Deze wandeling is eigenlijk een drie-in-één dorpentocht. Je start in Eethen bij een bijzonder kerkje met onderdelen die dateren uit de 12e eeuw. Vanaf de parkeerplaats bij de kerk wandel je via de Cornelis Branderhorstsraat richting het noorden. Deze straat loop je uit tot de aansluiting met de Provincialeweg Zuid, met aan de overkant knooppunt 41. Vanaf hier ga je de polder in richting Babyloniënbroek, een langgerekt boerendorp met trotse inwoners. En let goed op racefietsers, want het is het dorp waar wielrenster en veldrijdster Marianne Vos woont. Onderweg kom je een zorgboerderij tegen die haar producten van het land langs de weg verkoopt. Je schampt Dussen om naar Meeuwen te wandelen. Hier staan langs de provinciale weg de Witte molen en een noodwoning van vlak na de Tweede Wereldoorlog. Als de molen draait kun je deze én de noodwoning bezoeken. Langs de provinciale weg loop je terug naar de kerk in Eethen.

Dussen ligt dicht bij de Bergsche Maas. Deze rivier is begin vorige eeuw met de hand gegraven om ’t Hertogenbosch te behoeden voor overstromingen. Vanaf het dorp loopt je richting deze rivier. Onderweg komt je een gratis veer tegen. Zelfs na meer dan een eeuw is dit nog altijd een geste om de boeren tegemoet te komen voor het feit dat ze door de rivier gescheiden werden van hun akkers aan de overkant. Iedereen mag daarvan meegenieten, want overvaren kost niets.

Richting Meeuwen komt je een lieflijke picknickplaats tegen. Je steekt de provinciale weg over (goed opletten) en loopt dan het landelijke deel van Dussen weer in. Na knooppunt 70 loop je langs de molen het natuurgebied Kornsche Boezem in, ook wel de Kleine Biesbosch genoemd. Ook hier is het heerlijk picknicken. Via een oude dijk met monumentale boerderijen en een klompenmaker loop je naar het eindpunt.

Dit dorp aan de Bergsche Maas heeft een gratis veerverbinding met Waalwijk. De rivier is tus- sen 1888 en 1894 uitgegraven. Voor de arbeiders waren de dagen lang. Zestien uur van huis was heel normaal. Het was zwaar werk en het loon was karig. Van elke gulden die ze verdienden ging een cent naar een soort ziekenfondspremie. Die ene gulden verdienden ze trouwens niet per uur, maar per dag! 

Dat de Bergsche Maas er kwam was nodig om ’s-Hertogenbosch voor overstromingen te behoeden. Drongelen werd hierdoor een dorp aan de nieuwe rivier.

De route start langs deze rivier richting Genderen. Je komt langs café ’t Zwaantje, een mooie plek voor een lunch of koffie. Via het dorp Eethen, waar een prachtig kerkje uit de 12e eeuws staat, loop je terug naar het startpunt.

Dit is een bijzonder dorp. De mensen die hier wonen zijn er erg trots op en ook op veldrijdster en wielrenster Marianne Vos (olympisch en meervoudig wereldkampioen) die hier woont. Goed opletten dus, wellicht fietst ze gewoon langs! (Zie ook onze Marianne Vos Fietsroute.)

De wandeling begint bij zorgboerderij Den Hill. In het schuurtje aan de straat worden producten uit de tuin verkocht. Je loopt richting het dorp om bij knooppunt 63 de bovenliggende poldr te ontdekken. Je bent onderweg naar het Pompveld, een gebied van 239 hectare dat met rust gelaten is tijdens de grote ruilverkaveling die aanving in de jaren ‘60 van de vorige eeuw. Een prachtig natuurgebied waar je reeën, zilverreigers en haviken op je pad kunt tegenkomen. Er zijn tal van bankjes en picknickplaatsen te vinden waar je je kunt onderdompelen in de stilte en heerlijk tot rust komt.

Andel kent interessante plekjes om te bezoeken. Neem nu de Wilhelminasluis en het graf van Jan Claesen. Deze wandeling start bij de sluis. Er staat een indrukwekkend gedenkteken dat herinnert aan de opening van de sluis op 18 augustus 1904 door Koningin Wilhelmina. Het is de enige waaiersluis in Nederland met een groene kolk, wat inhoudt dat de wanden van de sluiskolk met gras bekleed zijn. De schutsluis zelf is gebouwd rond 1896 en markeert de grens tussen Noord-Brabant en Gelderland.

Langs de provinciale weg loop je richting Giessen om via Fort Giessen (het meest zuidelijk gelegen fort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie) richting Andel te wandelen. Eenmaal op de Hoge Maasdijk heb je een prachtig zicht op de rivier. Het graf van Jan Claesen vind je op de begraafplaats bij de Romboutstoren in Andel. In de 17e eeuw was Jan Claesen trompetter in het leger van Frederik Hendrik van Oranje. Nadat hij uit militaire dienst trad (omdat hij niet van vechten hield), ging hij samen met zijn vrouw Katrijn poppenkastvoorstellingen geven in Amsterdam.

De route begint bij Golfpark Almkreek en loopt langs het riviertje de Alm waar van kunstenaars uit de streek rustbanken zijn geplaatst. Het dorp Almkerk kent prachtige historische verhalen over de rivier De Alm, weleer een breed water waar schepen op voeren. De restanten doen meer denken aan een sloot en de nazaten van de voormalige zeebonken zitten nu aan de waterkant te vissen. Overigens wel een leuke plek voor een picknick! Bijzonder is bioscoop Hollywoud, langs de provinciale weg (richting de A27). Een gezellig filmhuis waar je tijdens de voorstelling drinken en lekkers kan bestellen. Houd je meer van het buitenleven? Ga dan sportief ‘aan de slag’ op Golfpark Almkreek. Tijdens deze wandeling loop je langs delen van dit golfpark. Je loopt langs boerderij De Koppel die in de Eerste Wereldoorlog een belangrijke rol speelde (zie ook onze fietsroute Fietsen & verhalen langs de linie). Langs de Woudrichemseweg passeer je landgoed Clootwijck; een locatie die streekproducten verkoopt. Je wandelt door het dorp en via de Broekgraaf en over ’t Laagt terug naar Golfpark Almkreek.

De stadswandeling begint bij de Wereldwinkel, Kerkstraat 7.
Je ziet vanaf het kruispunt de Gevangenpoort. Loop eronderdoor richting de rivier.

De Gevangenpoort is één van de vijf overgebleven poorten uit de 15e eeuw. Tot het begin van de 20e eeuw is het pand in gebruik geweest als arrestantenlokaal. Sommige gevangenen hebben hun naam als aandenken binnen in de muur gekerfd.
De waterpoort doet nog altijd dienst bij hoogwater. In de betonnen uitsparingen worden balken geschoven en de ruimte ertussen wordt gevuld met zand. Deze kistdam houdt het woeste water tegen en beschermt het vestingstadje.

Op d’n Bol (of in het dialect ’t Hôôd) zie je in één oogopslag drie rivieren: Maas, Waal en Merwede en drie provincies: Noord-Brabant, Gelderland en Zuid-Holland.

In de Historische haven worden schepen er opgeknapt en te water gelaten. De grote binnenvaartschepen worden bewoond. Als je je omdraait en omhoog kijkt, zie je vanaf hier het huis van Dokter Tinus* uit de gelijknamige SBS6-serie.
Op de stadswal staat de voormalige kazerne van de Koninklijke Marechaussee waarvan het middelste gedeelte tot aan het einde van de 20e eeuw als politiebureau in gebruik was. De meest bekende agent in Woudrichem heette Pietje Potlood. Het zal je niet verbazen dat hij graag bonnen uitschreef.

In de ijskelder (bij huisnummer 20) werd tot in de vroege jaren van de vorige eeuw ijs opgeslagen. In de winter werden blokken ijs uit de stadsgracht gezaagd en hierheen gebracht. De vishandelaren gebruikten het ijs om de versgevangen vis koel te houden De muren van de ijskelder zijn wel een meter dik, wat de temperatuur constant laag hield.

Huisnummer 2, het Jacoba van Beierenhuis, is het oudste stenen huis in de vesting. Jacoba was gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen. Hier werd in 1419 een vredesverdrag getekend en verzoende Jacoba zich met haar oom Jan van Beieren. Van 1965 tot 1985 woonden hier Franciscaner nonnen. Sinds 2019 draagt het huis de titel Jacoba Cultuurhuis en vinden er muzieklessen, lezingen en concerten plaats.

De vierendertig meter hoge Martinustoren is gebouwd in de eerste helft van de 15e eeuw. De bovenste twee geledingen stammen uit de tijd van rond 1530. De toren draagt de bijnaam De Mosterdpot. Ooit was er een mosterdfabriekje in de vesting. Opgewaaide zaadjes hebben boven op de toren wortel geschoten, waardoor deze aan zijn naam komt. Dit leuke feitje is niet te vergelijken met het volgende vreselijke verhaal. Aan het einde van de 2e wereldoorlog zat de toren vol kruit. De bezetter wilde de toren opblazen. Gelukkig is dit op het laatste moment niet doorgegaan. Helaas is de molen op de Rijkswal dit lot niet bespaard gebleven. Een opmerkelijk feit is ook de tijd die aangegeven wordt op de toren. Het is een aantal jaren -tijdens WO2- de nationale tijd is geweest. Woudrichemse tijd was toen dé tijd waar iedereen vanuit moest gaan.

In het arsenaal, dat in 1851 is gebouwd, is het Visserij- en Cultuurhistorisch museum gevestigd. Voorheen werd het gebruikt voor de opslag van militair materieel. Vlak voor het arsenaal staat het beeld van Jan Claessen de trompetter uit het leger van prins Maurits (1585-1625) en een kanon uit 1818. De vesting heeft door de eeuwen heen een belangrijke militaire functie gehad. Het maakte deel uit van de Oude en de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De rol als militair bolwerk en de functie die het hierin vervulde is bij koninklijk besluit opgeheven op 27 mei 1955. In 1972 is de gehele vesting aangewezen als beschermd stadsgezicht.

Het witte huis tussen het arsenaal en stadspoort De Koepoort is gebouwd in 1856 als militair wachthuis voor soldaten en officieren. Na het sluiten van de stadspoort betaalden voetgangers 2 1/2 cent om de poort binnen te komen. Wilde je met paard of paard en wagen naar binnen, dan liepen de tarieven snel op. Het wachthuis heeft ook dienst gedaan als verpleeghuis voor choleralijders. En... sindsdien schijnt het er te spoken...

Korenmolen Nooit Gedagt is opgeblazen in de WO2. Waar de toren gespaard bleef, heeft de molen het moeten ontgelden. De bezetter was bang dat de hoge molen als uitkijkpost gebruikt werd. In 1996 is de herbouwde molen in gebruik genomen. Het is een uniek exemplaar, want de korenmolen is Nederlands enige achtkante stenen stellingmolen. In de molen zijn producten te koop die de molenaar zelf maalt en ook andere streekproducten die je geproefd moet hebben. En zeg nu zelf... het beste pannenkoekenmeel koop je natuurlijk hier!

De twee kruitkelders van rond 1850 zijn bij oorlogsdreigingen in gebruik geweest als munitieopslag-plaats. In 2007 zijn ze gerestaureerd. Ook deze kruitkelders maken deel uit van het erfgoed van de Oude en de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

De rooms-katholieke kerk is een waterstaatkerk, gebouwd in 1838 In de nis van de voorgevel staat een beeld van de Tsjech Johannes Nepomuk (1350-1393), patroonheilige van de bruggen. Nepomuk had de biecht afgenomen bij de echtgenote van koning Wenceslaus. Toen de koning hem vroeg wat zijn vrouw hem verteld had, zweeg Nepomuk. Wenceslaus liet hem met een steen om de nek van de brug in de Moldau gooien. Nepomuk stierf als martelaar.

De kazerne, gebouwd in 1854, was het verblijfsgebouw voor soldaten en hun uitrusting. Het heeft tot in WO2 als zodanig dienst gedaan. Hier in Woudrichem kende men de dienstplicht lang voordat het landelijk werd ingesteld. Sinds 1747 opereerde hier een burgercompagnie waarin gezonde mannen tussen de achttien en zestig jaar dienst moesten doen.

Het eeuwenoude voetveer staat vooral bekend om de slogan Heen motte betaole en weer weer. Een uitstapje naar slot Loevestein is vanaf hier zo gemaakt. De schipper vaart wanneer jij er klaar voor bent en je mag je fiets meenemen op de pont. Wie terug wil, luidt de scheepsbel aan de Gelderse kant van de rivier en de schipper haalt je weer op.

Vanaf dit punt kijkt de zalmvisser uit over het water. Het kierbesluit moet ervoor zorgen dat de zalm vanuit de Noordzee via het Haringvliet weer toegang heeft tot de rivieren. Wellicht dat in de toekomst de zalmvisserij in Woudrichem weer op kan bloeien. De zalmvisser houdt een oogje in het zeil.

Links van het pand met huisnummer 46 zie je het De Wittspoortje, dat ook wel het Annopoortje wordt genoemd. Het jaartal verklapt dat het in 1611 is gebouwd. Stel je toch eens voor. Al meer dan 400 jaar volgt dit poortje het wel en wee in Woudrichem. Als stenen konden praten... Het poortje heeft zijn naam te danken aan raadspensionaris Johan de Witt. Hij was de grootvader van burgemeester Johan de Witt die hier in 1611 trouwde en zijn ambt vervulde.

In ’t Oude Raedthuys (1592) zetelde het stadsbestuur. Links ervan zijn drie gevangenisjes te vinden die tot in de vorige eeuw nog in gebruik waren. Het zijn de meest donkere, kille en klamme krochten van de stad. Verbeeld je maar eens hoe je daar een nachtje in doorbrengt.

De Hoogstraat is de oudste straat in de vesting. Hier ontstond rond 900 een nederzetting op de hoge oever langs de rivier. Die nederzetting groeide langzaam uit tot een militair bolwerk: vestingstad Woudrichem! Er zijn diverse huizen uit de late middeleeuwen bewaard gebleven. Ze zijn gedecoreerd met illustratieve gevelstenen zoals te zien is bij In Den Vergulden Helm en De Salamander.

Als je wandelt, kun je heerlijk de tijd nemen om de wereld om je heen te ontdekken. Je vertraagt en komt de mooiste dingen tegen. Of het nu natuur is, erfgoed of de bedrijvigheid op het water of het boerenland.

In de Biesboschlinie ligt een netwerk van wandelknooppunten. Je stippelt gemakkelijk je eigen route uit langs de genummerde bordjes en kiest zo de afstand die bij je past.

In elke afzonderlijke kern van de gemeente Altena is óók een uitgestippelde route te vinden langs de wandelknooppunten. Deze zijn verzameld in de wandelgids dat gratis te verkrijgen is bij de VVV Biesboschlinie folderposten of digitaal op deze pagina.

Combineer deze tocht met een wandeling over de Deeneplaat; een gebied dat bestaat uit grienden, ruigten en wilgenvloedbossen. Kenmerkend voor de Deeneplaat zijn de vletsloten. Rijshout werd met griendaken afgevoerd door deze brede sloten. Ook kom je hier klepduikers tegen. Dat klinkt wellicht als een inheemse eendensoort, maar dat is het niet. Een klepduiker is een ijzeren buis met een klep die ervoor zorgt dat water bij eb uit de griend kan, maar er bij vloed niet in kan stromen. 

Als je een route vol afwisseling zoekt, dan is dit een aanrader. Omdat de route door smalle kreekjes en over breder vaarwater gaat, krijg je te maken met stroming. Echt een tocht voor de sportieve kanoër. Je kunt voor deze route een dag uittrekken. Even aanleggen om te picknicken kun je op de strandjes en om de benen te strekken is een wandeling op de Deeneplaat een aanrader. In elk jaargetijde is het er verrassend mooi, zelfs op koude, grijze dagen. Er groeien maar liefst zo’n 130 soorten planten. Sommige met prachtige namen, zoals look zonder look,  vogelmelk en reuzenbalsemien. De laatst genoemde komt van oorsprong uit de Himalaya en kan wel drie meter hoog worden. De paarse bloemen bloeien uitbundig in augustus. 

Vroeger kwamen hier veel denen (een kleine zwanensoort). Dat verklaart wellicht de naam Deeneplaat. Tegenwoordig kom je hier knobbelzwanen tegen die op weg zijn naar het warme zuiden. Dit is ook de plek waar de zeldzame noordse woelmuis nog voorkomt. Het is het enige zoogdier in Nederland dat in een geïsoleerde populatie leeft. Ze zijn vooral ’s nachts actief.

Je kunt een kano huren bij Jachthaven Van Oversteeg in Werkendam of bij DOCKS vissershang in Hank. Neem contact op met de desbetreffende partij voor de beschikbaarheid en het huren van de kano.

Speurtocht Woudrichem (looptijd 1,5 uur – 2 km)

Welkom in Woudrichem, of zoals de mensen het hier noemen: Woerkum. Strik je veters vast, schud je spieren los, haal diep adem, schouders recht, kin omhoog en ... speuren maar!

Weet je een antwoord niet? Vraag dan hulp aan iemand die je op straat tegenkomt. Misschien hoor je dan juist een spannend verhaal van een echte Woerkumer! Heel veel succes en vooral ontzettend veel plezier tijdens het speuren naar de antwoorden!

Overzicht van al onze routes in de Nieuwe Hollandse Waterlinie

linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram