Lezing “de Geschiedenis van het Oude Maasje en het graven van de Bergsche Maas”
Spreker is Gien van Wijk, bestuurslid van de heemkundekring Onsenoort.
Op dinsdag 9 december 2025 organiseert de Historische Kring “het Oude Land van Heusden en Altena” in samenwerking met Archeologische Vereniging “Archeo-Altena” een lezing met als thema “Geschiedenis van het Oude Maasje en het graven van de Bergsche Maas”. De lezing wordt verzorgd door Gien van Wijk.
De lezing vindt plaats in het Fort Giessen, Giessensesteeg 2, 4283HP Giessen
Aanvang: 20.00 uur (inloop vanaf 19.30 uur).
De toegang is gratis voor leden, niet-leden betalen € 5,00.
Nederland is gevormd door het water – en nergens is dat beter zichtbaar dan in het gebied rond de grote rivieren Rijn en Maas. Eeuwenlang hebben deze rivieren zand en grind afgezet, waardoor hoger gelegen stroomruggronden ontstonden. Deze natuurlijke verhogingen boden veiligheid tegen het water en waren bij uitstek geschikt voor bewoning. Zo ontstonden al in de vroege middeleeuwen dorpen als Herpt, Oudheusden, Doeveren, Meeuwen en Eethen. Ten zuiden van deze stroomruggen lagen uitgestrekte veenmoerassen, die tussen circa 1100 en 1500 werden ontgonnen tot landbouwgrond. Het veen werd als turf gewonnen en verhandeld naar de groeiende steden in Holland en Brabant. Voor het vervoer van turf maakte men gebruik van turfvaarten en van het Oude Maasje, dat eeuwenlang een belangrijke levensader was voor handel en transport.
Tijdens de Sint-Elisabethsvloed van 1421–1424 verdween een groot deel van de middeleeuwse loop van de Maas, die na eerdere afdammingen bij Hedikhuizen (1272) en Maasdam (1280) tot een binnenwater was geworden. Wat overbleef, ging op in het gebied dat we nu kennen als de Biesbosch.
Na 1500 kreeg het Oude Maasje een nieuwe functie bij de afwatering van polders en het onder water zetten van land bij oorlogsgevaar (inundatie). Maar de rivier bracht ook gevaar: door dijkdoorbraken in de 18e en 19e eeuw werden dorpen en akkers herhaaldelijk getroffen
door overstromingen.
Pas met het graven van de Bergsche Maas (1883–1904) en het Drongelens Kanaal kwam er een einde aan de eeuwenlange strijd tegen het water. Deze grootschalige waterbouwkundige werken vormden de basis voor het veilige en vruchtbare rivierenlandschap dat we vandaag kennen.
