van het stromende water. Zachtjes brommend trekt de motor ons langs de kabel voort. Het is een kabelpontje. Aan beide oevers is een kabel bevestigd die op de bodem ligt. Als het pontje vaart, trekt deze zichzelf voort langs deze kabel. Ontzettend leuk om eens mee te maken, zeker als je bedenkt dat het volledig gerund wordt door vrijwilligers. Veel te snel naar mijn zin heb ik weer vaste grond onder mijn voeten. Als je ook deze route wilt fietsen, hou er dan rekening mee dat een overtocht €1,- kost en dat je contant dient te betalen.

Ik vervolg mijn aangepaste route en houdt knooppunten 29 en 10 aan. Ook hier is het weer overal goed aangegeven! Aan de overkant van de weg passeer ik Fort Steurgat. Drie keer raden waarom dit fort destijds gebouwd is. Om het Steurgat bescherming te bieden! Het is niet toegankelijk, er zijn woningen in gebouwd. Ik laat het fort links liggen en stuur mijn ijzeren ros door Werkendam.

Nu rest mij alleen nog de terug route richting Woudrichem. Alsmaar rechtdoor over de dijk, wisselend met ander verkeer en alleen fietspad. De zon is alweer over zijn hoogste punt heen en de schaduwen worden langer als ik bij het beginpunt aan kom. Het was een heerlijke route om te rijden en zeker een aanrader. Onderweg is er veel te zien en het is leerzaam om meer te weten te komen over de Nieuwe Hollandse Waterlinie en hoe dat in zijn werking ging.

Wil jij dezelfde route fietsen als Prisca? Hier vind je een overzicht van de locaties die zij bezocht:

- Fort Giessen
- Fort Altena. De brasserie is geopend van vrijdag tot en met zondag van 10.30 tot 17.00 uur.
- Fort Bakkerskil
- De Papsluis
- Pontje Steur
- Fort Steurgat
- Nieuwe Hollandse Waterlinie

Liever de hele route? Download hier de Biesbosch Fortentocht. Tekst en foto's: www.priscavisser.nl. Hier vind je alle blogs van Prisca.

linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram