style="background-image:url(https://biesboschlinie.com/wp-content/uploads/2024/03/JAN-CLAESEN-LOW-RES-41-e1711368790415.jpg);background-size: cover;" >

In de voetsporen van Jan Claesen

Prisca Visser is een fotograaf met als voorliefde het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij regelmatig op pad om verhalen vast te leggen. Ze ging langs bij het graf van Jan Claesen en vertelt ons alles wat je moet weten over een bezoek aan de omgeving van Andel. Een verhaal vol volksverhalen, Kaaie Poale, maar ook een beeld dat in de nieuwjaarsnacht van 1980 gestolen werd.

Als een dorp al eeuwenlang bestaat, kan het niet anders dan dat er oude volksverhalen ontstaan. Deze legendes of sagen werden doorgegeven van vader op kind. Bedenk dat er nog geen social media of tv was om je te vermaken. Vaak was er zelfs te weinig licht 's avonds om nog te kunnen lezen. Na de avondmaaltijd kruipt het gezin bij het vuur en worden er verhalen verteld. Tot ieders vermaak werden deze sages na iedere overlevering net iets spannender en fantasierijker. Een van deze volksverhalen draait om een figuur die tegenwoordig bekendheid heeft gekregen als poppenkastpop en door een liedje van Rob de Nijs. Ik heb het over Jan Claesen!

Jan Claesen zou trompetter zijn geweest in het leger van prins Frederik Hendrik. Deze prins was een zoon van onze Willem van Oranje en zijn leger nam het op tegen de Spaanse bezetters. Voor zo'n leger waren heel veel soldaten nodig. Nu had Jan het niet zo op geweld en vechten, maar gelukkig kon hij trompetter worden. Met een grote, rode veer zwierig op zijn muts, blies hij iedere avond de taptoe in het legerkwartier. Tijd voor de waard om de tap toe te doen en de soldaten naar hun brits te sturen. Dit leventje beviel Jan Claesen wel. Maar toen kwam het daadwerkelijk tot een veldslag! Jan moest met zijn getrompetter de Spanjaarden afschrikken. Al die ellende op het slagveld, Jan Claesen was er niet geschikt voor. Volgens de overlevering verliet hij het leger en ging samen met zijn vrouw Katrijn door het land reizen met een poppenkastvoorstelling. Want andere mensen vermaken kon Jan als de beste.

Hoe het verder ging met Jan Claesen weten we niet. Ik zie zo voor me dat hij samen met Katrijn een hoop avonturen beleefde door het land. Van jaarmarkt naar paardenmarkt, genoeg plekken waar ze konden neerstrijken met hun poppenkastvoorstelling. Totdat de naam van Jan Claesen weer opduikt in de geschiedenis. Op de begraafplaats bij de Romboutstoren in Andel is een grafzerk te vinden met Jan zijn naam erop. En dat niet alleen, er wordt in ferme bewoordingen omschreven hoe Jan Claesen om het leven kwam. Vermoord door 'ene van Breda en zijn groep', op donderdagavond 5 oktober rond zonsondergang. Zou het gaan om dezelfde Jan Claesen uit het liedje van Rob de Nijs? De Jan die geen geld had, geen held was, maar wel trompetter in hart en ziel? Zeker weten zullen we het nooit, maar dat is het mooie aan oude volksverhalen.

Op een zonnige voorjaarsdag gaat Prisca een bezoekje brengen aan het graf van Jan Claesen. De Romboutstoren is een restant van de kerk die het vroeger was. Alleen de imposante stenen toren, een stuk van de muur en een kapelletje staan er nog. Dat de toren volledig van steen is gemaakt in die tijd, is zeer uniek in deze regio. Het grasveld voor de toren is bedekt door de paarse en gele krokussen. Om het graf van Jan Claesen te komen moet je linksom de toren lopen, bordjes geven de route aan. Het lijkt hier wel wat stiller, of is dat maar een gevoel? Het ijzeren hek piept als ik het langzaam openduw, de kiezels knerpen onder mijn schoenen. Beschut tegen het stenen muurtje ligt een grote platte steen, met de inscriptie dat hier inderdaad Jan Claesen moet liggen.

Voor de Romboutstoren in Andel staat een kunstwerk met Jan Claesen afgebeeld als trompetter. Over een ander beeld van Jan Claesen is veel te doen geweest. Dit beeld staat niet in Andel, maar voor het visserijmuseum in Woudrichem. Deze gedetailleerde weergave van een trompetter uit het leger werd in 1977 aangeboden door de Rotary Club. In het rumoer van nieuwjaarsnacht in 1980 werd dit beeldje gestolen. Bij daglicht werd zichtbaar dat alleen de sokkel er nog stond! De gemeente van Woudrichem ontving een brief waarin stond dat Jan Claesen in Andel thuishoorde. Bij de begraafplaats in Andel stond een bord met de tekst 'Jan hoort hier'. Het beeld werd later teruggevonden in Andel en weer in ere hersteld op het plein voor het visserijmuseum, waar het mannetje sindsdien parmantig weer en wind trotseert.

Mocht je het graf van Jan Claesen en de Romboutstoren willen bezoeken, dan kun je dat goed combineren met nog een paar historische plekken in de omgeving. Onderaan de dijk is nog een kerk te vinden met een bijzonder verhaal. In de volksmond heet deze kerk 'De Blaauw Kerk', en dat heeft een reden. Als je nu voorbij wandelt, is er niets te zien wat wijst op een blauwe kleur. Dat was rond 1851 wel anders. Er werd een stuk bijgebouwd aan de kerk, en de hele buitenboel kreeg een frisse pleisterlaag. Door een foutje van de aannemer in het mengsel kreeg na een tijdje de kerk een blauwe kleur! Inmiddels is dat hersteld en jammer genoeg niets meer van te zien.

Op de Hoge Maasdijk zelf heb je een schitterend uitzicht over de Afgedamde Maas. In een scherpe bocht staat het oude veerhuis 'De Zwaan'. Vanaf hier werd er gevaren naar Rotterdam en Den Bosch. Het huis fungeerde tijdenlang als herberg voor mensen die over wilden varen. Het huis is gebouwd in 1632, wat betekent dat Jan Claesen er zeker langs gelopen zal zijn, aangezien zijn sterfdatum pas is in 1634. Boven de deur hangt nog een schitterend oud bord wat verwijst naar de vroegere functie. Inmiddels is het een woonhuis en gemarkeerd als rijksmonument. Een klein, rond bordje vertelt mij dat zelfs Napoleon Bonaparte hier overnacht heeft!

Wandel of rij je nog verder de dijk af, dan vind je aan je linkerhand twee oude, grijze palen in de wegberm. Dit zijn de grenspalen die vroeger de scheiding aangaven tussen Altena en Heusden. In lokaal dialect zijn dit de 'Kaaie Poale'.

Hieronder kun je een route downloaden die je door Andel voert. Je loopt daarbij ook langs fort Giessen. Mocht je de grenspalen en het veerhuis willen zien, dan moet je de Hoge Maasdijk verder volgen richting Veen. Een extra rondje van 3 kilometer, maar ik kan je vertellen, dat is geen straf in deze mooie omgeving!

Wil jij ook in de voetsporen treden van Jan Claesen? Hier vind je leuke tips:

- Wandelroute 'Rondje Andel', deze wandeling start bij de Wilhelminasluis. Langs de provinciale weg loop je richting Giessen om via Fort Giessen richting Andel te wandelen. Eenmaal op de Hoge Maasdijk heb je een prachtig zicht op de rivier. Het graf van Jan Claesen vind je op de begraafplaats bij de Romboutstoren in Andel.
- Spar Food Club, Burgemeester van der Schansstraat 18 in Andel. In de Spar kun je terecht voor een heerlijk ontbijt, lunch of een snelle hap. Ze zijn van maandag tot en met zaterdag geopend van 8.00 tot 20.00 uur.
- Er is een boek geschreven: Jan Claesen de trompetter. Dit is te koop bij Drogisterij Verbeek, Beatrixstraat 23 in Andel.

Wist je dat de gebouwen in Andel heel ver terug in de tijd gaan? Het opvallendste gebouw is de Romboutstoren, met een karakteristieke bakstenen torenspits. Deze dateert ergens uit de 14e eeuw. De kerk in Andel kent ook een lange geschiedenis en is waarschijnlijk net voor 1300 gebouwd.

Tekst en foto's: www.priscavisser.nl. Hier vind je alle blogs van Prisca.

Het Weekend van het Verdedigingserfgoed staat weer voor de deur! Tijdens de Biesbosch Fortentocht kun je terecht bij onderstaande afstappunten. Bekijk op deze pagina een overzicht van alle activiteiten dit weekend. Kom langs op het Biesbosch MuseumEiland, beluister het hoorspel op Fort Bakkerskil of krijg een rondleiding op Fort Altena. Er is genoeg te doen!

Fiets de Biesbosch Fortentocht en stap onderweg af om mee te doen aan leuke activiteiten. Ga bijvoorbeeld torenklimmen, of bezoek een van de exposities.

Alle knooppunten op een rij, inclusief leuke stops: Startpunt Fort Bakkerskil (Kildijk 143, Nieuwendijk) - 20 - 14 - 12 - 22 - 10 - 29 - 15 - 18 - 16 - 21 - 22 - 20 - Biesbosch MuseumEiland - 08 - 02- 04 - 27 - 11 - 10 - 22 - 30 - 23 - 80 - 31 - 78 - 32 - Woudrichem - 33 - 74 - 71- 41 - Fort Altena - 40 - 25 - Einde Fort Bakkerskil (natuurlijk ook andersom te fietsen!)

Zaterdag 20 april

Woudrichem: Martinustoren klimmen, van 13.00 – 15.30 uur.
Visserijmuseum: waar je een steur ontmoet, waar oude ambachten herleven en de visserijgeschiedenis van Woudrichem bewaard blijft. Het Visserijmuseum is open van 13.30 – 16.30 uur.
Fort Bakkerskil: het fort is bij mooi weer geopend voor lunch, koffie met gebak of een lekkere borrel. Beluister het QR-hoorspel.
Biesbosch MuseumEiland: bezoek het Biesbosch MuseumEiland, buitenmuseum de Pannekoek of bekijk de buitenexpositie 'Reuzenarbeid in en om de Biesbosch'. Geopend van 11.00 tot 17.00 uur.
Fort Giessen: Archeologie dag. Ontdek het fort alleen of met een gids. Er zijn presentaties over de mooiste archeologische vondsten en over botten van dieren uit het verleden. Ook zijn er allerlei activiteiten voor kinderen. Geopend van 10.00 tot 16.00 uur.

Zondag 21 april

Fort Altena: rondleiding, om 14.00 uur.
Fort Bakkerskil: het fort is bij mooi weer geopend voor lunch, koffie met gebak of een lekkere borrel. Beluister het QR-hoorspel.
Biesbosch MuseumEiland: bezoek het Biesbosch MuseumEiland, buitenmuseum de Pannekoek of bekijk de buitenexpositie 'Reuzenarbeid in en om de Biesbosch'. Geopend van 11.00 tot 17.00 uur.
Theetuin Binnen en buiten: Kerkeinde 14 in Sleeuwijk. De theetuin is geopend van 10.30 – 17.00 uur.
Visserijmuseum: waar je een steur ontmoet, waar oude ambachten herleven en de visserijgeschiedenis van Woudrichem bewaard blijft. Het Visserijmuseum is open van 13.30 – 16.30 uur.

Prisca Visser is een fotograaf met als voorliefde het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij regelmatig op pad om verhalen vast te leggen. Deze keer neemt ze een kijkje bij het knotten van de wilgen in natuurgebied de Pannekoek in de Biesbosch en gaat ze daarna op bezoek bij mandenmaker Versteeg in Wijk en Aalburg.

Het is een mooie dag in januari als ik de dijk afloop, het buitengebied de Pannekoek in. In de verte hoor ik een mannenstem zingen en tussen de bomen door zie ik oranje werkjassen schemeren. Vandaag ga ik het spoor volgen van de wilg, misschien wel de meest voorkomende boom in dit gebied. Wilgen worden in de winterperiode gesnoeid, oftewel 'geknot'. Bas is één van de werkers die verantwoordelijk is voor het knotten. "Eens in de drie jaar worden de lange takken van de wilg afgezaagd" vertelt hij. "We hebben dit stuk gebied opgedeeld in drie percelen. Dit stuk knotten we nu, de andere volgend jaar en het achterste deel hebben we vorig jaar gedaan." De andere mannen komen erbij staan. "Het is gezellig werken zo met elkaar, en prachtig in de natuur. Maar het kan ook een flinke uitdaging zijn met storm en regen. Het fijnste werken is als het een beetje gevroren heeft, dan loop je prettig over de bevroren ondergrond." Na een praatje gaan ze weer verder aan het werk. De bossen gezaagde takken worden over de smalle paadjes gesleept en aan de overkant van een greppel opgestapeld. Ik kan goed zien dat de takken vaak schuin afgezaagd worden. Bas vertelde mij net dat dat gedaan wordt om te voorkomen dat de wilg gaat rotten door stilstaand water in een zaagwond. Als de stapel takken hoog genoeg is, komt er een dik touw omheen. Nadat alle wilgen gesnoeid zijn, worden de takken opgehaald met een vrachtwagen om verwerkt te worden. Maar voordat ik verder ga, wil ik eerst terug naar de oorsprong, en de perfecte plek daarvoor is het Biesbosch MuseumEiland.

Het Biesbosch MuseumEiland is al een plaatje om te zien aan de buitenkant. Bedekt door een dikke laag grond lijkt het op een enorme, verscholen wildkijkhut. Maar niets is minder waar. Als ik door de deur naar binnen loop, valt mij direct op hoe licht en ruim het is. De plafonds zijn hoog, en de minimalistische inrichting zorgt ervoor dat de nadruk ligt op het schitterende uitzicht aan de achterkant van het gebouw. Er hangt een geur van koffie en er klinkt een zacht geroezemoes. Vandaag heb ik afgesproken met Peter van Beek, de directeur van het Biesbosch MuseumEiland. Als er iemand is die mij alles kan vertellen over het ontstaan van de wilgenproductie, is hij het wel. "Nee, de wilgen zijn hier niet uit zichzelf gekomen" vertelt Peter. Na de grote dijkdoorbraak stroomde de Biesbosch vol en was het decennia lang overgeleverd aan de getijden. Als eerste begonnen er biezen te groeien, waar de Biesbosch zijn naam aan dankt. Na verloop van tijd werden de plakken dikker en kon er riet ontstaan. De inwoners plantten er zelf wilgentenen, zodat ze deze naast het riet en de biezen konden snijden voor gebruik. Was de kwaliteit goed genoeg dan werden er ieder jaar tenen gesneden, zogenaamde snijgrienden. Voor de grovere bundels werd er eens in de drie/vier jaar gesneden, de hakgrienden.

Het was loodzwaar werk. In het museum is hier veel over te lezen en te zien. Zo staat er origineel schoeisel, grote klompen bekleed met stukken leer om zo droog mogelijk te blijven. "De griendwerkers verbleven de hele week in het griend, zeker in de winter moet dat erg zwaar geweest zijn" vertelt Peter verder. "Daar kunnen we nu nog amper iets bij voorstellen." De opbrengst van de snijgrienden, de dunne twijgen, werden gebruikt voor het vlechten van manden en fuiken voor de visvangst. De dikkere bundels uit een hakgriend waren vooral voor dakbedekking, meubels en bijvoorbeeld bezemstelen.

Na de uitleg is er tijd voor een rondleiding door het museum zelf. We worden meegenomen door de tijd heen, zien het ontstaan van de Biesbosch en leren dat de visserij belangrijk was. Overal zien we de wilg als rode draad door de geschiedenis. Aan het plafond hangen meerdere visfuiken gemaakt van gevlochten wilgentenen.

Na de watersnoodramp van '53 legde Nederland in sneltempo een verdedigingssysteem aan tegen het water, de Deltawerken. Hierdoor werd de visvangst minder, maar was er wel een enorme roep om hakgriend! Wilgentakken verteren nauwelijks als ze onder water liggen. Men begon op grote schaal enorme gevlochten matten te gebruiken als versteviging van de dijken en kribben. De zogenaamde 'zinkstukken' werden verzwaard met stenen om op zijn plaats te blijven.

Zelfs hedendaags worden er nog wilgentenen gebruikt in de waterbouw. Het is duurzaam, want het groeit snel en ook nog eens dicht bij het water. De route door het museum is zo ingedeeld dat we eindigen bij wat er allemaal te zien is in de natuur in de Biesbosch. Bevers natuurlijk, maar zeker in de winter is de ijsvogel met zijn felgekleurd verenkleed goed zichtbaar. In een vitrine is een opgezette steur zichtbaar. Een enorm beest, ongelooflijk dat dat hier rondzwemt.

Mijn volgende stop is mandenmaker Versteeg in Wijk en Aalburg. Ik wil namelijk wel eens weten wat er gebeurt met de wilgentenen als ze eenmaal gesnoeid zijn. Arie Versteeg heet mij van harte welkom en nodigt mij uit in de bijkeuken. Als de koffie is ingeschonken, begint hij te vertellen. Arie is de derde generatie mandenmaker en heeft het ambacht geleerd van zijn vader. Het vlechtwerk gaat nog met de hand zoals in vroegere tijden. Aan de hand van wat foto's en filmpjes geeft hij uitleg over het proces. De tenen worden gesnoeid als ze nog dun zijn. Zo zijn ze het buigzaamst om mee te kunnen vlechten. Daarna zijn er verschillende mogelijkheden. Om witte teen te krijgen, wordt een twijg geschild en te drogen gelegd. Bufteen, de roodbruine variant, krijg je door met schil en al te koken en daarna de schil te verwijderen. Grauwe teen is een twijg die gedroogd wordt met schil en al. Voordat Arie kan vlechten met bufteen moet deze eerst gekookt worden. Dat gebeurt in een grote bak met water wat verwarmd kan worden. "Vroeger ging dat boven een grote oven die we stookten met houtresten", mijmert Arie. "Onze oudste kinderen zullen zich dat vast nog wel herinneren. Nu zijn we moderner en verhitten we op elektriciteit."

Hij neemt mij mee naar zijn werkplaats. Er hangt een frisse geur binnen, het doet mij aan het voorjaar denken. De geur van wilgentenen. Arie neemt plaats op een houten plank en trekt een lage werkbank naar zich toe. Hij werkt aan een speciale opdracht van een klant, het gaat een enorme mand worden. Razendsnel vliegen zijn vingers langs de twijgen. Na iedere haal zorgt een ferme klap ervoor dat het vlechtwerk goed aansluit. Er ontstaat een cadans in de ruimte, vlecht - vlecht - klap, vlecht – vlecht - klap. Nadat de eerste rijen zijn gemaakt, snoeit hij de uitstekende delen af met een scherpe schaar. De rij erboven wordt net even anders, onder de handen van Arie vormt zich een patroon in de gevlochten twijgen. Bewonderend volg ik de bewegingen van zijn handen, hier is een vakman aan het werk. Als afsluiter mag ik nog een kijkje nemen in de winkel. Manden van allerlei soorten en maten staan hoog opgestapeld tegen de muren. Bij sommigen kan ik duidelijk het kleurverschil zien van witte teen of bufteen. Al een tijdje ben ik op zoek naar een fietsmand en hier zie ik hem zo hangen. Die gaat mee naar huis!

Wist je dat:
– Het Biesbosch MuseumEiland het hele jaar geopend is? Leer net als Prisca alles over het ontstaan van de Biesbosch en drink een kop koffie in het restaurant gedeelte.
– Je in de wintermaanden een kijkje kunt nemen bij de werkzaamheden in de griend, mits je wat afstand houdt?
– Zonder het knotten een 'knotwilg' gewoon uitgroeit tot een grote boom?
– In de winter de Biesbosch misschien wel op zijn mooist is voor een lange wandeling?
– Bufteen wilgentakken zijn die eerst gekookt en daarna geschild zijn?
– Je bij mandenmaker Versteeg ook terecht kunt voor vlechtwerk op maat?

Wil jij ook een bezoek brengen aan het Biesbosch MuseumEiland en mandenmaker Arie Versteeg? Hier vind je een overzicht van de locaties die Prisca bezocht:

- Biesbosch MuseumEiland, Hilweg 2 in Werkendam. Er is ruime parkeergelegenheid en een oplaadpunt voor elektrische fietsen. Juist in de winterperiode is het prachtig wandelen in de omgeving. De rust en stilte is uitzonderlijk en onderweg zie je veel dieren zoals hazen, verschillende soorten vogels en wellicht tref je een ijverige bever.
- Versteeg Manden, Polstraat 19a in Wijk en Aalburg. In de winkel vind je een grote selectie aan manden, maar je kunt er ook terecht voor opdrachten op maat.

Tekst en foto's: www.priscavisser.nl. Hier vind je alle blogs van Prisca.

Persbericht

4 december 2023

Winter in de Biesboschlinie

Ook in de winter is er van alles te beleven in de Biesboschlinie. Van een lichtjesoptocht of kerstconcert tot een rondleiding bij kaarslicht of een vaartocht. Er is voor elk wat wils.

Wandelen, varen en versgebakken poon

Kom in de winterse sferen tijdens een snertwandeling in de omgeving van Fort Giessen of de Biesbosch en warm na afloop op met een heerlijke kop warme erwtensoep. Boek een rondleiding op één van de forten en spot beversporen tijdens een winterse vaartocht door de Biesbosch. Haal oudjaarsdag versgebakken poon, bezoek 9 december Winter Wonder Woudrichem in deze vestingstad of kom die avond naar Andel voor een lichtjesparade met voertuigen.

Op pad in de Vestingdriehoek

Ook bij de buren in de Vestingdriehoek is de winter allesbehalve saai. Op Slot Loevestein zijn er kaarsverlichte rondleidingen (mét Glühwein en Oerhollandse stamppot!) In Gorinchem is de winterpret ook in volle gang: de overdekte schaatsbaan opent vanaf 16 december haar deuren. Kortom, er is weer genoeg te beleven.

Erfgoed en natuur

In het noord-westen van Noord-Brabant, ligt de Biesboschlinie. Dit mooie gebied is het thuis van eeuwenoud erfgoed en prachtige natuur. Het gebied beslaat de gemeente Altena met zijn 21 kernen, waaronder Woudrichem, en het zuidelijke deel van de Biesbosch.

We hebben de leukste activiteiten verzameld op https://biesboschlinie.com/winter.

Prisca Visser is een fotograaf met als voorliefde het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij regelmatig op pad om verhalen vast te leggen. Ze brengt een bezoek aan Buffelgaard Verschure en maakt een historische wandeling door Het Wijkerzand.

Buffels hebben een unieke geur, heel anders dan koeien. Wist je dat ze zachtjes kunnen knorren als ze nieuwsgierig zijn? Vandaag breng ik een bezoek aan Buffelgaard Verschure, een buffelboerderij die wordt gerund door Richard en Monique. Ik ben aan de vroege kant. "De auto moet nog even naar de garage gebracht worden hoor" zegt Monique na onze begroeting. "Loop maar lekker rond door de stal, neem gerust een kijkje in de melkrobot, zo terug!" Weg is ze.

Enigszins beschroomd loop ik de grote stal binnen. De geur van buffels is echt anders dan de koeien die ik wel gewend ben. Iets, kruidiger misschien? De forse dieren staren mij aan vanachter het hek. Zacht geknor stijgt op: wie is die vrouw en wat komt ze doen? Als ik wat dichterbij kom, wordt het dringen. Allemaal willen ze even snuffelen, en vooral: geaaid worden. Algauw merk ik dat achter het stoere uiterlijk hele lieve en zachtaardige dieren schuilgaan. Ze hebben korte poten en hun lijven zijn breed en gedrongen. Van oorsprong komen ze uit Azië, waar ze veel werden gebruikt in de landbouw om de velden om te ploegen. Buffels hebben een hele donkere vacht, bijna zwart zelfs. Met hun grote oren kunnen ze zichzelf koelte toewuiven op warme dagen. Maar het allermooiste zijn toch wel de enorme, gebogen horens!

Monique is al snel terug, samen lopen we een rondje door de stallen. Waarom waterbuffels? Daar ben ik wel nieuwsgierig naar. Het antwoord daarop is vrij eenvoudig. Richard is opgegroeid op een boerderij. Nadat hij Monique ontmoette, zijn ze samen het avontuur aangegaan in het buitenland. Na Denemarken en Duitsland keerden ze terug naar Altena, met twee kinderen erbij. "Buffels vereisten geen fosfaatrechten, en we wilden iets nieuws proberen" legt Monique uit. "Het was voor ons allemaal erg wennen in het begin. Voor ons, maar ook voor de dieren zelf." De vele uren, liefde en geduld, werden beloond. De buffels zijn nu zo gewend dat ze zelfstandig de melkrobot instappen, daar is bijna geen omkijken meer naar nodig.

Op mijn vraag wat er precies in de boxen ligt, antwoordt Monique: "dat zijn uienschillen, afkomstig van een uienverwerker in de buurt. We werken graag lokaal en steunen elkaar zo," voegt ze toe. Voor hen is dit afval, onze buffels zijn er weer erg blij mee. Naast lokale samenwerkingen, streven we ook naar duurzaamheid. Verleden jaar zijn er zonnepanelen geplaatst op het dak en de boerderij heeft een eigen grondwaterput.

De melk van waterbuffels is veel romiger dan koeienmelk. Dat komt doordat het vetpercentage dubbel zo hoog ligt. Buffelgaard Verschure laat van hun melk diverse producten maken die te koop zijn in het winkeltje en in de boerderijautomaten die buiten in een schuurtje staan. Ik zie prachtige kazen, een vriezer vol met vlees, grillworsten en natuurlijk de buffelmozzarella. Maar ook speciaalbier, chocolade en ijs! Allemaal afkomstig van de buffel.

We lopen langs de jongveestallen, waar Monique enthousiast vertelt over de jonge buffels en de oudste dame van 16 jaar. In de zomer is het een attractie om de donkere, gehoornde koppen in het weiland te zien. Sommigen mogen zelfs het water in, waarna je alleen nog oren en neuzen boven de modder ziet uitsteken. Het lijken wel nijlpaarden! Ik ga zeker een keer langs als het zover is. Nu moet ik dan echt afscheid nemen van deze leuke dieren en gastvrije familie.

Mijn volgende stop is Het Wijkerzand, een uitgestrekt gebied langs de oevers van de Afgedamde Maas. Het regent. Niet zo'n beetje ook! Dikke druppels kletteren op mijn paraplu. Vroeger moet het er zo anders uitgezien hebben. En toch ook weer niet...

Voor mijn geestesoog verschijnt een meisje. Ze zal een jaar of twaalf zijn. Hard rent ze door de velden naar de waterkant. Het is juni in het jaar 1817 en drukkend warm. Zweet loopt in druppeltjes over haar gezicht, maar stoppen doet ze niet. Pas als ze bij de waterkant aankomt, buigt ze hijgend voorover. Steunend met haar handen op haar knieën kijkt ze uit over de rivier. In haar hoofd stormt het, vandaag is zo'n spannende dag! Haar hele bestaan en dat van haar familie kan weleens afhangen van het besluit wat genomen gaat worden. Thuis hield ze het niet meer uit, ze moest weg.

Een aak drijft langzaam voorbij over de rivier, stemmen van de bemanning schallen over het water. Langzaam laat Anne zichzelf onderuit zakken in het hoge gras. De sprietjes kriebelen aan haar blote benen onder haar lange rokken. Starend naar de lucht voelt ze dat haar gedachten tot rust komen. Zou pa boos zijn? Hij ging vanmorgen al zo vroeg de deur uit.

Haar pa is schaarmeester van Het Wijkerzand. Vorig jaar kwam de provincie met het besluit dat de uiterwaard niet van de inwoners is, maar van de gemeente! De twee koeien die ze hier hielden op de schaarweide moesten weg. Het geld wat ze daarvoor kregen is al bijna op, en verse melk is er nu ook niet meer. Juist nu ma hoogzwanger is en ze de melk en opbrengsten goed kunnen gebruiken met nog een mond te voeden. Gelukkig zijn er heel wat mensen het niet eens met deze beslissing. De burgemeester had gesmeekt aan de provincie of ze dit terug wilden draaien. Daarna hebben haar pa en nog drie andere schaargerechtigden een rekwest gestuurd naar de koning zelf. Koning Willem I liet weten dat hij het niet eens is met de provincie en dat de vrederechter in Heusden uitspraak moet doen. Die uitspraak komt vandaag, 3 juni 1817.

In de verte klinkt gerommel. Er zal vast wel onweer komen na zo'n warme dag. Een paar koeien zijn dichterbij gekomen. Nieuwsgierig bekijken ze het meisje wat in hun grazige weide ligt. Anne duwt zichzelf omhoog, schudt haar rokken uit en sjokt langzaam richting het kleine huisje achter de dijk.

Wat Anne nog niet weet is dat de vrederechter de inwoners van Wijk gelijk geeft. Tot op de dag van vandaag zijn de zogenaamde 'inboorlingen' van kerkdorp Wijk eigenaar van Het Wijkerzand. Mits je geboren bent binnen de grenzen (dus niet in het ziekenhuis, dat telt niet) en je er een eigen schoorsteen hebt roken. Het bijzondere is dat dit ook voor de vrouwen geldt. Als Anne op volwassen leeftijd verhuist, maar binnen Wijk blijft wonen, wordt ze automatisch mede-eigenaar. Dat betekent dat ze er jaarlijks inkomsten uit haalt en zelfs haar eigen koe mag laten grazen in de Schaarweide.

Samen met Ad en Fientje trek ik het gebied in. Ad de Bruin is een 'inboorling' van Wijk. Er zijn er momenteel nog ongeveer 500 weet hij te vertellen. Deze mensen bij elkaar nemen besluiten over Het Wijkerzand en dragen zorg voor de natuur. Een paar boeren laten er hun vee grazen waar de inboorlingen ieder jaar een envelop met de opbrengst voor ontvangen. Hij kent het gebied op zijn duimpje. We banjeren door het kletsnatte gras, zien beversporen en klimmen een terp op. Hier hebben we een mooi uitzicht over het terrein achter ons.

"Je kunt goed zien dat het voorste gedeelte afgegraven is door de steenfabriek. Dat duurde wel veertig jaar. De strook langs de dijk is niet afgegraven en ligt dus een stukje hoger!" Kijk, dat zijn feitjes waar ik blij van word. Als iemand je dat niet vertelt, kijk je er helemaal overheen. Het Wijkerzand herbergt veel geschiedenis, waarvan de toewijzing door de rechter in de tijd van Anne een hoogtepunt is.

Een dieptepunt is het neerstorten van een vliegtuig tijdens de Tweede Wereldoorlog. "Ik heb een ooggetuige gesproken. Het vliegtuig kwam over de uiterwaarden aangefladderd en crashte vlakbij de dijk. Later ben ik zelf nog een paar Canadese mensen tegengekomen. Ze stapten hier uit de bus en vroegen in gebrekkig Nederlands naar 'de begraafplaats'. Ik ben met ze meegelopen om ze de laatste rustplaats van de vliegeniers te wijzen" zegt Ad.

Mijn rondje door Het Wijkerzand zit erop. Zin om zelf eens een frisse neus te halen in dit gebied met zoveel geschiedenis? Vanaf de Maasdijk bij nummer 215 loop je zo de natuur in. Na het passeren van een hek, vind je aan je linkerhand de weilanden waar het vliegtuig in de oorlog neergestort moet zijn. Rij na je wandeling even langs de Buffelgaard voor wat heerlijke versnaperingen. Een perfecte combinatie!

Wil jij ook een bezoek brengen aan de buffelgaard en een historische wandeling maken door Het Wijkerzand? Hier vind je een overzicht van de locaties die Prisca bezocht:

- Buffelgaard Verschure
- Het Wijkerzand, Maasdijk 179 in Wijk en Aalburg

Tekst en foto's: www.priscavisser.nl. Hier vind je alle blogs van Prisca.

Prisca Visser is een fotograaf met als voorliefde het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij regelmatig op pad om verhalen vast te leggen. Deze keer wandelt ze een route door de Akkers van Altena. En handig, ze komt met het OV en beschrijft haar route vanaf het treinstation in Gorinchem tot het busstation bij Sleeuwijk de Tol.

Oktober betekent niet alleen de overgang naar herfstachtige dagen en kleurrijke bladeren, maar ook een smakelijk hoogtepunt voor fijnproevers en liefhebbers van lokaal eten: de Dutch Food Week. Dit landelijke evenement zet in de tweede week van oktober lokale voeding en de toekomst ervan in de schijnwerpers, en ook de gemeente Altena deed enthousiast mee. Als kers op de taart organiseerde VVV Biesboschlinie een onvergetelijke afsluiter: wandelen door de akkers van Altena. Een wandeltocht van acht kilometer door het mooie polderlandschap, waar deelnemers niet alleen konden genieten van de natuur, maar ook van heerlijke, lokale lekkernijen onderweg. Ik besloot deze culinaire ontdekkingsreis niet alleen vast te leggen met mijn camera, maar ook zelf deel te nemen. Wat ik ontdekte, was een route die niet alleen een feest voor de smaakpapillen was, maar ook gemakkelijk toegankelijk voor iedereen, dankzij de handige verbindingen tussen de verschillende openbaar vervoerspunten. Hier is mijn stapsgewijze beschrijving van deze wandeling zodat jij deze op elk gewenst moment ook kunt gaan wandelen.

Stap 1: vertrekpunt station Gorinchem

Ik maak gebruik van de Merwedelingelijn, die mij van Dordrecht naar Gorinchem brengt. Na het uitstappen op het station is het een wandeling van 1,5 kilometer naar de kade waar de veerponten van Riveer aangemeerd liggen. Je kunt rechtstreeks lopen via Google Maps, maar het is ook een optie om het voetpad over de vestingwallen te nemen. Volg simpelweg de nummers: 40, 38, 33 en 30, en je bereikt het eindpunt bij de pont. Een leuk detail is dat je onderweg al een glimp van Woudrichem aan de overkant kunt opvangen!

Stap 2: overvaren met de veerpont

Genietend van de wind die door mijn haren waait en het warme herfstzonnetje op mijn gezicht, bedenk ik hoe fijn het is om te varen. De wereld lijkt op het water ineens zo ver weg. Het bemachtigen van een kaartje voor de overtocht is verbazingwekkend eenvoudig. Met slechts een paar klikken op de website van Riveer en een kleine betaling van €2,55, heb ik mijn kaartje in handen. Ik sta buiten aan de reling, terwijl ganzen overvliegen richting warme oorden en de zon alles omhult in een betoverende, gouden gloed. Op deze rustige weekenddag is er weinig verkeer op het water. Langzaam varen we naar de aanlegsteiger van Woudrichem, waar ik verrast word door de prachtige aanblik van dit vestingstadje vanaf het water.

Stap 3: smakelijke stop 1 – thee van Fair van Ver

Vanaf de steiger vervolg je je weg rechtdoor, tussen de hoge stadswal door de Kerkstraat in. Net voor de Gevangenpoort bereik je routeknooppunt 9. Leuk detail, ernaast staat een standbeeld van Jacoba van Beieren. Ga verder in dezelfde richting naar de kerk die al in de verte zichtbaar is. Onderweg kom je langs Fair van Ver, een charmante winkel waar, onder andere, heerlijke thee wordt verkocht. Ook de VVV is hier gevestigd, haal gerust wat mooie routegidsen op. Bij IJssalon Baks sla je rechtsaf de Bagijnestraat in. Als de weg omhoog begint te lopen, volg je het voetpad aan de linkerkant, dat over de Rijkswal loopt. Na een korte afstand sla je rechtsaf, de loopbrug over, het water op. Op de hoek voor de brug vind je het paaltje met knooppunt 64. Vanaf dit punt is de route gemakkelijk te volgen via de wandelknooppunten.

Stap 4: smakelijke stop 2 – Jammelien's Winkeltje

Tijdens het vervolg van de wandeling, passeer ik paaltje 48, 57 en 71, waarbij het eerste stuk een pad is dat zowel geschikt is voor fietsers als voetgangers. Dit pad gaat over in de Merwededijk, waar auto's ook hun weg vinden. De dijk, die boven het omliggende landschap uitsteekt, biedt een adembenemend uitzicht op de uiterwaarden van de Groesplaat. Hier zie ik grazende wilde konikpaarden, die dienen om het terrein open te houden. Onderweg kom ik langs Jammelien's Winkeltje, een charmante stopplek die zeker de moeite waard is. Langs de dijk wijst een groot uithangbord naar beneden, waar een schattig kastje vol eigengemaakte jam, keramiek en verse eitjes te vinden is. Het lijkt me niet verstandig om eieren in mijn wandelrugzak mee te nemen, maar ik kan de verleiding van de pot vlierbloesem- abrikozen jam niet weerstaan.

Stap 5: onderweg genieten van de natuur

Bij punt 71 is oplettendheid vereist, want het paaltje is niet direct zichtbaar; je moet omkijken om het te ontdekken. Zodra de Merwededijk scherp naar rechts buigt, zie je aan de linkerkant een houten klaphek met een duidelijk bord: ingang Liniepad, dat is punt 71. Ga door het hekje en volg het graspad langs de dijk. Steek een klein weggetje over en vervolg je weg over een breed graspad naar paaltje nummer 73. Aan het einde van het pad kom je bij een drukke weg, maar vlak daarvoor maakt het pad een bocht naar rechts. Even later steek je de weg over naar punt 72 en vervolg je de route door de landerijen van Landgoed Kraaiveld, op weg naar nummer 74. Je loopt nu over een prachtige laan met vrij uitzicht over de weilanden.

Stap 6: smakelijke stop 3 – boerderijwinkel Landgoed Kraaiveld

Langs de schilderachtige laan van Landgoed Kraaiveld voert de route je door een boomgaard, voorbij een draaihek en klaphek naar de achterkant van de boerderij. Een wandeling langs de keurig aangelegde bedden van Kraaiveld leid je naar het 'terras' bordje. Naast dit gezellige terras dat beschut wordt door enkele bomen, bevindt zich een knusse landgoedwinkel. Hier worden heerlijke broden en koeken van bakker Hardeman, verse biologische groenten van het landgoed en verfrissende sapjes verkocht. Mijn maag knort, en ik kies een verrukkelijk uitziende gevulde koek uit. Even ontspannen op het terras is een welkome pauze. Na deze korte stop vervolg ik mijn pad, verlaat de oprijlaan en sla rechtsaf vóór de grote weg. Dit was punt 74. Ik steek een wildrooster over en wandel langs waterpartijen en aardewallen. Onderweg kom ik langs bunkers die helemaal niet zo heten maar zogenaamde groepsschuilplaatsen waren.

Stap 7: meanderen door de polder

Onderweg naar knooppunten 76, 77 en 26 volg ik duidelijk gemarkeerde bordjes, loop langs akkers en passeer de Uitwijkse molen. Vlak voor de Zandwijkse molen sla ik rechtsaf, een graspad op, dat de laatste kilometers van de route markeert. Tijdens mijn wandeling, word ik verrast door korte regenbuien; koude druppels vallen in mijn nek, maar gelukkig verdwijnen ze snel en komt de zon weer tevoorschijn. Het pad leidt langs water waar een vader en zoon aan het vissen zijn. Plotseling doemt een roestige koepel op tussen de bossages; ooit een koepelkazemat, nu omgebouwd tot vogelkijkhut. Ondanks dit interessante tafereel vervolg ik mijn weg door het natuurgebied de Zevenbansche Boezem. Hier moet je even opletten: je bereikt een sloot met een bruggetje. Aan het einde van dit pad kom je bij knooppunt 77 op het fietspad terecht. Vanaf hier is het nog een kort stukje wandelen naar punt 26.

Stap 8: eindpunt en culinaire verwennerij – Fort Altena

Bij punt 26, gelegen bij de parkeerplaats van Fort Altena, steek je na het bereiken van het bordje de weg over. Daar ontdek je een smalle betonnen trap die leidt naar een pad dat naar je naar het fort brengt. Eenmaal bij het fort aangekomen, kun je ervoor kiezen om een wandeling over het terrein te maken. Voor mij is het tijd om naar binnen te gaan voor een welverdiende kop koffie. In de brasserie kun je genieten van een heerlijke lunch en verleidelijk appelgebak. Als je terug wilt naar Breda of Gorinchem, kun je een korte wandeling maken naar het viaduct van de snelweg waar de bussen stoppen aan twee kanten stoppen, vertrek vanaf Tol Oost of Tol West in Sleeuwijk.

Of je nu een lokale inwoner bent of een bezoeker die de schoonheid van Altena wil ontdekken, deze wandeling door de akkers biedt een perfecte gelegenheid om de smaken van de streek te ervaren, terwijl je geniet van de prachtige natuur. Dus trek je wandelschoenen aan, volg deze route en laat je zintuigen betoveren door de rijke culinaire tradities van Altena. De Biesboschlinie wacht op jou, klaar om je mee te nemen op een onvergetelijke reis vol smaak en verrassingen!

Wil jij ook dezelfde route lopen als Prisca? Hier vind je een overzicht van de locaties die zij bezocht

- Overvaren met de veerpont
- Fair van Ver. De winkel is geopend op woensdag en donderdag van 13.30 - 16.30 uur & op vrijdag en zaterdag van 11.00 - 16.30 uur.
- IJs & Spijssalon Baks. In de winter verkopen ze geen ijs, maar bakken ze oliebollen. In november en december zijn ze geopend op zaterdag en zondag van 12.00 - 17.00 uur. Bekijk de actuele openingstijden op de website.
- Jammelien's Winkeltje. Er staat een kastje waar je de producten kan kopen. Je kunt dus op elk moment langs gaan.
- Boerderijwinkel Kraaiveld. De winkel is geopend van maandag t/m vrijdag van 09.30 - 17.00 uur.
- Fort Altena. De brasserie is geopend van vrijdag t/m zondag van 10.30 - 17.00 uur.
- Ga ook eens op pad in haar startpunt Gorinchem of bezoek de hele Vestingdriehoek

Tekst en foto's: www.priscavisser.nl

Prisca Visser is een fotograaf met als voorliefde het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij de komende tijd op pad om verhalen vast te leggen. Ze neemt je mee door de polders, gaat op bezoek bij ondernemers en natuurlijk het water op! Hier schrijft ze korte stukjes over, zodat jij de verborgen parels in Altena leert kennen.

Ah, de Biesbosch! Dat waterrijke paradijs waar we vroeger alleen maar over leerden tijdens saaie topografielessen. Maar, ik zal je een geheim verklappen, achter dat educatieve jargon schuilt namelijk een fascinerend verhaal. Zonder een woeste storm en een dijkdoorbraak zou de Biesbosch niet de betoverende plek zijn die het vandaag is. Dus, gewapend met nieuwsgierigheid en een avontuurlijke geest, duik ik in het verleden, speur ik naar de sporen van bevers en breng ik een nacht door in een hut diep verborgen in de natuur. Laat het avontuur maar beginnen!

Even een opfrisrondje. De Biesbosch is ontstaan als gevolg van menselijk handelen en de kracht van de natuur. Vóór de 15e eeuw was het gebied een moeras met kreken en kleine riviertjes. Door dijkenbouw en landaanwinning veranderde het landschap drastisch. Tijdens de Sint-Elisabethsvloed in 1421 braken de dijken door en beukte de zee in op het land en de dorpen. Zo ontstond er een groot getijdengebied. Dit markeerde het begin van de vorming van de Biesbosch zoals wij die vandaag kennen. In de eeuwen erna hebben mensen het gebied verder veranderd, onder andere door de aanleg van dijken en sluizen. Het resultaat is een uitgestrekt zoetwatergetijdengebied met een unieke flora en fauna.

Op een mistige ochtend beginnen we onze ontdekkingstocht bij het Buitenmuseum de Pannekoek, een klein gebied naast het Biesbosch MuseumEiland, dat gratis toegankelijk is. Hier worden in de winter de wilgentenen gesneden en hoog opgestapeld om te drogen voor verder gebruik. Onderweg komen we de stapels takken van vorig jaar tegen. Het is nog te vroeg in het seizoen om de wilgentenen te snijden dus de wilgen staan nog vol met hun lange dunne takken. De nevelslierten hangen mysterieus boven het water, wat deze plek nog mooier maakt. Terwijl we voorzichtig over de modderige paden lopen, passeren we een beverburcht, maar helaas zien we geen tekenen van activiteit. Onze wandeling gaat verder langs rijen knoestige, oude wilgen en brengt ons naar een 'schrankkeet', waar griendwerkers vroeger wekenlang verbleven om biezen te snijden. Dit kleine hutje straalt een nostalgische sfeer uit. Voordat de Biesbosch vol stond met wilgen, groeiden er biezen en riet. De omwoners oogsten dit om bijvoorbeeld manden van te vlechten. Tegenwoordig zijn de biezen bijna niet meer te vinden, maar dankt het gebied hier wel zijn naam aan, de Biesbosch! Tijdens onze wandeling, ontdekken we ook een eendenkooi. Een prachtige plek om doorheen te struinen. Het Buitenmuseum de Pannekoek is een verborgen pareltje in de Biesbosch en ontzettend leuk en leerzaam voor een wandeling.

Onze bestemming voor de komende nacht is een kleine hut verscholen in de natuur. De keuze is aan ons, of we te voet de hele route gaan volgen of een deel per kajak willen afleggen. Onze backpack is tot de nok toe gevuld met alle benodigdheden, maar zodra we beginnen te lopen, lijken we het gewicht volledig te vergeten. De omgeving is simpelweg adembenemend. Overal om ons heen liggen akkers, net omgeploegd, met dikke bruine klei die glinstert in het zachte zonnetje dat door de nevel priemt. De tweepersoonskajak ligt al keurig op ons te wachten in het gras, en met een stevige zet, duwen we hem het water in. De wind speelt met onze haren, maar gelukkig helpt hij ons vooruit. Langs de oevers glijden we geruisloos voort, terwijl de bomen hun herfstkleuren al laten zien. Soms wijkt het riet uiteen voor een klein kreekje of sloot, dat ons verder het betoverende natuurgebied in leidt. Dit belooft een onvergetelijke nacht te worden!

Onze schoenen doorweekt van het zeiknatte gras, volgen we de paaltjes met het Hidden Hut-logo een dichtbegroeid gebied in. Bruggetjes brengen ons verder en het pad wordt steeds smaller. Plotseling wijkt het riet en doemt daar een huisje op, op een plek waar je het echt niet verwacht. Zwarte bielzen omlijnen de asymmetrische voorgevel, die voornamelijk bestaat uit grote, glazen ramen. We halen de sleutel uit de locker en stappen de hut binnen. Meteen valt ons oog op een klein, schattig kacheltje dat we snel aansteken. Gauw opwarmen en de kleding te drogen hangen bij het vuur! Terwijl de vlammen gretig knetteren en likken aan het droge hout, gaan we de rest van het huis verkennen. Het matras ligt op zolder onder een groot raam dat uitzicht biedt op de wilgen. Wie weet, misschien kunnen we wel bevers spotten vanuit ons knusse huisje.

De volgende ochtend worden we wakker als het nog donker is, onze adem zichtbaar in de koude ochtendlucht. Het ontbijt is eenvoudig, maar heerlijk: een mok zwarte koffie om goed wakker te worden en een punt meegebrachte pompoentaart. Onze schoenen zijn inmiddels opgedroogd, dus besluiten we om een rondje om de hut te wandelen. Een paar vogels zijn al wakker en zingen hun ochtendlied, en we zien veel kikkers onderweg. Verse knaagsporen van bevers verraden hun drukke activiteiten terwijl wij lekker sliepen. Terug bij de hut besluiten we om het vuurtje buiten op te stoken, de vlammen dansen vrolijk in de ochtendwind. Als echte pyromanen hebben we het snel brandend en we staren naar de hypnotiserende vlammen, genietend van de warmte en de rust. Maar dan is het tijd om afscheid te nemen van deze idyllische plek. We laten de rust en stilte achter ons en keren terug naar de bewoonde wereld.

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Beleef de Biesbosch, dé expert als het gaat om het verkennen van dit gebied. Ben je op zoek naar een unieke ervaring? Overweeg dan zeker een nachtje weg in de Hidden Hut, een perfecte ontsnapping aan de dagelijkse sleur. Vlak naast het Biesbosch MuseumEiland ligt het Buitenmuseum de Pannekoek, een plek die je niet mag missen. Het buitenmuseum is niet alleen een eerbetoon aan de rijke geschiedenis van de streek, maar ook nog eens prachtig voor een wandeling.

Wil jij ook de Biesbosch ontdekken en slapen in de Hidden Hut? Hier vind je een overzicht van de locaties die zij bezocht:

- Hidden Hut
- Bootverhuur
- Nationaal Park de Biesbosch
- BiesboschmuseumEiland
- Beleef de Biesbosch

Tekst en foto's: www.priscavisser.nl. Hier vind je alle blogs van Prisca.

Prisca Visser is een fotograaf met als voorliefde het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij op pad om verhalen vast te leggen. Ze neemt je mee door de polders, gaat op bezoek bij ondernemers en natuurlijk het water op! Hier schrijft ze korte stukjes over, zodat jij de verborgen parels in Altena leert kennen.

Ondanks dat ik opgegroeid ben in de grote stad, liep ik als kind al vaak op houten klompen. Klepperend rende ik door de achterpaadjes en als ik eruit gegroeid was, veranderde de klomp in een plantenbakje voor aan de muur. Nog steeds loop ik in mijn moestuin veel liever op klompen. Doordat klompen aan de onderkant geen profiel hebben, is de dikke klei beter begaanbaar. Toen ik ontdekte dat er een heuse klompenmaker in Altena zit, was direct het idee voor een artikel geboren. Ik ga terug in de tijd!

Als twaalfjarig mannetje kwam Peter de klompenmakerij binnenlopen, Piet van Gennip zwaaide destijds nog de scepter in de werkplaats. Drie generaties lang was de zaak al in handen van de familie van Gennip. Piet zag de passie en gedrevenheid van Peter en droeg uiteindelijk de klompenmakerij aan hem over. Samen met zijn vrouw Patricia voerde Peter zijn vernieuwende ideeën door. Want een traditionele klompenmaker zijn is een passie, maar er was weinig toekomstperspectief voor dit beroep.

Er kwam een nieuwe klompenmakerij, volledig gebouwd in de oude stijl van vroeger. Het gebouw ligt onderaan de dijk en vanaf boven heb ik een mooi zicht op de locatie. Links van mij liggen grote boomstammen opgestapeld. Dit moet hout zijn voor de klompen! Binnen is het verrassend ruim. Lange tafels zijn gezellig gedekt met kop en schotels. De gebakjes staan ook al klaar. Na mij zal er een groep langskomen voor een bezoek. Er hangt een prettige geur van gebrand hout gemengd met heuse filterkoffie.

“In tijden dat men nog dagelijks op klompen liep, werd er gebruik gemaakt van wilgenhout” vertelt Peter als hij mij rondleidt langs de imposante machines. Wilgenhout is donker hout en goed bruikbaar voor bewerking. Alleen worden de wilgen nu geknot en daardoor zijn de bomen te klein voor de houtkap. “Nu gebruiken we het hout van de populieren” gaat Peter verder. Dat is lichter van kleur, maar net zo goed. In samenwerking met het Brabants Landschap wordt er lokaal populierenhout gekapt voor de klompenmaker. Het moeten wel bomen zijn die verder van de weg af staan, “anders komen we veel spijkers tegen in het hout”. Briefje met een vermiste kat, speurtocht, wegafzetting. Iedere spijker is er 1 teveel voor de zagen.

Het hout wordt zo nat mogelijk bewerkt. Timmerlieden gebruiken gedroogd hout, maar klompenmakers hebben voor het schaven en uithollen natter hout nodig, zodat het niet gaat splijten. Eerst worden de stammen in grote blokken gekloofd, daarna wordt er grofweg de vorm van een klomp in gebeiteld. Dit blok wordt in een klem geplaatst en de machine wordt handmatig bediend om de klomp uit te hollen. Rest nog het gladschuren van de buitenzijde en het houten blok is veranderd in een elegant klompje. Deze moet nog wel weken drogen voordat ze verder bewerkt kan worden.

De telefoon gaat, de buschauffeur meldt dat de groep er binnen tien minuten zal zijn. Met een ferme handdruk neem ik afscheid van Peter. Ik snuffel nog even door de winkel vol met klompen, netjes in rijen. Mijn oog valt op de klomp die is vermaakt tot een vogelhuisje annex voederkast. Ik begrijp dat klompen tegenwoordig weinig meer gedragen worden, maar zo'n nestkastje voor de koolmeesjes is een leuke herinnering aan deze bijzondere plek!

De buitenlucht van het platteland maakt hongerig. Ik had in gedachten om te lunchen bij café 't Zwaantje in Genderen. Voor lokale mensen een bekende stek en het café wordt ook wel 'Kees van Japkes' genoemd. Mij werd het door meerdere mensen aanbevolen om hierheen te gaan. “Echt wat voor jou Pris”. De verwachting is hoog gespannen, dat begrijp je.

Voor de deur staat een rijtje oude Zundapps gestald, het chroom blinkt in de zon. Ik stap het café binnen en moet even knipperen met mijn ogen. In een flits ben ik terug in de tijd. Mijn blik glijdt over de zacht gele balken aan het plafond, langs het oude behang en blijft hangen op de glanzende bar met de tekst erboven gebeiteld: 'gezelligheid kent geen tijd'. Tijd lijkt hier sowieso niet van belang. Er hangt een ontspannen sfeer, niks geen druk gedoe. Achter de bar staat Suzanne die mij vriendelijk begroet. Ik kies een tafeltje achterin de hoek bij het raam waar ik uitzicht heb op het hele café.

Een groep mannen zit verderop. Hun gelach komt soms boven de achtergrondmuziek uit. Ze zijn aan het toeren met de brommers die ik voor de deur zag staan. Hun bestelling wordt geserveerd door Suzanne, borden hoog beladen met glanzende frieten en grote burgers. Die burger lijkt mij wel wat en ook ik bestel een 'van Jappeburger'. Suzanne vertelt dat dit hun hardloper is van de kaart. Een sesambol van zacht brood die speciaal door de bakker gemaakt wordt met een grote, sappige burger erop. “Het vlees is van eigen koeien”, zegt Suzanne, “je mag zo wel even mee naar achteren om een kijkje te nemen”.

Als mijn lunch achter de kiezen zit, loop ik met Suzanne mee door de achterdeur. Onder het lopen vertelt ze het verhaal. Café 't Zwaantje is ooit gestart door haar voorouders. Zij is met haar man die in de keuken staat, de vierde generatie die het café draaiende houdt. Ooit echt begonnen als café, maar na verloop van tijd kwamen er wat koeien bij. Die stonden in de stal aangrenzend aan het café waar ik nu doorheen loop. Inmiddels is er een ruime stal op het erf gebouwd. Alleen de pinken kunnen we een aai geven, de koeien lopen heerlijk in de wei. “Ruim veertig melkkoeien. De melk en het vlees gebruiken we in ons café”, glundert Suzanne trots.

Het is drukker geworden binnen en ik nip nog even rustig aan mijn ijsthee voordat ik verder ga. Mensen kennen elkaar, begroeten elkaar. Het voelt als een warme deken, hier zittend aan tafel. Het café is duidelijk het hart van de gemeenschap. Vitrines vol met prijzenbekers sieren de muren. Zowel de visclub, biljartclub en scherpschuttersvereniging hebben hier al decennia hun thuisbasis. Ik zie zelfs een beker staan uit 1969! Nog even neurie ik zachtjes mee op de laatste noten van 'What a Feeling' van Flashdance die uit de boxen komen en dan stap ik weer naar buiten, het zonlicht in.

Mijn laatste stop is het Duyls Bos. Je moet het maar net weten te vinden, want deze bijzondere plek ligt verscholen tussen de weilanden. Langzaam slenter ik over het lange grindpad wat de oprit vormt naar het hart van het bos, een groep gebouwen die tezamen net een klein dorpje vormt. Boven mij ruist de wind zachtjes door de bladeren van de enorme populieren. Deze populieren zijn aangeplant in 1953 voor de klompenmakerijen, kan je dat geloven?! Jan en Jenny zagen in de jaren '70 dit land met bomen te koop staan, deden een bod en voor ze het wisten waren ze de eigenaren van een lap grond met bomen en een half verbrand huisje. Daar zie je nu helemaal niks meer van terug!

In de jaren daarna verzette het echtpaar bergen werk. Zonder stroom of drinkwater werden er grote stukken grond afgegraven, waterpartijen aangelegd, kwam er een eilandje, moestuin, bloementuin, wandelpaden en kon Jan zijn creativiteit kwijt in het aanbouwen van een aantal bijzondere huisjes. Jan en Jenny werden ouder, maar deden nog altijd alles zonder auto en hielden het hele bos bij volgens authentieke werkwijzen. Op een dag is de beslissing gevallen om een stichting op te richten. Jan is nog steeds een harde werker op het terrein, maar het is prettig dat er nu ondersteuning is door een groep vrijwilligers.

Agnes is vrijwilligster van het eerste uur en heet mij van harte welkom. We beginnen met een mok hete koffie, Jan luidt de grote bel naast de buitentafel om iedereen te waarschuwen. Na het voorstelrondje wandelen Agnes en ik door het bos. Het eerste gebouw waar mijn oog op valt, is een zwart gebeitste potdeksel schuur. Vroeger stond hier een varken, maar nu is het een miniatuur huisje met werkplaats, keukentje en houtkachel. De nok wordt versierd door een prachtig gevelteken wat symbolisch is, net als de hoefijzers die het geluk op moeten vangen. Hoe verder we komen op het terrein, hoe meer mij de symboliek en gedachte achter dit levenswerk opvalt. Zo staat de lichtblauwe kleur achter Maria in het kapelletje voor het hemelse en bescheidenheid. De kapel zelf gaat schuil onder een grote Ginkgo boom welke een hoopgevende symboliek heeft.

Verder kom ik een kleine bakkerij tegen die daadwerkelijk gebruikt kan worden. Het bakhuis werd compleet met oven gebouwd en daarna werd de inboedel gedoneerd door voormalige dorpsbakker Manschot. Om de hoek vind ik een schoenmakerij en een verzameling oude landbouwwerktuigen. Sommige van de landbouwgereedschappen worden nog in de tuin gebruikt. Er zijn twee vitrinehuisjes die vol staan met antieke blikken, emaille pannen en eentje bevat een heuse winkelinrichting. De gele schotten in het winkeltje zijn afkomstig uit hotel Krasnapolsky in Amsterdam. “Veel wordt er gedoneerd”, vertelt Agnes, “maar Jan heeft ook veel verzameld in zijn leven”.

Na het bezoek aan de gebouwtjes, volgt een ronde over de tuinen. Het terrein is veel groter dan ik mij had voorgesteld. Door de vele regen van de afgelopen periode steken hier en daar wat paddenstoelen boven de grond. De moestuin ligt er keurig netjes bij. Op een lange strook wordt het bladafval verzameld. Deze composthoop wordt steeds vooraan weer afgestoken en gebruikt als voeding voor de tuin. Zachtjes zoemend, zoekt een bij haar weg van de roze zonnehoed naar de cosmea. Naast een moestuin en vlindertuin, zijn er grootse plannen voor een bloesembos met diverse soorten fruitbomen. Het begin is er al. Zo kom ik een hazelaar tegen die zijn zware takken vol hazelnoten over het pad buigt.

Resthout wordt, naast brandhout, gebruikt voor zogenaamd geriefhout. Bijvoorbeeld bonenstaken, rijshout voor de erwten of om planten te ondersteunen. Hergebruik en werken met de natuur, vormt de kern van het hele gedachtegoed. Voor alle materialen en spullen die op Jan zijn pad komen, vindt hij een passende functie. Kijk niet verbaasd op als je een levensgrote uil gemaakt uit oude bakstenen aantreft tussen het groen. Jan maakte deze voor Jenny omdat ze zo gek is op uilen. Levende uilen weten hun weg trouwens ook te vinden in het bos. Regelmatig schalt het oehoeee bij schemering tussen de populieren door.

Ik kom werkelijk ogen te kort hier. Dit is het levenswerk van een visionair man. Nu is het misschien heel normaal en zelfs trendy om spullen te hergebruiken, geen schadelijke stoffen op de tuin te gebruiken en ervoor te zorgen dat de natuur in harmonie is. Je moet je voorstellen dat het in de jaren '80 nog erg revolutionair was. Jan had een vooruitziende blik en zag dat de zware en vervuilende industrie op langere termijn niet houdbaar was. Dit kan je terugzien in 1 van de vele, door hem gemaakte, mozaïeken op de grond. Het beeldt een man uit die zijn vuist heft tegen een snelweg en schoorsteen met zwarte rookpluim.

Wil je ook deze route maken? Ik deed het op de fiets en reed er ongeveer dertig kilometer voor. Onderweg kom je overal kleine kraampjes tegen waar je eigengemaakte jam of honing kunt kopen. Nu ik het verhaal ken van de populieren in de streek, viel het mij gelijk op dat er langs de weg stapels boomstammen lagen, klaar voor de verdere houtproductie. Op een koudere middag is het ook leuk om deze tocht met de auto af te leggen. Als je nog zin hebt in iets lekkers tussendoor kan je, net als ik, een boerenijsje halen bij Melktap de Bloemplaat Hoeve, om de hoek van het Duyls Bos.

Wil jij dezelfde route maken als Prisca? Hier vind je een overzicht van de locaties die zij bezocht:

- Klompenmakerij den Dekker
- Café 't Zwaantje. Kijk voor de openingstijden op de website.
- Duyls Bos

Tekst en foto's: www.priscavisser.nl. Hier vind je alle blogs van Prisca.

Deze activiteit is afgelopen. Wil je toch de route lopen? Wandel mee met Prisca door de Akkers van Altena.

Van 7 t/m 14 oktober is de Dutch Food Week, de nationale week van ons eten in heel Nederland en Gemeente Altena doet hieraan mee. In onze gemeente hebben we boeren die met hart en ziel mooie producten maken.

Als VVV Biesboschlinie bieden wij ook routes aan die passen bij dit thema. Daarom vinden we het heel belangrijk om ook met een wandelroute aan te haken bij Dutch Food Week Altena. We willen dat de wandeling een beleving wordt die alle zintuigen voedt. Daarom brengen we Unesco Werelderfgoed en streekproducten bij elkaar. Laat je onderweg verrassen door de Akkers van Altena, lokale producten langs de route, een vestingstad, bunkers en een Fort uit de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

Zaterdag 14 oktober: wandelroute van Woudrichem naar Fort Altena

De route is 8 kilometer en vertrekken kan op ieder tijdstip. Let wel op de vertrektijden van het treintje terug, anders is het 16 kilometer wandelen om ook weer terug te komen via dezelfde weg.

Vertrek route: parkeerplaats Schapendam (Sluis 2, 4285 XA Woudrichem)

Onderweg: start de dag met een kopje koffie op een van de terrassen van de middeleeuwse vesting Woudrichem. Wandel over de vestingwal, via de fietsdijk en Merwededijk richting het liniepad. Loop door prachtige lanen door de polder richting Landgoed Kraaiveld. Neem een kijkje bij de Akkers van Altena en proef wat Altena voor lekkers te bieden heeft. Misschien past er nog wat lekkers uit de boerderijwinkel in de tas voor thuis? Er zijn producten te vinden van onder andere de molen, biologische bakkerij Hardeman en heerlijke zuivel van de Bloemplaathoeve. Daarna genieten van cultureel erfgoed, de molens en bunkers van Unesco Werelderfgoed Hollandse Waterlinie.

Eindpunt: aangekomen bij Fort Altena is er nog meer te ontdekken. Wandel over het fort, bezoek de expositieruimte en geniet van een hapje of drankje in de brasserie. Dan is het weer tijd om terug te gaan naar Woudrichem, er staat een treintje voor je klaar! Laat je rijden door de Hank-O-Motief en geniet nogmaals van het prachtige landschap. De trein brengt je terug naar de parkeerplaats in Woudrichem.

Kosten: koop zelf streekproducten onderweg en geniet van onze horeca. De wandeling en het vervoer met treintje terug wordt kosteloos aangeboden door VVV Biesboschlinie.

Theeproeverij

Kom thee van Nederlandse bodem proeven tijdens een theeproeverij, georganiseerd door cadeauwinkel Fair van Ver.

Herontdek de kracht van Hennep met de Dutch Harvest Hemp Tea. Steeds vaker kwam de oprichter van de thee, Esther Molenwijk, de hennepplant tegen als duurzame grondstof. Onder het publiek bleek er nog veel onbekendheid over te zijn en werd het toch vaak geassocieerd met marihuana. Toen bleek dat de bladeren en bloemen van de hennep niet gebruikt werden, maar wel een heerlijke en gezonde thee maakten, was het idee al snel geboren: hennepthee als smakelijke herontdekking van het gewas.

Locatie: Kerkstraat 7, Woudrichem
(hier vind je ook al onze gidsen!)

Zelfgemaakte jam proeven

Bij Jammelien's winkeltje kun je jam proeven, die zij zelf maakt van fruit uit de streek. Ze biedt deze jaarrond aan via haar verkoopkastje aan huis (even naar beneden lopen). Uiteraard is de jam ook te koop.

Locatie: Merwededijk 33, Woudrichem

Landgoed Kraaiveld

Op Landgoed Kraaiveld wonen bewoners met een lichte verstandelijke beperking en komen er (jong)volwassenen met een verstandelijke beperking voor dagbesteding. Ze onderhouden een grote biologische moestuin en kweken planten in een grote kas. Ook runnen ze een boerderijwinkel waar ze de opbrengst van hun eigen moestuin en een aantal streekproducten verkopen. Daarnaast hebben ze nog wat kleinvee waar ze kippen, kuikens, geiten en kalveren verzorgen. Op het kleine terras serveren ze normaal gesproken koffie en thee met iets lekkers. Nu kun je je laten verrassen door een lokale proeverij. Het terras is geopend van 10.30 uur tot 16.30 uur.

Locatie: De Roef 4, Woudrichem

Treintje van Fort Altena naar vesting Woudrichem

Geniet eerst van de speciale aanbieding voor Dutch Food Week Altena in de Brasserie van Fort Altena: koffie met huisgemaakte appeltaart voor € 5,50

Vertrek daarna met de trein terug naar het startpunt in Woudrichem. Het treintje rijdt om 13.00 uur, 15.00 uur en de laatste vertrekt om 17.00 uur.

Reserveren is niet verplicht, maar als je zeker wil zijn van een plekje in de trein, reserveer dan uiterlijk 11 oktober via info@biesboschlinie.com.

Locatie: Fort Altena - Tol 8,  Werkendam.

Prisca Visser is een fotograaf met als voorliefde het buitenleven en de natuur. Voor de Biesboschlinie gaat zij op pad om verhalen vast te leggen. Ze neemt je mee door de polders, gaat op bezoek bij ondernemers en natuurlijk het water op! Hier schrijft ze korte stukjes over, zodat jij de verborgen parels in Altena leert kennen.

De neuzen van mijn schoenen worden nat als ik mijn fiets wegzet. De grassprieten zijn bedekt met dauwdruppels. Het grind van de oprijlaan knerpt zachtjes. Verder is het nog heel stil buiten. Ik ben vroeg op pad om een fietstocht te maken langs de forten in de Biesboschlinie. Mijn eerste stop is Fort Giessen. Uitbundig word ik begroet door een toom Barnevelders, prachtige kippen met zwartbruine veren die glanzen in de zon. Ze zijn nieuwsgierig en komen kijken of er iets te halen valt. Als blijkt dat ik alleen mijn camera uit mijn tas haal, gaan ze terug naar hun stek in het warme ochtendzonnetje.

Ik ben de route begonnen bij de parkeerplaats aan de Schapendam in Woudrichem. De route die ik ga fietsen is de Biesbosch Fortentocht. Deze vier forten zijn onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie welke op de Werelderfgoedlijst van Unesco staan. Achter deze waterlinie gaat een bijzonder historisch verhaal schuil. Om vijanden te verhinderen, was er een plan: onderwaterzetting, oftewel 'inundatie'. Door lage gebieden onder te laten lopen met water belemmerde het de vijand om verder op te rukken. Het water was niet hoog genoeg om doorheen te varen, maar tegelijk te diep om doorheen te waden. Dit masterplan was zo uitgebreid dat er overal sluizen en dijken waren om de inundatie in werking te kunnen zetten. Sommige delen van deze Waterlinie waren kwetsbaarder. Ze lagen hoger en waren interessant om in te nemen. Daarom bouwde men een reeks forten. Ieder fort had zijn eigen doel om de linie te versterken.

Mijn eerste stop is Fort Giessen, net buiten het dorp Giessen. Ik loop een rondje over het fort heen. Dat kan, want het fort is bedekt met een dikke laag aarde en gras. Er zijn een paar bijgebouwen waar munitie en geschut werd opgeslagen. Nu ik zo hoog bovenop het fort sta, zie ik dat het omringd is door een rij struikgewas. Na deze korte pauze, fiets ik verder richting knooppunt 71. Het is nog veel te vroeg voor een lunch en ik wil wat kilometers maken.

Langzaam wordt de wereld wakker en trekt de dauw op in nevelen die boven het land blijven hangen. De wielen van mijn fiets zoeven over de landweggetjes en net na Fort Giessen valt mij ineens iets op. De rijen struikgewas langs sommige weilanden zijn precies dezelfde als die ik om het fort zag! Ik stap af midden op een kruispunt en ga op onderzoek uit.

Mijn vermoeden is al snel bevestigd. Ook hier staan rijen meidoorn. De meidoorn heeft kleine, maar venijnige stekels en werd gebruikt als extra verdediging. Moet je voorstellen dat je als soldaat door hoog water moet waden en dan ineens tegen een doornenstruik loopt die je niet zag. Auw. Nu ik erop ga letten zie ik de meidoorn overal terugkomen in het landschap. Als hagen, maar ook hier en daar als volgroeide struik.

Ik fiets van knooppunt 71 naar 41 en door naar 40 bij Fort Altena. Dit deel van de route vind ik echt prachtig. Groene weilanden zover ik kan kijken. In de verte zie ik nog de kerktoren van Woudrichem. Na een paar binnenwegen sla ik af, een fietspad op. De maïs staat hoog aan beide kanten. Het linker pad gaat al snel over in een verhard pad. Er liggen plassen door de regen die gevallen is, maar het is prima te fietsen. Ik fiets tussen de bunkers door op Landgoed Kraaiveld. Grijze massieve blokken in velden vol met wilde cichorei. De kleine blauwe bloemhoofdjes steken fel af bij het groen van het gras. In tijden van de Tweede Wereldoorlog maakte men koffie van gemalen wortel van wilde cichorei. Nu fleuren ze vooral de bermen op. De route gaat over een wildrooster heen. De enige dieren die ik tegenkom, zijn de koeien van Landgoed Kraaiveld. Ze hebben alleen oog voor het verse gras en zonder problemen kan ik er langs.

Voorzichtig de drukke weg oversteken en dan voert het pad verder tussen twee molens door. Dit zijn oude wipmolens die waren bedoeld voor het bemalen van de polders. De Zandwijkse en Uitwijkse molen staan niet voor niets een eind uit elkaar. Zo wilde men voorkomen dat de molens in elkaars wind stonden. Ook hier is de route nog steeds goed te volgen. Ik merk dat het prettig is om niet steeds mijn telefoon te moeten pakken voor de route maar gewoon bordjes kan volgen. Dat geeft veel meer rust!

Voor ik het weet ben ik bij Fort Altena, mijn volgende stop. Helaas is de horeca gesloten maar de toiletten zijn wel geopend. Heel fijn voor alle fietsers en wandelaars die langskomen. Dit fort is van origine gebouwd om de Uppelsedijk en de route tussen Gorinchem en Breda te verdedigen. Het heeft door de jaren heen meerdere functies gehad, maar uiteindelijk is er nooit strijd geleverd. Het terrein is veel groter dan Fort Giessen. Ik vind het interessant om op een plek met zoveel historie rond te lopen. Met je ogen half dicht geknepen, is het niet moeilijk om voor te stellen hoe het er vroeger aan toeging. Inmiddels is het tijd voor een boterham en ik loop richting het glooiende grasveld voor het fort. De hoge bomen bieden schaduw tegen de zon die steeds feller wordt. Langs de rand van het water staat een prachtig bankje. Ideaal om even pauze te nemen.

Ik had thuis wat notities gemaakt met wat ik graag wilde zien. De Papsluis staat dik onderstreept bovenaan. Maar voordat ik daar ben gaat de route langs Fort Bakkerskil. Dit fort is neergezet om de Papsluis te verdedigen en het ligt vrij dicht bij Fort Altena.

De lucht is ineens flink betrokken en net als ik onder de luifel stap op de binnenplaats, begint het te druppen. Wat een timing! Tot mijn verrassing is hier wel een klein café open. De verleiding is te groot en ik val voor een heerlijke kersenkruimelkoek met koffie. Er zijn ook verse smoothies te krijgen voor wie een meer gezondere optie wilt. Voordat ik verder fiets, klets ik wat met de uitbater. “We zijn open zolang het droog is”, zegt hij. “Met regen is er niemand en heeft het geen nut”.

De Papsluis is een paar honderd meter achter Fort Bakkerskil en de fietsroute loopt erlangs. Het is een waaiersluis wat betekent dat de sluisdeuren naar beide kanten geopend kunnen worden. Deze sluis is speciaal voor de inundatie gebouwd. Hiermee konden ze vroeger de polders snel onderwater zetten. Dit ging door schotten te plaatsen in de sluis om het water tegen te houden. In het landschap naast de sluis staat een overkapping met grote houten bielzen eronder. Dat is het zogenaamde 'schottenbalkhuis'. Hier liggen de balken die in de gleuven van de sluis geplaatst kunnen worden.

Na wat rondgekeken en de informatieborden te hebben gelezen, fiets ik verder. Nu gaat het spannend worden, want ik wijk af van de route. 70 kilometer is mij iets te gortig en heb het ingekort naar 40 kilometer. Ik snij de onderste punt door de polder een stuk af en koers over landwegen richting het pontje. Het is open terrein dus de wind heeft vrij spel. Dat is te merken ook. Gelukkig is dit het enige stuk dat ik tegenwind heb. Op de landerijen wisselt de teelt snel af. Ik zie rode kool, pompoenen en suikerbiet voorbij komen. Prachtig dat veel akkerranden zijn ingezaaid met wilde bloemen. Goed voor de insecten, maar het is ook mooi om te zien!

Als ik aan kom fietsen bij het pontje over het Steurgat vaart deze net weg. Dat geeft niet, want op dagen als deze pendelt het steeds heen en weer. Er hangt een grote, messing bel die je kunt luiden als je het pontje wilt oproepen. Ik heb het niet geprobeerd, maar kan mij voorstellen dat het geluid ver zal dragen hier. Het Steurgat is een getijdenkreek die door de Biesbosch loopt. Dit pontje is de enige oeververbinding dus ik ga met fiets en al aan boord. Het scheepje is klein en rechthoekig. Een overkapping moet beschermen tegen de ergste regen als die valt. Alleen een hekwerk scheid je af van het stromende water. Zachtjes brommend trekt de motor ons langs de kabel voort. Het is een kabelpontje. Aan beide oevers is een kabel bevestigd die op de bodem ligt. Als het pontje vaart, trekt deze zichzelf voort langs deze kabel. Ontzettend leuk om eens mee te maken, zeker als je bedenkt dat het volledig gerund wordt door vrijwilligers. Veel te snel naar mijn zin heb ik weer vaste grond onder mijn voeten. Als je ook deze route wilt fietsen, hou er dan rekening mee dat een overtocht €1,- kost en dat je contant dient te betalen.

Ik vervolg mijn aangepaste route en houdt knooppunten 29 en 10 aan. Ook hier is het weer overal goed aangegeven! Aan de overkant van de weg passeer ik Fort Steurgat. Drie keer raden waarom dit fort destijds gebouwd is. Om het Steurgat bescherming te bieden! Het is niet toegankelijk, er zijn woningen in gebouwd. Ik laat het fort links liggen en stuur mijn ijzeren ros door Werkendam.

Nu rest mij alleen nog de terug route richting Woudrichem. Alsmaar rechtdoor over de dijk, wisselend met ander verkeer en alleen fietspad. De zon is alweer over zijn hoogste punt heen en de schaduwen worden langer als ik bij het beginpunt aan kom. Het was een heerlijke route om te rijden en zeker een aanrader. Onderweg is er veel te zien en het is leerzaam om meer te weten te komen over de Nieuwe Hollandse Waterlinie en hoe dat in zijn werking ging.

Wil jij dezelfde route fietsen als Prisca? Hier vind je een overzicht van de locaties die zij bezocht:

- Fort Giessen
- Fort Altena. De brasserie is geopend van vrijdag tot en met zondag van 10.30 tot 17.00 uur.
- Fort Bakkerskil
- De Papsluis
- Pontje Steur
- Fort Steurgat
- Nieuwe Hollandse Waterlinie

Liever de hele route? Download hier de Biesbosch Fortentocht. Tekst en foto's: www.priscavisser.nl. Hier vind je alle blogs van Prisca.

linkedin facebook pinterest youtube rss twitter instagram facebook-blank rss-blank linkedin-blank pinterest youtube twitter instagram