Dussen ligt dicht bij de Bergsche Maas. Deze rivier is begin vorige eeuw met de hand gegraven om ’t Hertogenbosch te behoeden voor overstromingen. Vanaf het dorp loopt je richting deze rivier. Onderweg komt je een gratis veer tegen. Zelfs na meer dan een eeuw is dit nog altijd een geste om de boeren tegemoet te komen voor het feit dat ze door de rivier gescheiden werden van hun akkers aan de overkant. Iedereen mag daarvan meegenieten, want overvaren kost niets.

Richting Meeuwen komt je een lieflijke picknickplaats tegen. Je steekt de provinciale weg over (goed opletten) en loopt dan het landelijke deel van Dussen weer in. Na knooppunt 70 loop je langs de molen het natuurgebied Kornsche Boezem in, ook wel de Kleine Biesbosch genoemd. Ook hier is het heerlijk picknicken. Via een oude dijk met monumentale boerderijen en een klompenmaker loop je naar het eindpunt.

Dit dorp aan de Bergsche Maas heeft een gratis veerverbinding met Waalwijk. De rivier is tus- sen 1888 en 1894 uitgegraven. Voor de arbeiders waren de dagen lang. Zestien uur van huis was heel normaal. Het was zwaar werk en het loon was karig. Van elke gulden die ze verdienden ging een cent naar een soort ziekenfondspremie. Die ene gulden verdienden ze trouwens niet per uur, maar per dag! 

Dat de Bergsche Maas er kwam was nodig om ’s-Hertogenbosch voor overstromingen te behoeden. Drongelen werd hierdoor een dorp aan de nieuwe rivier.

De route start langs deze rivier richting Genderen. Je komt langs café ’t Zwaantje, een mooie plek voor een lunch of koffie. Via het dorp Eethen, waar een prachtig kerkje uit de 12e eeuws staat, loop je terug naar het startpunt.

Dit is een bijzonder dorp. De mensen die hier wonen zijn er erg trots op en ook op veldrijdster en wielrenster Marianne Vos (olympisch en meervoudig wereldkampioen) die hier woont. Goed opletten dus, wellicht fietst ze gewoon langs! (Zie ook onze Marianne Vos Fietsroute.)

De wandeling begint bij zorgboerderij Den Hill. In het schuurtje aan de straat worden producten uit de tuin verkocht. Je loopt richting het dorp om bij knooppunt 63 de bovenliggende poldr te ontdekken. Je bent onderweg naar het Pompveld, een gebied van 239 hectare dat met rust gelaten is tijdens de grote ruilverkaveling die aanving in de jaren ‘60 van de vorige eeuw. Een prachtig natuurgebied waar je reeën, zilverreigers en haviken op je pad kunt tegenkomen. Er zijn tal van bankjes en picknickplaatsen te vinden waar je je kunt onderdompelen in de stilte en heerlijk tot rust komt.

Andel kent interessante plekjes om te bezoeken. Neem nu de Wilhelminasluis en het graf van Jan Claesen. Deze wandeling start bij de sluis. Er staat een indrukwekkend gedenkteken dat herinnert aan de opening van de sluis op 18 augustus 1904 door Koningin Wilhelmina. Het is de enige waaiersluis in Nederland met een groene kolk, wat inhoudt dat de wanden van de sluiskolk met gras bekleed zijn. De schutsluis zelf is gebouwd rond 1896 en markeert de grens tussen Noord-Brabant en Gelderland.

Langs de provinciale weg loop je richting Giessen om via Fort Giessen (het meest zuidelijk gelegen fort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie) richting Andel te wandelen. Eenmaal op de Hoge Maasdijk heb je een prachtig zicht op de rivier. Het graf van Jan Claesen vind je op de begraafplaats bij de Romboutstoren in Andel. In de 17e eeuw was Jan Claesen trompetter in het leger van Frederik Hendrik van Oranje. Nadat hij uit militaire dienst trad (omdat hij niet van vechten hield), ging hij samen met zijn vrouw Katrijn poppenkastvoorstellingen geven in Amsterdam.

De route begint bij Golfpark Almkreek en loopt langs het riviertje de Alm waar van kunstenaars uit de streek rustbanken zijn geplaatst. Het dorp Almkerk kent prachtige historische verhalen over de rivier De Alm, weleer een breed water waar schepen op voeren. De restanten doen meer denken aan een sloot en de nazaten van de voormalige zeebonken zitten nu aan de waterkant te vissen. Overigens wel een leuke plek voor een picknick! Bijzonder is bioscoop Hollywoud, langs de provinciale weg (richting de A27). Een gezellig filmhuis waar je tijdens de voorstelling drinken en lekkers kan bestellen. Houd je meer van het buitenleven? Ga dan sportief ‘aan de slag’ op Golfpark Almkreek. Tijdens deze wandeling loop je langs delen van dit golfpark. Je loopt langs boerderij De Koppel die in de Eerste Wereldoorlog een belangrijke rol speelde (zie ook onze fietsroute Fietsen & verhalen langs de linie). Langs de Woudrichemseweg passeer je landgoed Clootwijck; een locatie die streekproducten verkoopt. Je wandelt door het dorp en via de Broekgraaf en over ’t Laagt terug naar Golfpark Almkreek.

De stadswandeling begint bij de Wereldwinkel, Kerkstraat 7.
Je ziet vanaf het kruispunt de Gevangenpoort. Loop eronderdoor richting de rivier.

De Gevangenpoort is één van de vijf overgebleven poorten uit de 15e eeuw. Tot het begin van de 20e eeuw is het pand in gebruik geweest als arrestantenlokaal. Sommige gevangenen hebben hun naam als aandenken binnen in de muur gekerfd.
De waterpoort doet nog altijd dienst bij hoogwater. In de betonnen uitsparingen worden balken geschoven en de ruimte ertussen wordt gevuld met zand. Deze kistdam houdt het woeste water tegen en beschermt het vestingstadje.

Op d’n Bol (of in het dialect ’t Hôôd) zie je in één oogopslag drie rivieren: Maas, Waal en Merwede en drie provincies: Noord-Brabant, Gelderland en Zuid-Holland.

In de Historische haven worden schepen er opgeknapt en te water gelaten. De grote binnenvaartschepen worden bewoond. Als je je omdraait en omhoog kijkt, zie je vanaf hier het huis van Dokter Tinus* uit de gelijknamige SBS6-serie.
Op de stadswal staat de voormalige kazerne van de Koninklijke Marechaussee waarvan het middelste gedeelte tot aan het einde van de 20e eeuw als politiebureau in gebruik was. De meest bekende agent in Woudrichem heette Pietje Potlood. Het zal je niet verbazen dat hij graag bonnen uitschreef.

In de ijskelder (bij huisnummer 20) werd tot in de vroege jaren van de vorige eeuw ijs opgeslagen. In de winter werden blokken ijs uit de stadsgracht gezaagd en hierheen gebracht. De vishandelaren gebruikten het ijs om de versgevangen vis koel te houden De muren van de ijskelder zijn wel een meter dik, wat de temperatuur constant laag hield.

Huisnummer 2, het Jacoba van Beierenhuis, is het oudste stenen huis in de vesting. Jacoba was gravin van Holland, Zeeland en Henegouwen. Hier werd in 1419 een vredesverdrag getekend en verzoende Jacoba zich met haar oom Jan van Beieren. Van 1965 tot 1985 woonden hier Franciscaner nonnen. Sinds 2019 draagt het huis de titel Jacoba Cultuurhuis en vinden er muzieklessen, lezingen en concerten plaats.

De vierendertig meter hoge Martinustoren is gebouwd in de eerste helft van de 15e eeuw. De bovenste twee geledingen stammen uit de tijd van rond 1530. De toren draagt de bijnaam De Mosterdpot. Ooit was er een mosterdfabriekje in de vesting. Opgewaaide zaadjes hebben boven op de toren wortel geschoten, waardoor deze aan zijn naam komt. Dit leuke feitje is niet te vergelijken met het volgende vreselijke verhaal. Aan het einde van de 2e wereldoorlog zat de toren vol kruit. De bezetter wilde de toren opblazen. Gelukkig is dit op het laatste moment niet doorgegaan. Helaas is de molen op de Rijkswal dit lot niet bespaard gebleven. Een opmerkelijk feit is ook de tijd die aangegeven wordt op de toren. Het is een aantal jaren -tijdens WO2- de nationale tijd is geweest. Woudrichemse tijd was toen dé tijd waar iedereen vanuit moest gaan.

In het arsenaal, dat in 1851 is gebouwd, is het Visserij- en Cultuurhistorisch museum gevestigd. Voorheen werd het gebruikt voor de opslag van militair materieel. Vlak voor het arsenaal staat het beeld van Jan Claessen de trompetter uit het leger van prins Maurits (1585-1625) en een kanon uit 1818. De vesting heeft door de eeuwen heen een belangrijke militaire functie gehad. Het maakte deel uit van de Oude en de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De rol als militair bolwerk en de functie die het hierin vervulde is bij koninklijk besluit opgeheven op 27 mei 1955. In 1972 is de gehele vesting aangewezen als beschermd stadsgezicht.

Het witte huis tussen het arsenaal en stadspoort De Koepoort is gebouwd in 1856 als militair wachthuis voor soldaten en officieren. Na het sluiten van de stadspoort betaalden voetgangers 2 1/2 cent om de poort binnen te komen. Wilde je met paard of paard en wagen naar binnen, dan liepen de tarieven snel op. Het wachthuis heeft ook dienst gedaan als verpleeghuis voor choleralijders. En... sindsdien schijnt het er te spoken...

Korenmolen Nooit Gedagt is opgeblazen in de WO2. Waar de toren gespaard bleef, heeft de molen het moeten ontgelden. De bezetter was bang dat de hoge molen als uitkijkpost gebruikt werd. In 1996 is de herbouwde molen in gebruik genomen. Het is een uniek exemplaar, want de korenmolen is Nederlands enige achtkante stenen stellingmolen. In de molen zijn producten te koop die de molenaar zelf maalt en ook andere streekproducten die je geproefd moet hebben. En zeg nu zelf... het beste pannenkoekenmeel koop je natuurlijk hier!

De twee kruitkelders van rond 1850 zijn bij oorlogsdreigingen in gebruik geweest als munitieopslag-plaats. In 2007 zijn ze gerestaureerd. Ook deze kruitkelders maken deel uit van het erfgoed van de Oude en de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

De rooms-katholieke kerk is een waterstaatkerk, gebouwd in 1838 In de nis van de voorgevel staat een beeld van de Tsjech Johannes Nepomuk (1350-1393), patroonheilige van de bruggen. Nepomuk had de biecht afgenomen bij de echtgenote van koning Wenceslaus. Toen de koning hem vroeg wat zijn vrouw hem verteld had, zweeg Nepomuk. Wenceslaus liet hem met een steen om de nek van de brug in de Moldau gooien. Nepomuk stierf als martelaar.

De kazerne, gebouwd in 1854, was het verblijfsgebouw voor soldaten en hun uitrusting. Het heeft tot in WO2 als zodanig dienst gedaan. Hier in Woudrichem kende men de dienstplicht lang voordat het landelijk werd ingesteld. Sinds 1747 opereerde hier een burgercompagnie waarin gezonde mannen tussen de achttien en zestig jaar dienst moesten doen.

Het eeuwenoude voetveer staat vooral bekend om de slogan Heen motte betaole en weer weer. Een uitstapje naar slot Loevestein is vanaf hier zo gemaakt. De schipper vaart wanneer jij er klaar voor bent en je mag je fiets meenemen op de pont. Wie terug wil, luidt de scheepsbel aan de Gelderse kant van de rivier en de schipper haalt je weer op.

Vanaf dit punt kijkt de zalmvisser uit over het water. Het kierbesluit moet ervoor zorgen dat de zalm vanuit de Noordzee via het Haringvliet weer toegang heeft tot de rivieren. Wellicht dat in de toekomst de zalmvisserij in Woudrichem weer op kan bloeien. De zalmvisser houdt een oogje in het zeil.

Links van het pand met huisnummer 46 zie je het De Wittspoortje, dat ook wel het Annopoortje wordt genoemd. Het jaartal verklapt dat het in 1611 is gebouwd. Stel je toch eens voor. Al meer dan 400 jaar volgt dit poortje het wel en wee in Woudrichem. Als stenen konden praten... Het poortje heeft zijn naam te danken aan raadspensionaris Johan de Witt. Hij was de grootvader van burgemeester Johan de Witt die hier in 1611 trouwde en zijn ambt vervulde.

In ’t Oude Raedthuys (1592) zetelde het stadsbestuur. Links ervan zijn drie gevangenisjes te vinden die tot in de vorige eeuw nog in gebruik waren. Het zijn de meest donkere, kille en klamme krochten van de stad. Verbeeld je maar eens hoe je daar een nachtje in doorbrengt.

De Hoogstraat is de oudste straat in de vesting. Hier ontstond rond 900 een nederzetting op de hoge oever langs de rivier. Die nederzetting groeide langzaam uit tot een militair bolwerk: vestingstad Woudrichem! Er zijn diverse huizen uit de late middeleeuwen bewaard gebleven. Ze zijn gedecoreerd met illustratieve gevelstenen zoals te zien is bij In Den Vergulden Helm en De Salamander.

Rondje Boerenland 30 km

MONUMENTEN

DUSSEN

Kasteel Dussen, Binnen 1

Eind 14e eeuw werd de oorspronkelijke ‘donjon’, een vier verdiepingen hoge woontoren, uitgebouwd tot kasteel door diverse telgen van de familie van der Dussen. In de loop der tijd wisselde het kasteel regelmatig van eigenaar en werden door diverse (adelijke) families verdiepingen, aan- en uitbouwen en een Toscaanse zuilengalerij toegevoegd. Het kasteel heeft door de eeuwen heen veel tegenslag gekend, met als dieptepunten de St. Elisabethsvloed en diverse oorlogen. Van 1954 tot 1997 deed het kasteel dienst als gemeentehuis, daarna kwam het in handen van Monumenten Fonds Brabant.

Herenhuis, Binnen 34

Het fraaie herenhuis werd in 1860 eigenhandig gebouwd door gemeenteraadslid/timmerman/aannemer Kasper Haspels. Latere bewoners, waaronder notaris Rietstra en dokter Van Vuure, lieten diverse verbouwingen en aanpassingen uit- voeren. Ooit was het Binnen rijk aan monumentale bebou- wing. ’t Can Verkeere, zoals de spreuk boven de voordeur van Binnen 34 luidt, spreekt wat dat betreft boekdelen.

BABYLONIËNBROEK

T-boerderij, Hillsestraat 6 – 8

Fraaie boerderij van het zogenaamde Altenase dwarsdeel- type uit de 2e helft van de 19e eeuw. Dit, op een terp gelegen rijksmonument, is rijk aan karakteristieke kenmerken voor dit type boerderij, zoals de voordeuromlijsting, een schilddak op het woongedeelte en een zadeldak op de schuur, de zesruits ramen en de handgevormde baksteen.

Kortgevelboerderij, Hillsestraat 4

Eveneens een boerderij van het Altenase dwarsdeeltype uit de 19e eeuw. Dit is echter geen T-boerderij maar een kortgevelboerderij met een wolfsdak. Boven de deeldeuren is, om hoogte te winnen, het dak ‘gewipt’.

T-boerderij, Broeksestraat 77

Deze op een terp gebouwde boerderij van het middenlangs- type stamt uit de 18/19e eeuw. De muren zijn opgetrokken uit ijsselsteentjes, de strekken boven de ramen zijn uitgevoerd in rode baksteen.

UITWIJK

Krukhuis ‘De Heuvelhoeve’, Heulstraat 5

Een krukhuis of krukhuisboerderij is eigenlijk een T-boerderij waarbij het woongedeelte is uitgebreid zodat een L-vorm ontstaat. De Heuvelhoeve, met het kenmerkende trapje en siervazen bij de ingang, stamt uit 1750.

T-boerderij, Eng 2

De oudste nog oorspronkelijke elementen van deze prachtige boerderij stammen uit het begin van de 17e eeuw, misschien zelfs eind 16e eeuw. De oorspronkelijke boerderij was waar- schijnlijk van het Hallehuistype met uitgebouwde opkamer. Alleen de opkamer, de kelder en het bedrijfsgedeelte zijn bewaard gebleven, roetsporen op de houten spanten in de schuur doen vermoeden dat door een brand de overige delen zijn verwoest. De verfijnde details van bijvoorbeeld de opkamerconstructie maken aannemelijk dat de boerderij in opdracht van een zeer welgestelde familie is gebouwd.

ALMKERK

Krukhuis ‘Clootwijckhoeve’, Woudrichemseweg 38

De oorspronkelijke hofstee die op deze plek stond, stamt uit 1418 en werd tijdens de St. Elisabethsvloed in 1421 geheel verwoest. Al in 1460 werden de eerste delen weer opgebouwd, maar het huidige voorste deel van deze boerderij dateert uit 1618, het achterste deel werd in 1797 gerealiseerd. In 1980 onderging de Clootwijckhoeve een ingrijpende renovatie.

‘Jagershof’, Uppelsehoek 26

Deze fraaie L-vormige op een terp gelegen (woon)boerderij stamt uit de 2e helft van de 19e eeuw en is één van de vele voorbeelden van goed geconserveerd erfgoed aan de Uppelsehoek.

Villa-boerderij, Uppelsehoek 17

Achter de forse haag gaat een herenhuis schuil dat dateert uit 1880. De architectonische stijl van het herenhuis wordt geduid als eclectisch, wat aangeeft dat voor wat betreft de detaillering ‘geleend’ is uit verschillende andere (oude) bouwstijlen. De serre werd in 1930 toegevoegd. De oorspron- kelijke schuur is afgebroken en vervangen.

T-boerderij, Provincialeweg Zuid 65

In een wat onoverzichtelijke bocht (tip: stap vooral even af en loop langs het landweggetje een stukje omlaag) staat deze boederij uit de 19e eeuw. De toegepaste bakstenen, de deels gepotdekselde gevels, de ramen met kleine roedeverdeling en de levensboom boven de voordeur zijn kenmerkend voor de streek en het boerderijtype. Vanaf het landweggetje heeft u niet alleen goed zicht op de fraaie achterzijde, maar kunt u ook een blik werpen op de Kornsche Boezem en de karakteristieke molen.

De dijk gaat hier over in de ‘Korn’, een oude zeedijk.

Links en rechts treft u tal van beeldbepalende boerderijen, waaronder 9 Rijksmonumenten. Een weetje: de grond rechts van de dijk (richting westen) is zeeklei, een erfenis van St. Elisabeth, de andere zijde is rivierklei.

DUSSEN

Dwarsdeelboerderij, Muilkerk 28

Ook aan het Muilkerk treft u tal van fraai gerestaureerde boerderijen aan. De dwarsdeelboerderij op no. 28, 2e helft 18e eeuw gebouwd, is daar een mooi voorbeeld van. De schuiframen hebben een gevarieerde verdeling, zowel een twaalf-, zestien- als twintigruits verdeling komt voor.

NATUURGEBIEDEN

BABYLONIËBROEK

Pompveld

Begin jaren 60 is deze regio door grootschalige ruilverka- veling nagenoeg gladgestreken, een ramp voor natuur en landschap. Slechts één poldertje is de dans ontsprongen.

Het Pompveld is ongeveer 240 ha. groot, een reservaat van natte weilanden, grienden en populierenbossen, een oase van rust en stilte. Het Pompveld is niet vrij toegankelijk, wel kunt u om het Pompveld heen wandelen (6 km). Met een beetje geluk ziet u tijdens die wandeling reeën, haviken of zilverreigers. Wie u zeker niet zult zien, is de modderkruiper die zich in het water schuilhoudt. Centraal gelegen in het Pompveld wordt een historische eendenkooi in stand gehouden waar tijdens open dagen professionele kooikers aan de slag gaan.

DUSSEN

Kornsche Boezem

Met ongeveer 40 hectare een intiemer natuurgebied dat veel overeenkomsten kent met het Pompveld. Het is een oud boezemgebied dat vroeger als buffer diende voor overtollig water uit de polders. Om de natuur te behouden wordt het waterpeil kunstmatig hoog gehouden. De omwonenden noemen het natuurgebied ‘de kleine Biesbosch’. Op zaterdagmiddag is de Noordeveldsemolen (aan de noordoostkant van dit natuurgebied) geopend voor bezoek. De Kornsche Boezem is vrij toegankelijk.

Duyls Bos

Dit is een bos met meer! Het Duyls bos is een pareltje dat nog ontdekt moet worden. Je fietst of loopt er gemakkelijk aan voorbij zonder ooit te weten wat er schuilt tussen de bomen.

STREEKPRODUCTEN

UPPEL

Kolff Vleesvee V.O.F. Bloemweg 9

Hier wordt op een duurzame en extensieve manier vleesvee gehouden. Een vleespakket bestellen of een rondleiding boeken is mogelijk. Wel vooraf even bellen (06-20844542)

ALMKERK

Landgoed Clootwijck, Woudrichemseweg 38

Hier kunt u terecht voor honing, appelsap en confiture.

Op vrijdag en zaterdag wordt er ook biologisch brood verkocht van “Gerard en Suus” en is het terras geopend.

Wim & Co, Provincialeweg Zuid  34

In de onbemande winkel kun je, naar gelang het seizoen, diverse akkerbouwproducten kopen, zoals aardappelen, uien, wortelen, kolen, knolselderij en rode bieten.

DUSSEN

Klompenmakerij Den Dekker, Korn 28

Altijd al eens willen zien hoe klompen gemaakt worden? Bezoek de winkel en vindt daar alles op het gebied van klompen, zoals souvenirs, relatiegeschenken en cadeauartikelen.

De Kracht van Bloemen, Hoek 39

Prachtige vers gesneden seizoensbloemen uit eigen kweektuin. Bezoek aan de tuin is mogelijk, maar wel graag op afspraak

(+31648275550).

BABYLONIËNBROEK

Landbouwbedrijf Den Hill, Hillsestraat 44a

Langs de weg vind je een onbemand kraampje waar gedurende het seizoen wisselende eigen oogst te koop wordt aangeboden.

Buffelgaard Verschure, Klaverplak 1

Hier worden Italiaanse waterbuffels gehouden en de producten worden verkocht in de boerderijwinkel. Je vindt er o.a. buffelvla, -yoghurt, -vlees en -mozzarella.

Je kunt een (elektrische) fiets huren bij verschillende verhuur-locaties. Neem contact op met de desbetreffende partij voor de beschikbaarheid en het huren van de fiets.

Deze route sluit aan op De Fortenroute bij het aquaduct bij Uitwijk. Let op bij de oversteek nabij het gemaal in Meeuwen. Hier moet je niet alleen oversteken, maar ook een klein stukje over de weg lopen met je kano/kajak. Na 200 meter ‘klunen’ kun je het water weer op. Watergemaal Hagoort is tegelijk een interessante tussenstop om even van dichtbij te bekijken. Dit gemaal zorgt voor het op peil houden van het water in het achterliggende polderland.

Evenwijdig aan de Bergsche Maas loopt het Noorderafwateringskanaal. Daar begint deze tocht, nabij De Peerenboomse Haven. Het heen-en-weertje schampt en doorkruist de dorpen Dussen, Meeuwen en Babyloniënbroek. Het is een vrij open traject, dwars door de Brabantse polders. Ken je de omgeving van een wandel- of fietsroute? Dan verbaas je je over deze tocht, want je komt op plekjes die anders voor je verborgen blijven. Kenmerkend zijn de prachtige vergezichten. Soms letterlijk tussen de poten van het grazende vee door. Bijna was dit een ‘vergeten’ route, maar gelukkig op tijd herontdekt! Het is een pareltje van een route die zeker niet mag ontbreken in jouw te-varen-routes planning!

Let op: op deze route kun je geen kano's huren en wij leveren helaas geen kano's af op locatie. Niet in het bezit van een eigen kano? Kies dan een route die start bij een punt waar je kano's kunt huren: Jachthaven Van Oversteeg in Werkendam of DOCKS vissershang in Hank. Neem contact op met de desbetreffende partij voor de beschikbaarheid en het huren van de kano.

Overzicht van al onze routes in de Nieuwe Hollandse Waterlinie

Op deze route treft u bijzondere monumenten aan. We hebben er een aantal uitgelicht en op de kaart aangegeven met een donkerblauwe ster.

NIEUWENDIJK

’t Kasteeltje

Alexander den Dekker laat in 1953 in Nieuwendijk een huis bouwen op de hoek van de Rijksweg en de Buitendijk, in de volksmond wordt het al snel ’t Kasteeltje genoemd vanwege de statige uitstraling van het pand. Den Dekker bezit veel grond in Nieuwendijk en de wijde omtrek. Bij de bouw wordt in het pand een pachtkamer met kluis ingericht, zo kan de pacht die de pachters komen betalen direct veilig in de kluis worden opgeborgen. Het familiewapen van Den Dekker hangt boven de schouw. Uit het geslacht Den Dekker stammen vele bestuurders; zo is Alexander dijkgraaf van één van de vele waterschappen. Hoewel de naam misschien anders doet vermoeden, is een dijkgraaf geen adellijke titel, maar iemand die waakt over de veiligheid van de dijken. Daar moet deze dijkgraaf veel vertrouwen in hebben gehad, bij de watersnoodramp van 1953 had het water immers nog tegen de Buitendijk gestaan.

ALMKERK

’t Hulpgat
De naam op de boerderij bij de gelijknamige camping vindt zijn oorsprong in de negentiende eeuw. Hulpgaten zijn bedoeld om bij een watervloed het water snel weer op het buitenwater te kunnen lozen. De hulpgaten zijn op meerdere plekken in de dijk aangelegd en herkenbaar omdat de dijk daar iets lager is. ’t Hulpgat ter hoogte van de camping kon in de 19e eeuw haar water lozen op het buitenwater via de Papsluis van 1815 in Nieuwendijk.

UPPEL

Botenoverzet
De botenoverzet is gebouwd bij de ruilverkaveling rond 1960. Ze werden gecombineerd met een stuw. Botenoverzetten komen nog maar zeer weinig voor, zijn zeer karakteristiek en vormen een opmerkelijk beeld in het landschap. Ze zijn bedoeld om de onderhoudsboot over de stuw te kunnen tillen.

Op deze route treft u een aantal waterlopen aan. We hebben er een aantal uitgelicht en op de kaart aangegeven met een aquablauwe ster

DUSSEN

Kornsche Boezem
Het in de Kornse Boezem verzamelde water werd in de middeleeuwen via de Kornse sluis naar buiten uitgeslagen, rechtstreeks de Biesbosch in. Een boezem is bedoeld om polderwater op te vangen en via een sluis te lozen op een rivier of buitenwater zoals hier naar de Biesbosch.

Wiel
De boerderij Dijk en Wielzicht aan de dijk tussen Almkerk en Dussen is een rijksmonument. De boerderij doet zijn naam eer aan, naast de boerderij ligt een wiel. Deze wielen langs dijken herinneren altijd aan dijkdoorbraken in het verleden. Ook vlakbij de watertoren in Uppel ligt een wiel langs de dijk.

Op deze route treft u gemalen en sluizen aan. We hebben er een aantal uitgelicht en op de kaart aangegeven met een gele en rode ster.

Door het graven van de Bergsche Maas zijn begin twintigste eeuw drie bijzonder fraaie gemalen gebouwd ‘in gevolge de wet tot verlegging van den Maasmond’.

Het gemaal de Drie Sluizen in Nieuwendijk ontving het water van drie aanvoerkanalen vanuit drie boezems. Aanvankelijk was het een stoomgemaal, maar in 1935 is over gegaan op elektrische bemaling tot aan de ruilverkaveling in de jaren zestig. Het  stoomgemaal wordt nu bewoond, net als de woningen die ooit werden gebouwd voor de machinist, de machinestoker en de stoker.

Het gemaal Bleekkil-Oostkil in Hank pompte het water weg door middel van elektriciteit en niet zoals gebruikelijk in die tijd met stoom. Zo kreeg Hank al aan het begin van de twintigste eeuw haar eigen elektriciteitscentrale. In de omliggende poldertjes werden 21 pompgemaaltjes gebouwd die werden aangedreven door elektriciteit van het gemaal. Op Buitendijk 140 staat nog zo’n pompgemaaltje uit 1902. Andere pompgemaaltjes staan verscholen in het bos langs het Akkerpad en bij de haven van Vissershang. Langs de dijk aan het Steurgat staan nu twee moderne gemalen. Aan weerszijden van het gemaal Bleekkil liggen de Vierbanse en de Hillegatse sluis. De Vierbanse sluis ligt naast pompgemaaltje op Buitendijk 140 en is nog nauwelijks zichtbaar. Op de HIllegatse sluis  prijkt het jaartal 1699, het is daarmee één van de oudste gemetselde bouwwerken in de dijk van 1646.

Wie even afstapt bij het haventje aan de Peereboom ziet een glimp van de Bergsche Maas, het grootse waterwerk uit de 19e eeuw. De polderwerkers zwoegden voor de verlegging van de Maasmond nog met schop en kruiwagen. Het stoomscheprad-gemaal aan de Peereboom werd net als de andere gemalen in Hank en Nieuwendijk in gebruik genomen in 1902 en deed dienst tot de ruilverkaveling.  Van het complex resteert alleen nog de machinistenwoning, het gemaal is in de jaren tachtig gesloopt.

Op deze route treft u een aantal molens aan. We hebben er een aantal uitgelicht  en op de kaart aangegeven met een groene ster

Molens
In de polders langs de drie dijken staan een aantal watermolens; de Vervoornemolen, de Zuid-Hollandse molen, de Noordeveldse molen, de Doornse molen, de Zandwijkse en Uitwijkse molen. Bij de Zandwijkse en Uitwijkse molen staat langs het Liniepad ook nog het Rijswijks gemaaltje. Het is gebouwd na  het afbranden van één van de zeven molens van de Zevenbansche Boezem. De molens maalden met windkracht onze polders droog, maar verloren in de jaren zestig van de vorige eeuw voorgoed hun functie. Draaien kunnen de molens nog wel, maar dat is meer voor de sier. Zie je de wieken draaien in de wind? Stap dan gerust even af, de molenaars vertellen graag over hun molen.

Op deze route treft u militair erfgoed aan. De forten staan op de kaart aangegeven als startpunt

Nieuwe Hollandse Waterlinie
Terwijl de dijken in de voorbije eeuwen zijn gebouwd om het water te weren, passeer je onderweg ook delen van de Nieuwe Hollandse Waterlinie met militaire monumenten die het water omarmden. Bijzonder is de Papsluis op de fietsdijk nabij Fort Bakkerskil. Deze sluis uit 1815 ligt als een vis op het droge, midden in het polderlandschap en herinnert zo aan de tijd dat de Biesbosch nog niet zo ver was ingepolderd. De Papsluis is de meest zuidelijke inlaatsluis van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Deze waaiersluis kon zowel bij hoog als laag Biesbosch water worden opengezet om het land onder water te kunnen zetten (inunderen). Fort Bakkerskil is gebouwd om de Papsluis te beschermen en ligt op schootsafstand van de sluis. Fort Altena is het grootste fort van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, het oudste deel is gebouwd in 1847. Zowel Fort Altena als Fort Bakkerskil zijn nu oases van rust waar het op het terras goed toeven is. Maar ooit vonden hier in tijden van oorlogsdreiging de soldaten onderdak. Nog een bijzonder onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn de betonnen schuilplaatsen die zijn gebouwd vlak voor de Tweede Wereldoorlog. Ze boden onderdak aan soldaten die in het open veld liepen.

Nieuw, nieuwer, nieuwst 1461, 1646, 1970
De Sint Elisabetsvloed van 1421 maakt van grote delen van de Biesboschlinie één grote binnenzee. Het landschap in de wijde omgeving ligt er troosteloos bij. Pas rond 1450 valt een deel van het land droog, zodat begonnen wordt met de inpoldering van het gebied door de aanleg van een nieuwe dijk vanaf Woudrichem via Werkendam naar Dussen. De dijk is in 1461 gereed en krijgt vele verschillende namen, zoals de Oude Zeedijk in Dussen. Nog altijd vormt de dijk de grens tussen zeeklei en rivierklei.

Maar ook na de aanleg van deze dijk blijven de polderwerkers en de boeren het land terugwinnen op de zee. Zo wordt in 1646 de ‘Nieuwe’ dijk aangelegd vanaf de Schans in Werkendam via Hank verder richting Dussen. Langs de nieuwe dijk ontstaan daarna de dorpen Nieuwendijk en Hank.

Voorlopig sluitstuk van de inpoldering van dit deel van de Biesbosch is de aanleg van de Steurgatdijk tussen Werkendam en Hank bij de ruilverkaveling van de Oostwaard. De Bruine Kil, de Bakkerskil, Bleeke Kil en Oostkil worden in de jaren zestig van de twintigste eeuw afgesloten.  En zo verdwijnen eb en vloed uit het gebied, maar de sporen van het water zijn nog altijd terug te vinden op de drie dijken van het herwonnen land.

Je kunt een (elektrische) fiets huren bij verschillende verhuur-locaties. Neem contact op met de desbetreffende partij voor de beschikbaarheid en het huren van de fiets.

Overzicht van al onze routes in de Nieuwe Hollandse Waterlinie

 

ALTENAROUTE

RUITER- EN MENPADEN

De route biedt variatie in landschap, het samenspel tussen lucht en water enerzijds en aan de andere kant de groene velden met rechte polderwegen, afgewisseld door fraaie uitzichten over het wuivende koren en stroken akkerrand ingezaaid met kleurrijke bloemenmengsels.

Laat je verrassen door de vele vogelsoorten die hier voorkomen en nestelen, zoals de patrijzen en andere akker- en weidevogels. Er lopen diverse succesvolle projecten in dit gebied om in samenwerking met boeren, de ANV -en andere natuurverenigingen die meedoen aan agrarisch natuurbeheer- de vogels en hun nesten te beschermen.

De route loopt vanaf Sleeuwijk bovenlangs over de dijk met mooie vergezichten over de uiterwaarden.

Ook is het mogelijk onderlangs een stuk door de grienden aldaar te rijden. Er loopt een slingerend pad , welke geschikt is voor ruiters en menners. Dit is een ruiger stuk natuur waar je soms verrast wordt door een omgevallen boom. De dijk op en af is voor menig paard of aanspanning al een hele uitdaging, vooral vanwege de te overwinnen hoogte, maar eenmaal beneden kom je wel even in een andere wereld waar het licht wordt gefilterd door de bladeren van de uitgeschoten wilgen.

Eenmaal weer bovenop de dijk word hoor je het geluid van het veerpontje dat vaart tussen Gorinchem en Sleeuwijk.

De dijk biedt een levendig schouwspel over de brede uiterwaarden en de rivier. Is het lekker weer, rijd dan door naar Woudrichem. Daar is een waadplaats voor paarden om af te koelen op een warme zomerse dag.

Een ander pareltje tijdens de route is het Almbos, alleen toegankelijk voor ruiters.

In dit bos rijd je naast de aangelegde paden.

Hier klinkt de roep van de koekoek. Even verderop ligt fort Giessen.

Je nadert een ander dorpje, Uitwijk, met zijn dorpsplein en karakteristieke sfeer.

Let goed op je medegebruikers op het fietspad, want op een mooie  zomerdag kan het druk zijn. Hier vind je licht hellende oevers en heel veel groene natuur. Het pad slingert mee met de Alm.

Vanuit Uitwijk kun je verder rijden richting het Pompveld. Een prachtig natuurgebied, dat in het verleden is aangelegd als jachtveld. Nu kun je langs de rand over een brede kade rijden. Het lijkt of de tijd hier heeft stilgestaan, maar schijn bedriegt want hier vinden volop nieuwe natuurontwikkelingen plaats.

Vervolg je route richting Almkerk. Er is onderweg van veel natuurschoon te genieten. Je passeert het nieuwe landgoed Klootwijck en steekt hier de Woudrichemseweg over en rijdt richting de Omloop. In de verte doemt de watertoren van Uppel op.

Rijd je nog verder dan kom je uiteindelijk bij fort Altena uit. Hier kun je  met paard en wagen over de ophaalbrug het fortterrein op en eventueel een verdiende rustpauze inlassen voor mens en dier.

Hiervandaan is het nog een flinke tippel richting de parkeerplaats bij Sleeuwijk. Voor de veiligheid maak je hier gebruik van het brede fietspad, wat loopt langs de rand van het bos.

Aangekomen bij de rotonde kunnen ruiters naar rechts afslaan om daar ter plekke in de bocht een mooie route over boerenland te rijden, tussen de patrijzen door.

Ruiters kunnen hier over een brede grasstrook rijden en aangekomen bij de molen is het een paar stappen verder tot de smalle brug. Hier kun je met je paard over de brug gaan en het water weer oversteken richting Uppel, of je kunt onderweg even afstappen en genieten van het weidse uitzicht aldaar.

Welk rondje je ook kiest, je wordt verrast door de grote verscheidenheid die de gemeente Altena te bieden heeft.

linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram